...

Sinds de eerste publicaties waarin het SARS-CoV-2 werd teruggevonden in de feces bij een klein percentage patiënten met een Covid-19, is het duidelijk geworden dat het nieuwe coronavirus in rioolwater geraakt. Dat wordt nu wereldwijd geanalyseerd. Vorsers hebben effectief sporen van het virus in rioolwater teruggevonden in Nederland, de VS en Zweden. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft Nederland dat als eerste gemeld1,2. Sinds 17 februari 2020 verzamelen vorsers een keer per week tien liter rioolwater over een periode van 24 uur in de nabijheid van de luchthaven van Schiphol, Amsterdam. Tijdens de eerste twee weken werd het virus niet gedetecteerd in het rioolwater. Op 2, 9 en 16 maart werd echter genetisch materiaal van het virus ontdekt bij RT-PCR van de waterstalen. Met andere woorden, het eerste positieve staal werd afgenomen slechts vier dagen na klinische bevestiging van een eerste geval van Covid-19 op 27 februari 2020. Mogelijk is het virus daar terechtgekomen via de feces van al dan niet symptomatische patiënten die op de luchthaven waren gepasseerd. Het virale RNA werd ook teruggevonden in stalen afgenomen in het zuiveringsstation van Tilburg op 3, 10 en 17 maart en in een staal afgenomen op 18 maart in het zuiveringsstation in Kaatsheuvel, dat het afvalwater verwerkt van Loon op Zand. Dat is de woonplaats van de eerste patiënt bij wie in Nederland een diagnose van Covid-19 werd gesteld. Andere studies hebben aangetoond dat het SARS-CoV-2 binnen drie dagen na de infectie in de stoelgang verschijnt, dus ruim voor de eerste symptomen optreden. Analyse van rioolwater kan dus nuttig zijn om de verspreiding en de persistentie van het SARS-CoV-2 te volgen. Ook kan dat snel alarmeren voor een nieuwe uitbraak van het virus na opheffen van de afzonderingsmaatregelen3. In de tijd dat poliomyelitis wereldwijd veel ravage aanrichtte, werd gedurende tientallen jaren epidemiologisch onderzoek verricht van ondiepe waters om het succes van vaccinatiecampagnes tegen het poliovirus te evalueren. Het RIVM heeft dat al gedaan om aanwezigheid van norovirussen, resistente bacteriën, het poliovirus en het mazelenvirus de detecteren. "Als we de komst van het SARS-CoV-2 in een gemeenschap snel kunnen vaststellen, zouden we de schade die het virus veroorzaakt kunnen tegengaan, vooral als het volgend jaar weer de kop opsteekt", stelt Kyle Bibby, een Amerikaanse milieu-ingenieur. Wereldwijd analyseert meer dan een dozijn onderzoeksgroepen rioolwater om een idee te krijgen van het totale aantal SARS-CoV-2-infecties in een gemeenschap. "Een zuiveringsstation vangt het afvalwater op van een gemeenschap tot een miljoen mensen", legt Gertjan Medema, een Nederlandse microbioloog, uit. "Surveillance van het rioolwater op dat niveau zou een beter idee geven over de verspreiding van het nieuwe coronavirus dan diagnostische tests. Geïnfecteerde mensen met weinig of geen symptomen worden immers niet getest, maar scheiden het virus wel uit in de stoelgang." Aanwezigheid van het virus in rioolwater is verontrustend voor arbeiders in fabrieken die menselijk afval en rioolwater verwerken. Biologen vrezen dat het virus in de uitwerpselen nog actief zou kunnen zijn. Veiligheidshalve heeft de WGO specifieke richtlijnen geformuleerd voor bedrijven die menselijk afval en rioolwater verwerken.