Een veel voorkomende vraag bij een echtscheiding is of de echtgenoot die een groepsverzekering heeft of die de begunstigde is van een IPT de sommen die daarin werden opgebouwd moet delen met zijn of haar ex. Hoe zit dat precies? En hoe kan de 'verrekening' daarvan dan gebeuren?
...
De vennootschap waarbinnen u als apotheker actief bent, ging voor u als bedrijfsleider misschien een individuele pensioentoezegging (IPT) aan. Werkt u zonder vennootschap dan spaart u mogelijks voor een aanvullend pensioen via een zogenaamde 'pensioenovereenkomst voor zelfstandigen' (POZ). Of misschien hebben u of uw echtgeno(o)t(e) ergens een groepsverzekering lopen. Indien u dan uit de echt scheidt, rijst de vraag in welke mate de tegoeden daaruit moeten worden 'verdeeld' en hoe dat desgevallend moet gebeuren. Bij de beantwoording van deze vraag is het in eerste instantie van belang om te weten onder welk huwelijksvermogensstelsel u bent getrouwd. Heel wat apothekers kiezen voor een huwelijkscontract waarbij geopteerd wordt voor een stelsel van zuivere scheiding van goederen. Is dat ook bij u het geval, dan hoeft u zich geen zorgen te maken. De IPT, POZ of groepsverzekering komen dan enkel toe aan diegene op wiens naam ze werden opgebouwd. Staan ze op uw naam, dan kan uw ex er geen aanspraak op maken. Zelfs als uw ex zou beweren dat die bepaalde premies met zijn/haar eigen geld betaalde (en dat ook kan bewijzen) kan uw ex nog niet zomaar iets van u vragen. Om dat te kunnen doen, zou uw ex al bijna over een schriftelijk contract moeten beschikken waarbij u zich ertoe verbond om bv. ingeval u uit de echt scheidt iets terug te betalen. Bij gebreke hieraan zal zo'n vordering meestal weinig succes hebben. Bent u gehuwd onder het zogenaamde wettelijke stelsel ( scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten) dan geldt er een andere regeling. In dat geval geldt als principe dat uw ex wel degelijk meedeelt in de sommen die u opbouwde in het kader van de IPT, groepsverzekering en/of POZ. Hetzelfde geldt trouwens bv. voor wat betreft bedragen die door u werden 'gespaard' via pensioensparen en/of VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen). Als u kunt bewijzen dat bepaalde premies die werden betaald tijdens het huwelijk werden betaald vanuit uw eigen vermogen (bv. met gelden die u al had voor het huwelijk), dan kunt u daar wel een 'vergoeding' voor vragen. Weet dat als u geen huwelijkscontract afsloot, u automatisch onder dit wettelijke stelsel valt. Het kan echter ook zijn dat u in uw huwelijkscontract koos voor het wettelijk stelsel maar dat u daaraan bepaalde modaliteiten (bv. een inbreng of een clausule 'langstlevende al') wilde toevoegen. Als u de IPT, POZ of groepsverzekering moet delen met uw ex, dan geldt dat enkel voor het gedeelte dat werd opgebouwd tijdens het huwelijk. Hou er rekening mee dat men daarbij als einddatum niet de datum van de echtscheiding in aanmerking neemt maar wel de datum waarop de echtscheidingsprocedure wordt ingeleid bij de rechtbank. Ook de intresten (en eventuele andere opbrengsten) die na het huwelijk worden gegenereerd op bedragen opgebouwd tijdens het huwelijk, moeten gedeeld worden. Bedragen die in de IPT, groepsverzekering of POZ voor uw huwelijk of na de dagvaarding in echtscheiding (of het verzoekschrift daartoe) werden opgebouwd, moeten integendeel niet worden verdeeld. Die kunt u dus zelf behouden. U kunt aan de verzekeraar of maatschappij die de bedragen uiteindelijk zal moeten uitkeren, vragen dat zij een berekening en opsplitsing maken waardoor duidelijk wordt welke bedragen moeten worden gedeeld en welke niet. Als u de tegoeden uit de groepsverzekering/IPT of POZ moet delen met uw ex en u scheidt uit de echt via onderlinge toestemming, dan moet u samen met uw ex in de regelingsakte die moet worden opgesteld een oplossing uitwerken voor deze tegoeden. U kunt hierbij bv. overeenkomen dat deze tegoeden aan u worden toebedeeld en dat aan uw ex 'in ruil' een ander vermogensbestanddeel wordt toegekend. Een andere optie bestaat er bv. in dat u een opleg aan uw ex betaalt of dat u overeenkomt dat u op het moment dat de tegoeden zullen worden uitbetaald een deel daarvan zal doorstorten aan uw ex. Scheidt u integendeel uit de echt via de rechtbank, dan zal die een notaris aanstellen om over te gaan tot de vereffening-verdeling van jullie huwelijksvermogensstelsel. Bij die notaris kunt u onderling nog altijd tot een overeenkomst komen. Lukt dat niet, dan zal de notaris een standpunt innemen over hoe de tegoeden uit de IPT/POZ of groepsverzekering moeten worden verdeeld. Bent u het daarmee niet eens, dan kunt u hierbij opmerkingen formuleren waarna de rechtbank uiteindelijk het laatste woord heeft. Roep daarbij in dat uw ex maar kan delen in deze sommen op het moment dat u ze zelf uitbetaald krijgt en dat hij/zij dus maar jaren zal moeten wachten. U kunt meteen aangeven dat u enkel bereid bent dadelijk al een bepaald bedrag te betalen als er rekening wordt gehouden met bv. de extra kosten en belastingen die gepaard gaan met een vervroegde opvraging.De auteur is advocaat (www.ra-advocaten.be).