...

Als u katjes vindt, moet u eerst nagaan of de moeder echt weg is en niet gewoonweg even het nest heeft verlaten. Wacht een beetje en observeer. De algemene toestand van de katjes kan u een goed idee geven. Als ze proper en rustig zijn en er goed gevoed uitzien, houdt de moeder er zich mee bezig. Dan mag u niets doen. Maar als ze vuil en mager zijn en huilen, betekent dat dat ze verlaten zijn. Alleen zullen ze het niet redden. Dan moet iemand ze verzorgen. Je kan vrij gemakkelijk de leeftijd van het dier ramen, maar het is toch veiliger het aan de dierenarts te tonen. Katjes openen hun ogen zeven tot tien dagen na de geboorte. Tijdens de eerste twee weken zijn de ogen altijd blauw. Bekijk ook de tandjes. De eerste tandjes, de centrale snijtanden, verschijnen tussen de tweede en de derde week. De laterale snijtanden en de hoektanden komen uit tijdens de vierde week en de premolaren tussen de vierde en de zesde week. Ook het gedrag van de katjes geeft informatie: katjes waggelen veel tijdens de eerste vier weken, daarna wordt de gang stabieler en beginnen ze te springen en te spelen. De zorg verschilt naargelang van de leeftijd. Katjes van minder dan vier weken eisen veel meer en zijn totaal afhankelijk van hun moeder. Je moet ze een comfortabele plek en geschikt voedsel geven en het nest proper houden. Katjes jonger dan vier weken kunnen hun lichaamstemperatuur nog niet regelen. Daarom liggen ze vaak opgerold tegen elkaar of tegen de moeder. Het is dan ook belangrijk de katjes in een warme plaats (26 °C) te zetten en eventueel een infraroodlamp of een verwarmingsdekentje met een thermostaat te gebruiken. Je kan een zacht nest vormen met dekens of warme doeken en het is wenselijk tocht te vermijden. Als de lichaamstemperatuur daalt tot minder dan 35 °C, kan het katje eraan bezwijken. Op die leeftijd drinken katjes enkel melk. Melk bevat alle voedingsstoffen die ze nodig hebben voor hun groei. Het is belangrijk een speciale melk voor katjes te geven en niet om het even welke melk voor katten die in supermarkten wordt verkocht, en ook geen koe- of geitenmelk. Het katje zou er ziek van worden (vooral diarree) en zou dan kunnen sterven. Speciale melk voor katjes bevat zeer verteerbare eiwitten en het lactosegehalte is vergelijkbaar met dat in moedermelk. Er worden fructo-oligosachariden aan toegevoegd voor de intestinale microbiota en DHA voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel. De voedingsfrequentie wordt over het algemeen uitgelegd in de bijsluiter van de melk, maar de jongste katjes moeten overdag om de twee uur gevoed worden. Jonge katjes zijn over het algemeen proper doordat de moeder ze regelmatig aflikt. Het aflikken van de aars en het geslachtsdeel is ook belangrijk omdat dat de stoelgang en urinelozing in gang zet. Katjes hebben die reflex nog niet en daarom is die prikkeling noodzakelijk. Je mag dus niet vergeten na elk flesje met een lauwe, natte doek over de onderbuik van de katjes te wrijven. Ze moeten minstens één keer per dag stoelgang maken en meerdere keren plassen. Je moet ze ook dagelijks reinigen met een licht vochtige doek. Een goed verzorgd katje zal gemiddeld 5-10 g per dag aankomen. Vanaf die leeftijd wordt het eenvoudiger. De katjes hoeven niet meer opgewarmd te worden, ze kunnen zichzelf verplaatsen en ontdekken de kattenbak. Dan begint het spenen. Gedaan met een flesje om de twee uur. Vanaf die leeftijd mag je ze bevochtigde kattenbrokjes geven (om ze malser te maken). Neem kattenbrokken van goede kwaliteit, die geschikt zijn voor katjes en die de voedingsstoffen bevatten die zorgen voor een goede immuniteit, want katjes die zo grootgebracht worden, zijn fragieler. Die kattenbrokken bevatten ook antioxidanten zoals vitamine E en de nodige mineralen en vitamines (vitamine D, calcium, DHA). Je moet de katjes dus een schaaltje met kattenbrokken bevochtigd met melk geven. Verminder geleidelijk aan de hoeveelheid melk en vermeerder de hoeveelheid kattenbrokken. Op de leeftijd van vijf-zes weken zijn hun tandjes goed genoeg om droge brokken te eten. Je moet natuurlijk wel voor water zorgen.