...

Een van de risicofactoren voor optreden van borstkanker na de menopauze is de body mass index (BMI). Maar het is niet bewezen dat het risico omkeerbaar is door te vermageren. Om dat uit te pluizen, onderzochten Amerikaanse wetenschappers het verband tussen een gewichtsverandering en het risico op borstkanker. Ze zijn daarbij uitgegaan van de medische gegevens van bijna 180.895 vrouwen van 50 jaar of ouder; afkomstig uit tien prospectieve studies. Het gewicht werd over een periode van ongeveer tien jaar drie keer gemeten: een eerste keer in het begin van de studie, een tweede keer na een mediaan van 5,2 jaar na de eerste meting en een derde keer na een mediaan van vier jaar na de tweede meting. Een vermagering met minstens 2 kg tijdens de eerste periode van vijf jaar, zonder gewichtstoename tijdens de tweede periode, werd als een aanhoudende vermagering gedefinieerd. Bij 6.930 vrouwen werd tijdens de follow-up een diagnose van invasieve borstkanker gesteld. Het risico op borstkanker was lager bij vrouwen met een volgehouden vermagering dan bij vrouwen bij wie het gewicht stabiel was gebleven. En het risico daalde in verhouding tot het aantal kilo's dat de vrouwen verloren, maar enkel bij vrouwen die geen hormonale substitutietherapie voor de menopauze kregen. Bij de vrouwen die 2 tot 4,5 kg waren vermagerd, was het risico op borstkanker na de menopauze 18% lager dan bij vrouwen bij wie de naald van de balans nog altijd hetzelfde gewicht aangaf. Bij een vermagering van 4,5 tot 9 kg daalde het risico met 25% en bij een vermagering met meer dan 9 kg daalde het risico zelfs met 32%. Bij de vrouwen die minstens 9 kg waren vermagerd, maar nadien weer enkele kilo's waren aangekomen, was het risico op borstkanker nog altijd lager dan bij de vrouwen van wie het gewicht niet was veranderd. Die bevindingen wijzen erop dat zelfs een lichte, maar volgehouden vermagering correleert met een lager risico op borstkanker.