...

"Bij de preventie van kanker moet je zo snel mogelijk aan de voeding denken", zegt dr. Anne Boucquiau (Stichting tegen Kanker). "Bij patiënten met kanker moet je reageren volgens de symptomen om de spiermassa te vrijwaren." Als we het hebben over de voeding bij de preventie van kanker, denken we niet alleen aan voedsel en drank, maar ook aan de voedingstoestand (overgewicht, magerheid,...), lichaamsbeweging en een sedentair leven.Wat het verband tussen voedingsfactoren en het risico op kanker betreft, zijn er overtuigende bewijzen dat er een verband bestaat met overgewicht en obesitas, alcoholhoudende dranken, rood vlees en vleeswaren, zout en gezouten voedingsmiddelen en voedingssupplementen met bètacaroteen.Overgewicht is na roken de belangrijke risicofactor voor kanker. Bij elke stijging van de BMI met 5 stijgt het kankerrisico met 8-55%. Mogelijke onderliggende mechanismen zijn insulineresistentie, een chronische ontstekingstoestand met afgifte van procancereuze ontstekingsmediatoren en een hormonaal effect."Er is een bewezen verband met alcoholhoudende dranken. Alcohol verhoogt het risico zonder afbreekwaarde. Per glas alcoholhoudende drank per dag stijgt het risico met 9-168% naargelang van de kanker. Daarom wordt aangeraden om niet meer dan tien glazen per week te drinken met één tot twee dagen onthouding. Geen enkele drank blijkt een beschermend effect te hebben." Eén standaardglas stemt overeen met 10 cl wijn of champagne, 25 cl bier en 3 cl whisky.Rood vlees en bereide vleeswaren verhogen het risico op colorectale kanker significant: 29%/100 g rood vlees (behalve gevogelte) en 25%/50 g bereide vleeswaren."Gezien de voedingswaarde van vlees (eiwitten, ijzer, zink, vitamine B12) wordt aangeraden om toch niet meer dan 500 g rood vlees per week te eten en om vlees af te wisselen met vis, eieren en peulgewassen, om de hoeveelheid bereide vleeswaren, vooral vette en gezouten vleeswaren, te beperken (hoogstens 150 g per week; hoe minder, hoe beter) en om de bereidingswijze te variëren."Zout verhoogt waarschijnlijk het risico op maagkanker. Mogelijke onderliggende mechanismen zijn afwijkingen van het maagslijmvlies en synergie met kankerverwekkende pathogenen (N-nitrosobestanddelen, Helicobacter pylori).Voedingssupplementen worden ontraden, vooral voedingssupplementen die bètacaroteen bevatten. De nutritieve dosis (700-900 ?g) heeft weliswaar een beschermend effect, maar hoge doseringen (20-30 mg/d) blijken het risico op longkanker te verhogen bij zware rokers en bij blootstelling aan asbest."Belangrijk is een evenwichtige voeding", concludeert dr. Boucquiau. "Je moet sterk getransformeerde voedingsmiddelen mijden. Er bestaat geen antidotum tegen kanker, er bestaan geen geneesmiddelen tegen kanker, er is geen eenvoudig antwoord omdat kanker een multifactoriële aandoening is. Je mag ook niet vergeten om voedingsadviezen te geven aan kankerpatiënten."