...

Zich gezond voelen, positief in het leven staan, blaken van zelfvertrouwen, zich sociaal omringd en geïntegreerd voelen... maar ook minder vaak naar de dokter moeten, minder geneesmiddelen nemen en minder vaak in het ziekenhuis terechtkomen: vrijwilligerswerk is gerelateerd aan een groot aantal gunstige objectieve en subjectieve gezondheidsfactoren. Dat blijkt uit gegevens verzameld door de Christelijke Mutualiteiten en de Faculteit psychologie van de UCL. "Een hele reeks onderzoeken toegespitst op gezondheidspsychologie tonen een positief verband tussen sociale integratie en gezondheid", zegt Bernard Rimé, onderzoeker aan de UCL en auteur van de studie. "Deze studies, die voornamelijk van Angelsaksische of Scandinavische snit zijn, wijzen ook uit dat het sterfterisico aanzienlijk verhoogd is bij alleenwonenden en mensen die zich eenzaam of sociaal geïsoleerd voelen."Tegelijk wordt vrijwillig engagement in het verenigingsleven momenteel steeds vaker bestempeld als een uitstekend recept voor sociale integratie, meer bepaald voor personen die niet (meer) werken of die in hun werksfeer onvoldoende erkenning en zingeving vinden.Om te peilen naar de gezondheidseffecten van vrijwilligerswerk, vulden 7.000 deelnemers een online vragenlijst in. "We wilden vooral de intermediaire variabelen kennen", zegt Bernard Rimé. "Met andere woorden, de mechanismen die ertoe leiden dat vrijwilligerswerk zich vertaalt in een betere gezondheid. Mogelijkheden zijn zingeving, zelfrespect, positief affect en het gevoel bij een groep te horen." De resultaten wezen uit dat vrijwilligerswerk elk van deze psychosociale variabelen beïnvloedt.Personen die zich inzetten voor een vereniging voelen zich niet alleen gezonder en minder eenzaam, ze gebruiken ook minder gezondheidszorg. Dat laatste betreft zowel het consult bij de huisarts of de specialist als de consumptie van geneesmiddelen. Vooral voor psychotrope geneesmiddelen (anti-epileptica, antidepressiva, antipsychotica, enzovoort) is het verschil uitgesproken. Bij de 'vrijwilligers' nam 71,5% geen van deze geneesmiddelen, versus 50,4% bij personen die zich niet met het verenigingsleven bezighouden.Ook het niveau van engagement speelt een belangrijke rol: is de persoon gewoon medewerker of organisator/coördinator? "Er bestaat een vrij duidelijke gradiënt", licht Bernard Rimé toe. "Hoe meer de betrokkene zich inzet, hoe beter hij op de verschillende parameters scoort. Dat sluit aan bij de preliminaire resultaten van een studie waarbij we metingen doen in steden met veel aandacht voor folkloristische activiteiten: het gezondheidsniveau is er beter dan in steden uit de controlegroep. Steden met een intensief verenigingsleven registreren ook lagere criminaliteitscijfers."Toch blijkt het vanuit wetenschappelijk standpunt moeilijk om bij vrijwilligerswerk de causaliteit aan te tonen. Zijn mensen gezonder omdat ze vrijwilligerswerk verrichten? Of houden ze zich andersom met dat soort activiteiten bezig omdat ze gezond zijn, terwijl men automatisch uitgesloten wordt als men niet genoeg energie heeft, niet weet van welk hout pijlen te maken, of te kampen heeft met lichamelijke beperkingen? "Onze hypothese is dat sociale participatie bevorderlijk is voor de gezondheid, en niet andersom", vertelt de onderzoeker. "We proberen deze hypothese te staven door onze methodologie te verfijnen, maar het blijft een taaie opdracht om formele bewijzen te vinden. We houden bovendien voor ogen dat de impact op het welzijn varieert naargelang de motivatie. Sommige vormen van vrijwilligerswerk zouden zelfs het risico op burn-out kunnen verhogen. Dat is bijvoorbeeld het geval als de persoon zich sterker inzet dan wat redelijk is."Als men voldoende zichtbaarheid geeft aan sociale participatie als determinant voor welzijn en gezondheid, zou dat weleens een verandering in de levensgewoonten kunnen induceren, denkt hij. Net zoals sport tegenwoordig omzeggen beschouwd wordt als een geneesmiddel, kan men vrijwilligerswerk mogelijk naar voren schuiven als een preventieve maatregel tegen chronische ziekten, meer bepaald in de psychiatrische sfeer. "Ik denk dat we het best evolueren naar een medische praktijkvoering die openstaat voor de sociale dimensie. Er zijn sociale activiteiten in overvloed, maar het is niet altijd gemakkelijk er zijn weg in te vinden. Laat ik het benadrukken: er zijn mogelijkheden voor iedere persoon." Een goed voornemen voor 2020? Nadenken over wat men kan doen, en niet over wat men kan innemen om zich beter te voelen.