...

De stormwind kreeg vat op zijn veel te grote regenjas. Hij zou meegevoerd zijn als een boomblaadje als zijn moeder hem niet net nog kon vastgrijpen. Daar begint Nick Hunts fascinatie met alles wat waait. Hij ging op zoek naar beruchte winden, periodiek terugkerende luchtverplaatsingen die een eigen naam kregen: de helm in de Pennines van Noord-Engeland, de bora in Kroatië, de föhn in de Alpen en de mistral in Zuid-Frankrijk.Maar de wind waait niet op bestelling en vaak legt de windjager vele kilometers af voor de wind eindelijk opsteekt. Ondertussen is er alle tijd om landschappen en culturen, plaatselijke gewoontes en wetenschappelijke inzichten te verweven met geografische vergezichten en ecologische waarnemingen. Hunt treedt in de voetsporen van illustere Britse natuur- en wandelschrijvers zoals Robert MacFarlane of Roger Deakin.Zijn windwandelingen leiden uiteindelijk nergens toe, want de wind kent geen eindpunt. De tochten met of tegen de wind leveren vooral prachtige verhalen op. Hij doorkruist het Europese continent van oost naar west en van noord naar zuid en hij exploreert hoe de wind overal een onuitwisbare invloed heeft.Hunt vertelt geweldige windgedragen verhalen, over Willem Tell of het windmuseum van Trieste, over Hermann Hesse, hoofdpijnen of bloedneuzen. Van waar hij ook waait, de wind heeft een onmiskenbare impact op de geest van de mensen. Zo maakt Vincent van Gogh in verscheidene brieven aan zijn broer Theo gewag van de gekmakende mistral: ijskoud en keihard, "een knagend venijn". In Zwitserland spreken ze van 'Föhnkrankheit'.De winden die Hunt volgt overstijgen de meteorologie en hebben zich genesteld in de verhalen, de huizen en de tradities van de mensen. Hunt geeft een stem aan de wind en aan de mensen die hij op zijn voettochten ontmoet. Waar de wind waait is bevlogen reisliteratuur met een kracht van 6 Beaufort.