...

Indien de slaapmedicatie langer dan drie weken wordt ingenomen, is de kans op gewenning en verslaving groot. Vooral benzodiazepines zijn hier befaamd voor, al hebben de Z-slaapmiddelen ook (iets minder uitgesproken) verslavende eigenschappen. Na abrupt staken van (vooral kortdurende) slaapmedicatie kan rebound-slapeloosheid optreden (1). De opvolging van de patiënt bij herhaalde uitgiftes van een benzodiazepine is een belangrijke taak van de apotheker en arts om chronisch gebruik te voorkomen. Melatonine kan ingezet worden bij een verstoring van het dag-nachtritme ten gevolge van een ernstige jetlag (2-3 mg) of bij het DSPS (0,3-1 mg) in combinatie met het gefaseerd vervroegen van de bedtijd en een lichtlamp of -bril 's ochtends. Melatonine dient dan twee à drie voor de gewenste inslaaptijd te worden ingenomen. De juiste orale dosering is echter moeilijk in te schatten, vanwege de lage en individueel variabele biologische beschikbaarheid. Bij een te hoge dosis zou melatonine overdag nog aanwezig zijn bij mensen die melatonine te traag afbreken (10%). Voor de symptomatische behandeling van volwassenen met narcolepsie kan onder begeleiding van somnologen gebruik gemaakt worden van stimulantia (modafinil, methylfenidaat, dexamfetamine of pitolisant) om de slaperigheid overdag te onderdrukken (4, 6). Recent is in Europa solriamfetol, een dopamine- en noradrenalineheropnameremmer, goedgekeurd voor de behandeling van overmatige slaperigheid overdag bij volwassenen met narcolepsie of OSA (7). Cataplexie kan worden behandeld met lage-dosis sederende antidepressiva (TCA's en SSRI's). Natriumoxybaat blijkt werkzaam te zijn tegen cataplexie, verhoogde slaperigheid overdag, een gestoorde nachtslaap en hypnagoge hallucinaties (4, 6). Dopamineagonisten kunnen ingezet worden bij patiënten met ernstige RLS, ondanks niet-medicamenteuze behandeling. Voor de behandeling van insomnia wordt het sterk sederend antidepressivum trazodon off-label door artsen voorgeschreven, met de perceptie dat het in lagere dosering veiliger zou zijn dan benzodiazepines of Z-drugs. De meest recente Domus Medica-richtlijn (2018) ontraadt echter het gebruik hiervoor, omwille van de vele bewezen ongewenste effecten op het kortetermijngeheugen, het leerproces, de spiertonus en het evenwicht (1, 8). Bovendien kan trazodon zorgen voor overdreven sedatie overdag, alsook voor ernstige nevenwerkingen, zoals cardiovasculaire events en priapisme. Andere sederende antidepressiva zijn, wegens gebrek aan wetenschappelijk bewijs, niet aangewezen voor de behandeling van insomnia in de eerste lijn. Om dezelfde reden worden antipsychotica (type quetiapine) en sederende antihistaminica niet aangeraden. Enkel difenhydramine heeft in de Belgische bijsluiter insomnia als indicatie, maar er is beperkt bewijs over de effectiviteit bij kortdurend gebruik. Bovendien hebben sederende antihistaminica als nadeel hun anticholinerge effecten en het optreden van slaperigheid en sufheid overdag ('hangover'). Ook kan rebound-slapeloosheid optreden na langdurig gebruik (1, 4).