...

Als apotheker dient u vanzelfsprekend de code van farmaceutische plichtenleer na te leven. De nieuwe versie van die code (die volledig herzien en hernummerd werd), trad trouwens in werking begin dit jaar (en meer bepaald op 1 januari 2020). Indien u een overtreding begaat op één of andere bepaling van deze code, riskeert u dat er een tuchtzaak tegen u wordt gestart. Denk daarbij bv. maar aan het geval dat u de spelregels rond verkopen via internet niet naleeft, dat u zondigt tegen de spelregels rond publiciteit of concurrentie en diens meer. Indien u effectief betrokken raakt in een dergelijk tuchtonderzoek is het van belang volgende aandachtspunten in het oog te houden. In het kader van een tuchtonderzoek dat wordt gevoerd zal men u mogelijks vragen om bv. allerhande documenten bij te brengen. U zal allicht ook worden gehoord waarbij men u allerhande vragen zal stellen omtrent de feiten die ter discussie staan. Waar men vroeger als uitgangpunt vooropstelde dat u loyaal diende mee te werken aan het tuchtonderzoek, is de rechtspraak op dat vlak veranderd. Meer bepaald hebt u nu wat men noemt een 'zwijgrecht'. Dat is gebaseerd op het zogenaamde recht van verdediging dat u hebt. Dat recht houdt namelijk in dat u het recht hebt om zelf de wijze te bepalen waarop u uw verdediging organiseert. Dit zwijgrecht houdt in dat u - als u tuchtrechtelijk vervolgd wordt - niet gedwongen kunt worden om u zelf te 'incrimineren'. U kunt met andere woorden niet gedwongen worden om mee te werken aan de bewijsvoering tegen u in uw eigen tuchtzaak. U kunt ook niet gedwongen worden om te antwoorden op de mondelinge of schriftelijke vragen die de tuchtoverheid u stelt en kunt evenmin gedwongen worden om in te gaan op een verzoek om bepaalde documenten mee te delen. Als u 'zwijgt', mag dat op zich ook niet leiden tot een tuchtsanctie of een verzwaring ervan. Het is dan ook van groot belang om in een tuchtonderzoek goed af te wegen wat u zal meedelen en wat niet. Het is geenszins zo dat het sowieso en steeds beter zou zijn u zonder meer op uw zwijgrecht te beroepen. De procedure die door de tuchtoverheid moet worden gevolgd, wordt in de wet aangegeven. U vindt die terug in het KB nr. 80 van 10 november 1967. Dat geeft ook aan welke tuchtsancties er kunnen worden opgelegd. Meer bepaald gaat het over de waarschuwing, de censuur, de berisping, een schorsing in het recht om het beroep uit te oefenen gedurende een termijn die twee jaar niet mag te boven gaan en een schrapping van de lijst van de orde. Indien de procedure niet correct zou worden gevolgd, dan kunt u dat eventueel in uw voordeel aangrijpen om te zeggen dat er u geen sanctie kan worden opgelegd. Kijk dan ook na of er bv. geen regels van onpartijdigheid werden geschonden en of de juiste meerderheden bij beslissingen wel werden nageleefd. Ook u moet de procedure naleven. Wil u bv. beroep aantekenen tegen een beslissing van de provinciale raad, dan moet u dat tijdig doen. Meer bepaald moet dat gebeuren binnen vijftien vrije dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing. Houdt u zich daar niet aan, dan zal uw beroep allicht onontvankelijk zijn en sowieso niet kunnen worden ingewilligd. Het is niet alleen van belang na te kijken of de juiste procedure wel werd gevolgd (en die ook zelf na te leven). Het is verder ook belangrijk u 'inhoudelijk' te verdedigen. Kijk dan ook na wat men u precies verwijt. Men zal in de documenten die u ontvangt nu eenmaal verduidelijken welke bepalingen uit de plichtenleer u zogenaamd zou hebben geschonden. U dient zich enkel op deze inbreuken te verdedigen en niet 'ruimer' te gaan. Zorg er dan ook voor dat u heel goed weet wat die bepalingen uit de plichtenleer juist inhouden en zoek naar argumenten om te zeggen dat er hoegenaamd geen inbreuk op voorlag. Weet daarbij dat de orde momenteel bezig is een gecommentarieerde code van de plichtenleer op te stellen. Probeer tevens aan 'precedenten' te komen waarin u nagaat hoe eerder door de raad in soortgelijke gevallen werd geoordeeld. Zeker als het gaat om een belangrijke zaak (waar u echt wel een risico loopt op een 'aanzienlijke' sanctie) is het aangewezen om een advocaat onder de arm te nemen. Doe dat tijdig. Laat u begeleiden van zodra u weet dat u in een tuchtzaak bent betrokken. Uw advocaat kan dan samen met u overwegen welke verklaringen u best aflegt in de loop van het onderzoek en hoe u zich verdedigt in de procedure. Maak wel goede afspraken met uw advocaat over hoeveel diens tussenkomst u precies zal kosten. De meeste advocaten zullen hierbij aangeven dat ze tegen een welbepaald uurtarief werken. Vanuit de orde of de raad kan men u overigens niet verbieden om een advocaat onder de arm te nemen. Artikel 24 van het eerder al aangehaalde Koninklijk Besluit van 1967 zegt overigens expliciet dat u het recht hebt om u te laten bijstaan in de tuchtzaak door één of meerdere advocaten.