Als apotheker hebt u een beroepsgeheim dat u dient te respecteren. Maar wat riskeert u precies als u dat beroepsgeheim schendt? En wat kunt u doen als een personeelslid een vertrouwelijkheidsverklaring niet naleeft?
...
Het beroepsgeheim dat op u als apotheker rust, wordt opgenomen in de strafwet en in het KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apotheker. Verder wordt uw beroepsgeheim als apotheker vermeld in de code van de farmaceutische plichtenleer. U schendt uw beroepsgeheim als u spontaan en vrijwillig, wetens en willens, toevertrouwde of waargenomen geheimen bekendmaakt. Op die regel bestaan enkele uitzonderingen, zo bijvoorbeeld als u een getuigenis moet afleggen (dat kan in een strafzaak het geval zijn) of als u zou moeten getuigen voor een parlementaire onderzoekscommissie. U moet er overigens ook voor zorgen dat het beroepsgeheim wordt gerespecteerd door de personen die onder uw toezicht staan. U dient in dat verband uw personeel een zogenaamde vertrouwelijkheidsverklaring te laten ondertekenen. Als u uw beroepsgeheim niet naleeft, riskeert u vooreerst strafrechtelijk te worden vervolgd. Het niet naleven van het beroepsgeheim is namelijk een misdrijf. U loopt dan ook het risico om voor de correctionele rechtbank te moeten verschijnen en daar te worden veroordeeld. Een inbreuk op uw beroepsgeheim kan daarbij worden gestraft met een gevangenisstraf van maar liefst één tot drie jaar en een geldboete van 800 tot 8.000 euro, of met een van die straffen afzonderlijk. In strafzaken geldt er een vermoeden van onschuld. Dat betekent dat het openbaar ministerie (daarbij desgevallend geholpen door de burgerlijke partij) zal moeten bewijzen dat u effectief schuldig bent aan het misdrijf. Opdat u strafrechtelijk zou kunnen worden veroordeeld, moeten er daarbij drie elementen worden bewezen: u maakte een geheim bekend aan derden; het gaat om een geheim dat u toevertrouwd werd in het kader van uw beroep; en de bekendmaking van het geheim is opzettelijk gebeurd. Opdat er sprake zou kunnen zijn van een misdrijf, dient er niet noodzakelijk schade te zijn berokkend aan degene tegenover wie het beroepsgeheim werd geschonden. Het is ook niet vereist dat u de bedoeling had om schade toe te brengen. Indien u effectief strafrechtelijk wordt vervolgd voor het schenden van een beroepsgeheim, is het aangewezen om een gespecialiseerde advocaat onder de arm te nemen om uw belangen te behartigen. Het overtreden van uw beroepsgeheim is daarnaast ook een deontologische inbreuk. U riskeert bij een overtreding een tuchtsanctie op te lopen. Afhankelijk van de ernst en uw voorgaande eventuele tuchtrechtelijke veroordelingen, kan het gaan om een waarschuwing, censuur, berisping, schorsing in het recht om het beroep uit te oefenen gedurende een termijn die twee jaar niet mag te boven gaan, en schrapping van de lijst van de orde. Bij zo'n tuchtrechtelijke procedure gelden er strikte spelregels. Een overtreding daarvan door de tuchtrechtelijke overheid kan in uw voordeel spelen. Bovendien is het ook belangrijk een correct inhoudelijk verweer te voeren, eventueel een beroep te doen op uw zwijgrecht en zelf ook de juiste procedureregels na te leven. Ook hier kan het aangewezen zijn u om te laten bijstaan, en dat van zodra u weet dat er een deontologisch probleem kan rijzen. Vanuit de orde of de raad kan men u overigens niet verbieden om een advocaat onder de arm te nemen. Indien u door het schenden van uw beroepsgeheim aan iemand schade berokkende (denk maar aan de patiënt over wie u allerlei zaken gaat meedelen), dan riskeert u dat die persoon een schadevergoeding van u vraagt. Dat zal in beginsel gebeuren in de strafzaak (doordat de patiënt zich daar burgerlijke partij stelt en een schadevergoeding van u vraagt) dan wel in een procedure voor de burgerlijke rechtbank. De patiënt zal diens schade daarbij wel moeten kunnen bewijzen. Weet overigens dat in België (in tegenstelling tot in bepaalde andere landen) de schadevergoedingen die worden toegekend voor beweerd geleden morele schade eerder beperkt zijn. Het kan ook gebeuren dat een personeelslid van uw apotheek een inbreuk begaat op de vertrouwelijkheidsverklaring die u hem/haar laat ondertekenen. In dat geval kunt u (afhankelijk van de ernst van de inbreuk en de voorgeschiedenis van uw personeelslid) overwegen om die te ontslaan om een dringende reden. Weet dat u dat moet doen binnen de drie werkdagen na de kennisname van de feiten (zaterdag is ook een werkdag) en dat er zeer strikte formele spelregels gelden. Doe dat niet zonder eerst advies te hebben ingewonnen. Een eventuele andere denkpiste bestaat er in uw werknemer een tuchtsanctie op te leggen. Dat kan wel enkel als dat in het arbeidsreglement is voorzien. Als u schade leed door de schending van de vertrouwelijkheidsverklaring door de werknemer, dan kunt u eventueel ook een schadevergoeding vragen. Dat kunt u echter alleen maar doen als er sprake is van bedrog, een zware fout of een herhaalde lichte fout in hoofde van uw werknemer. U zal dan bovendien de door u geleden schade moeten kunnen bewijzen.