...

De Brabantse Pijl had op 15 april de Vlaamse koers moeten worden waaraan Team Novo Nordisk zou deelnemen, maar het coronavirus maakte een einde aan het voorjaarsseizoen. Bij het team, waarvoor alleen renners met diabetes type 1 rijden, is gezond koersen sowieso al een evenwichtsoefening. "We waren daarom al vroeger dan de andere ploegen gestopt met wedstrijden", zegt dr. Peter Lagrou, de Belgische arts van de ploeg. "De kennis en ook de ervaring leert dat onze renners iets vatbaarder zijn voor infecties en dat het bij hen ook wat langer duurt om terug te komen na ziekte of een blessure. Daarom neem ik als arts elke klacht meteen ernstig, ook een verkoudheid, want de kans bestaat altijd dat die kan evolueren naar iets ergers." Hoe komt het dat uw professioneel parcours zo gevarieerd is? U was aanvankelijk apotheker-klinisch bioloog, waarna u sportarts en spoedarts werd.Ik deed mijn stage als apotheker in De Panne bij apothekeres Surmont, een heerlijke dame. Na enkele weken vertelde ze mij wat ik ondertussen ook al wist: 'Je bent ongeschikt voor deze job.' Ik kan niet alle dagen tussen vier muren hetzelfde werk doen , met respect voor wie dat wel kan. Ik specialiseerde mij in de klinische biologie, en later studeerde ik geneeskunde terwijl ik werkte als klinisch bioloog. Ik had altijd interesse in de wetenschap achter sport, daarom combineerde ik daarna de opleidingen master in de sportgeneeskunde met specialisatie acute geneeskunde, dat kon toen nog in twee jaar. Zo kon ik ook werken als spoedarts. Hoe kwam u in het wielrennen terecht?Eerder toevallig. Ik was sportarts van beroepsrenner Andy Cappelle en via hem kreeg ik in 2004 een vraag van zijn ploeg, Chocolade Jacques, waar Jef Braeckevelt en Walter Planckaert sportdirecteur waren. Ze hadden onverwacht een wildcard gekregen voor de Giro d'Italia en ze moesten een arts hebben. Mijn eerste stappen in het profwielrennen en ik zat meteen in een grote ronde! Dat was een schitterende en intense ervaring. Het jaar daarna werd ik gevraagd om ploegarts te worden bij Topsport Vlaanderen. Later kwamen Discovery Channel, Astana, Radioshack, Vacansoleil, Saxo-Tinkoff, Tinkoff-Saxo en Tinkoff. Ik kon werken voor de beste ploegen, met de beste renners ter wereld, zoals Alberto Contador en Peter Sagan. Dat was fantastisch, maar de keerzijde is dat er ook veel stress en jaloezie mee gepaard gaat. Sagan wilde mij meenemen naar Bora Hans Grohe. Hij en zijn manager deden hun uiterste best, maar de ploeg had en heeft een contract met een ziekenhuis, en Peter had al zo veel mensen mee te brengen. Ik kon dat begrijpen. We onderhouden nog altijd de beste relatie. Maar er was natuurlijk ontgoocheling. Na vijftien jaar vond ik het tijd om te stoppen als ploegarts. Ondertussen werkt u vier jaar voor Team Novo Nordisk. Hoe anders is dat?Toen ik het aanbod van Team Novo Nordisk kreeg, heb ik eerst twee keer neen gezegd. Maar ze drongen aan en ik begon mij te verdiepen in de ploeg. Ze wilden weten of je de methodes uit het topwielrennen kunt gebruiken om wielrenners met type 1 naar een hoger niveau te brengen. En dat was een vraag die ik mezelf ook stelde. Konden mijn kennis en ervaring een verschil maken? Die extra dimensie is fascinerend. Dat geeft mij een kick en een voldoening, bijna meer dan de zoveelste overwinning en de stress van het altijd weer te moeten winnen. In het wielrennen bestaat er een 'no needle policy', maar jullie krijgen een TUE, een therapeutische uitzondering, om insuline te kunnen toedienen. Hoe vaak moet dat tijdens de wedstrijd zelf gebeuren?In principe veel minder dan ervoor of erna omdat de spieren als ze werken de glucose uit het bloed opnemen zonder insuline nodig te hebben. Sport is een zeer goede regulator van diabetes juist door de spierwerking. Het verhoogt de insulinegevoeligheid, je hebt veel minder externe insuline nodig. Een van de dingen die ik heb moeten aanleren, is dat de prioriteit nummer een tijdens wedstrijden niet de glucosespiegel is, maar wel dat er vooraf voldoende koolhydraten, onder vorm van hun polymeer glycogeen, in de spieren zitten en dat ze tijdens de wedstrijd voldoende aangevuld worden. Maar de hoeveelheid insuline die tijdens de koers ingespoten moet worden, blijft miniem. Phil Southerland, de CEO van Team Novo Nordisk, is diabeet en begon de ploeg om er meer aandacht voor te krijgen en om vanuit de ervaringen in het profwielrennen anderen te kunnen helpen.De missie van de ploeg is: tonen aan de wereld dat topsport mogelijk is ook met een conditie als type 1 diabetes. Want dat is heel belangrijk: type 1 is geen ziekte, maar een conditie waarmee - mits je het juist aanpakt - alles mogelijk is, ook topsport. Twintig jaar geleden kreeg je te horen dat het gedaan was met topsport als je de diagnose type 1 kreeg. Wij bewijzen dat dit niet waar hoeft te zijn. Niemand zou dit nog te horen mogen krijgen. Met onze ploeg dragen we bij tot een wereldwijde mentaliteitsverandering, zoals onze slogan ook uitdrukt: 'To educate, empower, inspire.' Onze renners zijn topsporters die maar in één ding verschillen van andere en dat is dat ze zelf geen insuline maken. Iedereen in het team is of wordt doordrongen van de specifieke toestand van onze atleten. Wat diabetesmanagement betreft, zitten onze renners bij de top. Jullie prestaties afmeten aan die van andere profteams is eigenlijk onrechtvaardig, want de hoeveelheid talent waaruit jullie kunnen recruteren, is veel kleiner: je moet kunnen koersen én diabetes hebben.Ik krijg in mijn praktijk als sportarts weleens renners op consultatie die moeilijk aan een ploeg 'geraken', en wat jaloers zijn op onze renners, die in hun ogen - en dat is natuurlijk wel zo - door hun conditie 'gemakkelijker' bij ons een profcontract kunnen afsluiten. Wanneer ik dan, als grap natuurlijk, voorstel om hun pancreas te laten wegnemen en er hen de gevolgen bij te laten nemen, willen ze toch niet ruilen ( lacht). We hebben al heel veel mooie ervaringen gehad. Een van de hoogtepunten was toch Milaan-San Remo van vorig jaar, toen we met vier renners gedurende 250 kilometer in de ontsnapping zaten. Op het laatste werden ze natuurlijk ingelopen, maar we konden wel zeggen dat we 1.000 kilometer - vier keer 250 - voorop hadden gereden voor type 1 diabetes in een grote World Tour-klassieker. Bovendien bereikten al onze renners de eindmeet. Dat was enkele jaren geleden ondenkbaar. Ik zat de hele rit achter de kopgroep in de wagen om nauwlettend de glucosespiegels, voeding en hydratatie te monitoren en te sturen. Dat gaf een grote voldoening. En we doen het steeds beter. Het is fantastisch om daar deel van uit te maken.