...

Omdat de wereld steeds vaker overvallen wordt door virale infecties die zich snel verspreiden, wil het team van de Deense infectioloog Petter Andersen zich tegen een breder spectrum van virussen wapenen dan alleen SARS-CoV2. Andersen en medewerkers stappen daarom af van de klassieke werkwijze waarbij men tegen één virus één molecule ontwikkelt, zo melden ze in International Journal of Infectious Diseases.Al 50 jaar weet men dat sommige middelen actief zijn tegen meer dan één virus. Men noemt ze BSAA's (breedspectrum antivirale agentia). Het concept ontsproot aan het besef dat verschillende virussoorten gemeenschappelijke mechanismen gebruiken om zich in de gastheercel te vermenigvuldigen. De belangstelling voor dit domein bleef lange tijd beperkt, maar ervaringen met grote epidemieën zoals ebola, zika, Mexicaanse griep, MERS en nu COVID-19 wakkeren het enthousiasme opnieuw aan.Bovendien zijn in recente jaren een hele reeks nieuwe moleculen ter beschikking gekomen, wat het onderzoek vruchtbaarder en boeiender maakt. Een derde factor is de groeiende aandacht voor herbestemming van geneesmiddelen die al in gebruik zijn (drug repurposing). Onderzoek toont aan dat sommige moleculen kunnen worden ingezet in indicaties die soms weinig verwantschap vertonen met de therapeutische doelstelling waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren. Het voordeel van herbestemming is dat men tijd kan kopen: een hele reeks stappen die deel uitmaken van het normale ontwikkelingsproces van geneesmiddelen, zijn al eerder gezet.Andersen et al. maakten een overzicht van wat men weet over het effect 119 moleculen (met bewezen veiligheid) op 86 virussoorten. Een schema met de antivirale activiteit van iedere molecule is beschikbaar in een gratis toegankelijke gegevensbank (https://drugvirus.info/). De onderzochte moleculen omvatten klassieke antivirale middelen, maar ook antibiotica en antiparasitaire medicatie. Bovendien treft men in de reeks middelen aan die worden gebruikt tegen diverse niet-infectieuze aandoeningen, zoals hartziekten, diabetes, hypercholesterolemie, inflammatie en kanker.Met een aantal van die middelen lopen momenteel al klinische studies rond de behandeling van virusinfecties. Voor de behandeling van COVID-19 zijn 31 kandidaat-moleculen geïdentificeerd. Recentelijk is klinisch onderzoek opgestart met lopinavir, ritonavir en remdesivir bij COVID-19. De eerste twee zijn antiretrovirale middelen, die worden gebruikt bij de behandeling van de hiv-infectie.Al in januari hadden Chinese gezondheidsoverheden aanbevolen gehospitaliseerde patiënten te behandelen met een combinatie van lopinavir/ritonavir en alfa-interferon. Het onderliggende idee is dat deze antiretrovirale middelen een protease van SARS-CoV2 zouden remmen, wat ook de basis van hun effect op het hiv vormt. Eric De Clercq, onderzoeker aan het Riga Instituut in Leuven, heeft er eind februari in een interview met Nature Biotechnology zijn twijfels bij: hij denkt dat de combinatie alleen efficiënt inwerkt op het hiv-protease. Remdesivir is een breedspectrum, experimenteel antiviraal middel, dat oorspronkelijk werd ontwikkeld om ebola te behandelen, maar faalde. Verschillende experts beschouwen het als een kanshebber bij COVID-19. BSAA's zijn kleine moleculen. Voor de behandeling van COVID-19 vestigen onderzoekers daarnaast hun hoop op intraveneuze globulines van mensen die van de infectie genezen zijn, alsook op monoklonale antilichamen.