Afvallen is niet alleen een kwestie van wilskracht. Willen we patiënten met overgewicht effectief behandelen en stigmatisering voorkomen, dan is het essentieel om inzicht te krijgen in de dynamiek van complexe mechanismen die gewichtstoename en -verlies bepalen.
...
Het is een heel belangrijke problematiek: onze patiënten verliezen gewicht, maar ze komen allemaal weer aan. "Vaak denken we aan een gebrek aan wilskracht, maar dat klopt niet. Het is onze fysiologie die ons parten speelt", benadrukt professor Jean-Paul Thissen (afdeling Endocrinologie, UCLouvain).(1)"Studies tonen aan dat 10 tot 15% van de mensen erin slaagt om af te vallen en dit gewicht ook vast te houden. De meeste mensen met overgewicht worden terug zwaarder na het stoppen met niet-chirurgische behandelingen, maar ook na bariatrische chirurgie. Ook semaglutide, een GLP-1-receptoragonist, kan dit jojo-effect niet voorkomen. "Volgens het BCFI is deze behandeling daarom nutteloos bij patiënten met overgewicht. Dit is complete onzin! Kent u een behandeling voor hoge bloeddruk of hypercholesterolemie waarbij, als met de medicatie wordt gestopt, de bloeddruk of cholesterolwaarden normaal blijven?", protesteert hij. Hoe komt het dat patiënten die hun normale dieet terug opnemen toch hun gewicht niet weten te behouden, ondanks hun inspanningen? Er zijn veel redenen: het hervatten van de voedselinname, de stimulatie van verschillende hormonen, het basismetabolisme dat vertraagt.... In een artikel in NEJM(2) over de mythes rond obesitas leggen Casazza et al. uit dat ongeveer twee derde van de mensen die afvallen het volgende jaar weer aankomen en dat bijna iedereen binnen de vijf jaar weer op zijn oorspronkelijke gewicht zit. "Het is al moeilijk genoeg om gewicht te verliezen met een dieet, maar om dit vast te houden moet de patiënt zich nog meer inspannen. Wijzen op een gebrek aan wilskracht is te simpel. De reden waarom de meeste mensen na een succesvol gewichtsverlies terugkeren naar hun oorspronkelijke gewicht is grotendeels toe te schrijven aan gecoördineerde acties als gevolg van veranderingen: metabole, neuro-endocriene, autonome en gedragsveranderingen die zich verzetten tegen het behoud van het verminderde lichaamsgewicht." "Patiënten die een dieet volgen om af te vallen zien hun lichaamsvet afnemen", legt professor Thissen uit. Het is duidelijk dat ze, om af te vallen, hun energie-inname hebben moeten verlagen, maar in reactie daarop is hun energieverbruik gedaald. Wanneer beide weer in evenwicht komen, daalt het gewicht niet meer. Onderzoekers(3) hebben berekend dat voor elke kilo gewichtsverlies het calorieverbruik met ongeveer 25 kcal/dag afneemt, terwijl de eetlust met ongeveer 95 kcal/dag toeneemt, vergeleken met de basisniveaus van vóór het gewichtsverlies." "Anders gezegd: bent u eenmaal afgevallen, dan doet uw lichaam er alles aan om u terug zwaarder te maken: het basismetabolisme vertraagt, orexigene hormonen worden verhoogd en anorexigene hormonen afgeremd. Hoe die moleculaire mechanismen juist werken weten we niet goed." De cyclus van het herwinnen van gewicht werd geïllustreerd door Flanagan et al.(4): de hedonische (beloning, smaak van voedsel, beperkingen) en homeostatische (leptine, GLP-1, insuline...) mechanismen in de hersenen werken samen om de energiebalans te reguleren en het eetgedrag te bepalen. In een obesogene omgeving worden deze mechanismen aangetast, wat leidt tot een toename van het lichaamsgewicht en het tegenwerken van het behoud van een lager gewicht. "Als ze willen afvallen", zegt professor Thissen, "worden patiënten beloond door het cijfer op de weegschaal te zien dalen. Maar als ze eenmaal kilo's zijn afgevallen wordt het veel moeilijker, want er is geen aanmoediging meer, de weegschaal beweegt niet en toch doen ze dezelfde inspanningen om op hun gewicht te blijven." Jean-Paul Thissen vat zijn boodschap samen in drie kernpunten: "Bent u een aantal kilo's afgevallen en wilt u dat zo houden, dan betekent dit uw energie-inname continu verminderen en uw lichamelijke activiteit verhogen, waarschijnlijk levenslang. De factoren die het behoud van het gewicht op lange termijn bepalen zijn anders dan bij het afvallen: bepaalde genetische factoren zouden een rol kunnen spelen bij het afvallen en andere bij het behouden van het gewicht. Tenslotte en uiterst belangrijk: obesitas is een chronische ziekte die een behandeling op lange termijn vereist. Voorkomen is gemakkelijk, maar de behandeling blijft erg moeilijk. Dit maakt deel uit van het stigma dat aan deze patiënten kleeft." "Realistische verwachtingen koesteren wat betreft gewichtsverlies en een duurzame gedragsverandering zijn essentieel om teleurstellingen te voorkomen. En het herwinnen van gewicht (terugval) moeten we niet als een mislukking beschouwen, maar eerder als een voorspelbaar gevolg van het behandelen van een chronisch en complex probleem als obesitas", zo concludeerden Casazza et al. in NEJM.(2) In Louvain Médical(5) benadrukt dr. Frédéric Thys (UCLouvain) ook de rol van zorgverleners: "Het kan ons vooruithelpen om te luisteren naar de ervaringen van de patiënten en deze naar waarde te schatten, om zo de simplistische benaderingen die hen vooral aanmoedigen om minder te eten en meer te bewegen te overstijgen. We kunnen dan samen met de betrokkenen op zoek te gaan naar de diepe wortels van deze obesitas. (...) We moeten begrijpen dat deze patiënten interventies op een gepersonaliseerd niveau nodig hebben, waaronder voedingstherapie, lichaamsbeweging, psychotherapeutische benaderingen, farmacotherapie en chirurgie, en dit alles in een gecoördineerd samenwerkingsverband met realistische en haalbare verwachtingen en doelen waaraan ze kunnen deelnemen zonder de angst of stigmatisering omwille van hun zwaarlijvigheid."