Een startersversie van Alivia zou zo goed als klaar zijn. De twee 'consortia' die het Vlaamse digitale zorgplan in de eerste helft van 2024 mogen proefdraaien bereiden zich voor om elk in het najaar een twintigtal patiënten te selecteren.
...
Het Departement Zorg - opvolger van Zorg en Gezondheid - publiceert met regelmaat een interview om over de voortgang van het project rond het digitale zorg- en ondersteuningsplan te rapporteren. Het DZOP is een van de projecten voor de hervorming van de eerste lijn die toenmalig WVG-minister Jo Vandeurzen in 2017 heeft opgestart.Deze maand kwamen twee mensen van Digitaal Vlaanderen aan het woord die de ontwikkeling van de toepassing door DXC-CEGEKA opvolgen en begeleiden.Alivia is het Vlaamse project om geïntegreerde zorg digitaal te ondersteunen. In Alivia kan de persoon met een complexe zorgbehoefte zijn zorgteam samenstellen en aangeven wat voor hem vooral belangrijk is in het leven - de dingen die hij wil blijven kunnen doen. De professionals uit het zorgteam kunnen dan in Alivia de zorg verder plannen - de zorgvraag van de patiënt vertalen in zorgdoelen, de zorgtaken verdelen, boodschappen uitwisselen.De bedoeling is dat het uiteindelijke eindproduct rijk zal zijn in functionaliteit. Interfaces (API) moeten het mogelijk maken dat de zorgverlener vanuit zijn eigen software met Alivia kan communiceren. Er komen connecties met Belrai, de sociale kaart, de ZorgAtlas (voor rapportering),.... Bij het formuleren van levensdoelen zal de patiënt gebruik kunnen maken van een 'doelzoeker'.Maar in het begin zal gewerkt worden met een Minimal Viable Product - een toepassing met de basisfunctionaliteit. Daar werd al begin juni een demo van gegeven.ProefprojectenBegin 2024 zullen twee groepen van patiënten - een in Zuid-West-Vlaanderen en een in Antwerpen - Alivia kunnen gebruiken om de zorgteams samen te brengen die hen gerichte zorg op maat leveren. Die zorgteams worden breed opgevat. Ook de buurman of -vrouw die geregeld bijspringt kan lid zijn van het zorgteam, bijvoorbeeld.Om het werken met Alivia uit te testen werden in de twee regio's consortia gevormd met huisartsenpraktijken, diensten voor thuisverpleegkunde en voor gezinszorg, diensten voor maatschappelijk werk en vertegenwoordigers van de patiënten en van de mantelzorg. Ook het palliatieve netwerk is er bij betrokken. Naast mensen die in het algemeen complexe chronische zorg behoeven zullen voor het proefproject ook specifiek palliatieve patiënten gevraagd worden deel te nemen. Telkens moeten een twintigtal patiënten worden gevonden die Alivia actief willen uitproberen. Elke consortium zal begeleid worden door het coach. In Zuid-West-Vlaanderen is dat iemand van De Brug - een samenwerkingsverband voor geïntegreerde zorg. Voor het tweede proefproject staat de Universitaire Medische Campus Antwerpen in voor de coaching.Voor elk zes maanden durende proefproject trok minister Hilde Crevits 185.000 euro uit. Zorgverleners krijgen een vergoeding voor hun deelname aan de evaluatie. De evaluatie omvat niet alleen de werking van het digitale tool, maar ook de impact op de organisatie van de zorg en de manier van werken.Ondertussen werkt men ook de wetteksten af om het gebruik van Alivia op grote schaal mogelijk te maken en te omkaderen - voortbouwend op het Eerstelijnsdecreet uit 2018. Daar zou het Vlaamse Parlement zich in het voorjaar 2024 kunnen over buigen. Dat betreft dan onder meer de vergoeding voor een eventuele zorgcoördinator als die de patiënt moet bijstaan, of in zeer complexe gevallen een case manager.Aan de hand van de resultaten van de proefprojecten kan de basisversie van Alivia dan verder worden uitgewerkt en in 2024-2025 verder worden 'uitgerold' - zoals dat heet. "Alivia maakt de werking tussen zorgverleners onderling transparanter", merkt de huidige opvolger van Jo Vandeurzen, CD&V-minister Hilde Crevits op. Voor haar is de toepassing een belangrijke stap in de verdere uitbouw van een geïntegreerde zorg in Vlaanderen.