...

Als de overheid niet naar ons komt, dan moeten wij maar naar de overheid gaan." Het was een scherpe Leo Neels - algemeen directeur van pharma.be - die zich vorige dinsdag tot het in grote getale aanwezige publiek richtte. Noch minister Laurette Onkelinx, die 'the Belgian Pharmaceutical Conference' zou openen, noch minister Elio di Rupo, die de Galenusprijs zou overhandigen, kwamen opdagen en voor Leo Neels was dit een teken aan de wand. Het gaat immers niet goed met het klinisch onderzoek in België. Waar men de achteruitgang in het klinisch onderzoek in ons land aanvankelijk rustig onder ogen leek te zien, is het nu alle hens aan dek. Tot nog toe had België maar liefst 9 procent van de klinische studies in Europa onder zijn vlag. Kwalitatief en kwantitatief hoogstaande onderzoekers en onderzoekscentra, veel bedrijven en meewerkende patiënten waren ons deel. Maar China, India, Zuid-Amerika en steeds meer de Oost-Europese landen wringen zich hun weg in de wereld van de klinische studies. Ze beschikken over grote patiëntpopulaties en ze kunnen de kosten relatief laag houden. Zo kost een studie in India de helft van een identieke studie in de VS. Fase 3 "Het gaat daarbij vooral om de fase 3-studies", zegt Ingrid Maes. "Die gaat in grote patiëntenpopulaties na of het nieuwe geneesmiddel voor een bepaalde indicatie het gewenste effect sorteert." "Maar die studies zijn noodzakelijk voor ons land", zegt Leo Neels. "Het zijn die studies die onze patiënten zeer snel toegang geven tot nieuwe geneesmiddelen. Maar het is ook economisch belangrijk dat we onze positie blijven behouden, zeker naar jobcreatie toe. Twee jaar geleden is die gestopt. Wij kunnen geen jobs meer creëren in de R&D. Dat is alarmerend. We verliezen protocols. Dat heeft te maken met de patiënt maar het zegt ook iets over de staat van het land. En we zullen wel zelf naar de overheid gaan als die niet naar ons wil komen." Oplossingen Er zijn oplossingen, maar die vragen wat aanpassingen. Zo is er nood aan administratieve vereenvoudiging. Een procedure met één enkel startpunt zou al een goed begin zijn. Maar er is ook het feit dat we een klein land zijn en we eigenlijk één platform zouden moeten hebben waar er wordt samengewerkt tussen ziekenhuizen en farmabedrijven. De onderzoekers smeken dan ook bijna om computergestuurde patiëntenregisters die aangeven waar men mensen kan vinden met een bepaalde aandoening. Wetenschappers zouden zich bovendien moeten verenigen in expertnetwerken. Nu is er te veel versnippering en te weinig overleg. En last but not least: zowel artsen als patiënten moeten benaderd worden. Het klinisch onderzoek moet gedemystifieerd worden, de arts gemotiveerd en de patiënt moet vertrouwen krijgen. Kortom: het is niet vijf voor twaalf, maar vijf minuten na twaalf.