...

Eerst even alles op een rijtje. Er moet bespaard worden. Veel bespaard, ook in de gezondheidszorg. Maar, zo beloofde de overheid bij hoog en bij laag, die besparing zou niet gebeuren op de kap van de patiënt. Die zou niet voelen dat de riem wordt aangespannen. Over de hoofden van alle betrokkenen heen zijn er ondertussen een aantal beslissingen genomen die, hoe dan ook, consequenties zullen hebben. Antibiotica of antimycotica: 1 maart Sinds begin deze maand mag de apotheker bij een merkvoorschrift voor antibiotica of antimycotica substitueren. Hij moét niet. Hij is bovendien ook niet verplicht om, in het geval van substitutie, het goedkoopste middel af te leveren. Als de (tand)arts echter op zijn voorschrift duidelijk 'Niet substitueren' aanduidt, moet de apotheker het voorschrift op de letter volgen. De artsen moeten wel de reden van hun bezwaar in het GMD opnemen en het Riziv zal profielen opmaken van het 'verzetpercentage' per arts en controleren bij 'overmatig gebruik' van deze uitzonderingsmaatregel. Antibiotica of antimycotica: 1 april De apotheker heeft geen keuze meer. Als hij een voorschrift voor een antibioticum of een antimycoticum krijgt, dan moét hij substitueren, ook als er niet op stofnaam is voorgeschreven. Zijn keuze is beperkt tot de lijst van 'goedkoopste geneesmiddelen', met een publieksprijs die niet hoger mag liggen dan 5 procent boven de goedkoopste specialiteit. Hij moet echter wel drie keuzemogelijkheden hebben, ook al is het verschil meer dan 5 procent. Antibiotica of antimyotica: 1 juni De apotheker moet nog maximaal twee keuzemogelijkheden hebben. Geneesmiddelen die hier buiten vallen, worden niet terugbetaald, tenzij de (tand)arts zeer duidelijk 'niet substitueren' heeft vermeld. Als het voorschrift als VOS is opgemaakt, dan krijgt de apotheker het aanvullende VOS-honorarium. Substitueert hij een voorschrift op merknaam, dan krijgt hij het aanvullend honorarium niet. VOS: 1 april Vanaf 1 april moét de apotheker bij VOS een geneesmiddel afleveren dat hoogstens 5 procent duurder is dan de goedkoopste specialiteit. Hij moet echter ook minstens drie keuzemogelijkheden hebben (ook als het tweede goedkoopste meer dan 5 procent afwijkt van het goedkoopste). De apotheker vinkt 'VOS' en krijgt het aanvullend honorarium. Geneesmiddelen die hier buiten vallen, zijn niet terugbetaald. VOS: 1 juni Het aantal keuzemogelijkheden voor de apotheker wordt beperkt tot twee. Wat is goedkoopst? Het Riziv deelt de specialiteiten in clusters op. Dat gebeurt op basis van de molecule, de sterkte en de verpakkingsgrootte. De apotheker krijgt de lijsten 6 weken voor datum.