Liters inkt is er intussen al gevloeid over het befaamde elektronische voorschrift. Maar dit najaar komt die digitale toekomst ook echt in zicht. Twee groepen artsen en apothekers, een in Vlaanderen en een in Wallonië, gaan Recip-e - zoals het project officieel heet - vanaf dit najaar in de praktijk uittesten. Zij moeten het systeem mee helpen finetunen, zodat het vanaf 2013 ook nationaal van start kan gaan. Vandaag blikken we terug op hoe het allemaal begon.
...
Professor Medische Informatica Marc Nyssen (VUB), die het hele project begeleidt, maakt een stand van zaken op: "De dag dat artsen medicatie, maar ook behandelingen of andere zorgen voor hun patiënten, elektronisch gaan voorschrijven, komt stilaan dichterbij. We lopen momenteel zelfs twee maanden voor op het originele schema." Fictieve casussen Dankzij financiering door het verzekeringscomité van het Riziv, kon in 2009 een pilootproject genaamd Recip-e echt uit de startblokken schieten. De gelijknamige vzw die het project leidt, wordt aangestuurd door vertegenwoordigers van de belangrijkste groeperingen van zorgverstrekkers onder wie artsen, apothekers, tandartsen, kinesisten en verpleegkundigen. De doelstelling van dit unieke proefproject was om een nationaal systeem op poten te zetten voor het elektronische voorschrift. Deze nieuwe toepassing mag zich niet beperken tot farmaceutische voorschriften. Daarmee zal in eerste instantie wel gestart worden maar nadien moeten andere zorgvoorschriften zoals voor de kinesist, de verpleegkundige of de klinische bioloog, zo snel mogelijk volgen. Minder fouten, vlottere uitwisseling Het e-voorschrift is bedoeld om het leven van zowel artsen, apothekers als patiënten te vergemakkelijken. De verwachtingen van alle betrokken partijen zijn hooggespannen. Deze manier van werken moet sowieso al een einde stellen aan de klassieke problemen met schrijf- en leesfouten bij het behandelen van de voorschriften. Ook fouten bij het bepalen van de posologie, moeten hierdoor afnemen. Als de voorschrijvende arts een geneesmiddel invoert, krijgt hij automatisch de posologie uit de bijsluiter te zien. Die kan hij dan behouden of aanpassen volgens de nood van de patiënt. Het is ook de bedoeling dat herhaalvoorschriften door de arts maar één keer moeten worden ingetikt, waarna de computer die op gepaste tijdstippen zelf doorgeeft. 'Eerstelijn' haalt in Het geloof in het project is de jongste jaren opvallend gegroeid. Verschillende artsen en apothekers gaven in de media te kennen dat ze als 'eerstelijn' op het vlak van informatisering wat in te halen hebben tegenover de ziekenhuizen. Daar is de IT-evolutie de jongste tijd op verschillende plaatsen in een stroomversnelling gekomen, maar de setting is natuurlijk anders.