...

Een deel van zijn eigen lichaam geven... er is bijna geen grotere en meer onbaatzuchtige gift. In 2009 werden er 74 procedures met levende donoren in ons land uitgevoerd, in 52 gevallen ging het om een gift tussen bloedverwanten, in 22 gevallen was er geen bloedverwantschap tussen donor en acceptor. Naast mama's, papa's, broers en zussen waren er ook 7 zonen of dochters, twee ooms, 1 neef of nicht, 1 kozijn en 1 grootouder die een nier of een stuk lever gaven. Bij de niet-verwante donoren ging het bij 16 van de 22 giften om de partner, 3 keer een familielid zonder bloedband, 1 niet-verwante gift en 2 domino's (uitwisseling tussen patiënten). Catherine Fonck (cdH) had de cijfers aan minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx opgevraagd. Zij wilde graag weten hoe de verhouding levende-overleden donoren was. België kampt met een stagnerend tot licht dalend aantal donoren. Dat is, volgens Onkelinx, te wijten aan de vergrijzing, het veiliger verkeer en de evolutie van de geneeskunde. Het aantal levende donoren is bijna verwaarloosbaar, maar toch niet onbelangrijk. Het aantal levende donoren zou het potentieel aan beschikbare organen aanzienlijk kunnen doen toenemen, maar de procedures voor de levende donor kunnen niet onbelangrijke medische, beroepsmatige, sociale en financiële gevolgen hebben. De levende donor moet dan ook maximaal beschermd worden.