...

Het traject is ontwikkeld als reactie op het aantal patiënten dat jaarlijks in het ziekenhuis overlijdt ten gevolge van fout geneesmiddelengebruik. In Nederland worden jaarlijks zowat 19.000 mensen na foutieve innames gehospitaliseerd. 1.250 van hen overlijden ten gevolge van de medicatiefout. Vier jaar geleden startte de overheid met het verbetertraject. Vorig jaar was polyfarmacie een hoofdthema en 31 teams uit 19 zorgorganisaties namen eraan deel. Met 'polyfarmacie' bedoelt men patiënten die vijf of meer geneesmiddelen tegelijkertijd gebruiken. De kans op interacties en bijwerkingen stijgt echter met het toenemen van het aantal gebruikte medicijnen. Hoe meer geneesmiddelen iemand neemt, hoe moeilijker het is om medicatiefouten te vermijden. Een goede samenwerking tussen de verschillende betrokkenen (artsen, apothekers en zorgverleners) is daarom noodzakelijk. Elk zijn eigen rol Bij het verbetertraject is de rol van elk van de actoren nauwkeurig omschreven. Zo is de apotheker verantwoordelijk voor de farmaceutische zorg en controleert hij de medicatie, de toedieningsvorm en de dosering. De huisarts is dan weer verantwoordelijk voor een goed voorschrijfbeleid en de medewerker van de zorginstelling gaat na wat de specifieke medicatieproblemen zijn die de cliënt ondervindt. Tijdens een vergadering met zowel apotheker, arts als medewerker (twee keer per jaar voor zorginstellingen, een keer per jaar in andere gevallen) wordt nagegaan hoe de medicatie kan aangepast worden zodat de patiënt gemakkelijker de therapie kan volgen. Daling Het verbetertraject heeft nu aangetoond dat die goede samenwerking onmiddellijk resultaat heeft. Het aantal medicatiefouten is met 48 procent gedaald. Dat kwam gedeeltelijk door die samenwerking, maar ook omdat de organisaties geleerd hebben om ook rekening te houden met de voorkeuren van de patiënt.