...

Astma is een van de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen. Volgens de jongste cijfers (2019) heeft 7,5 tot 10 procent van de Belgische kinderen een vorm van astma, zegt Luna Antonino. Zij bereidt aan de Universiteit Antwerpen een doctoraat over 'Astma en therapietrouw bij kinderen in regio Antwerpen' voor. De prevalentie van astma stijgt bovendien. Daarvoor zijn verschillende mogelijke oorzaken, vertelt Luna Antonino. "De precieze oorzaak van astma is niet bekend, maar erfelijkheid speelt zeker een rol. Als een van de ouders astma heeft, is er 50 procent kans dat het kind astma zal hebben. Gekende risicofactoren zijn ondermeer blootstelling aan sigarettenrook en aan allergenen zoals huisstofmijt of pollen. Recente studies leggen ook een link met obesitas; kinderen met overgewicht hebben ook vaker ongecontroleerde aanvallen. Een laatste, niet te onderschatten factor is luchtvervuiling: in regio's met slechte luchtkwaliteit komt astma meer voor." Uit recent onderzoek door Hanna Creese (School of Public Health, Imperial College London) blijkt dat kinderen die in armoede opgroeien tot 70% meer kans lopen om astma te ontwikkelen. In Vlaanderen verkeren 10,8% van de kinderen in die situatie, in Antwerpen zelfs 14,6%. "Kinderen in armoede worden vaak blootgesteld aan meerdere risicofactoren", legt Luna Antonino uit. "Denk aan vochtproblemen in de woning, de aanwezigheid van meerdere huisdieren, veel personen op een kleine oppervlakte, de manier van verwarmen, slechte ventilatie. Vaak wonen ze in een straat met veel verkeer en een slechte luchtkwaliteit. De woonkwaliteit verbeteren is niet altijd mogelijk, omdat het over huurwoningen gaat. Tijdens de zwangerschap worden de moeders vaak niet opgevolgd of ze blijven roken. De stap naar gespecialiseerde zorg of een ziekenhuis is voor deze gezinnen erg groot - soms om heel praktische redenen, zoals dat ze opvang moeten vinden voor hun andere kinderen. En het ontbreekt soms ook aan ziekte-inzicht: astma wordt niet herkend of ernstig genomen." De behandeling van astma bestaat vooral uit preventie en langetermijncontrole van de ziekte. "De aanpak is verschillend voor elke patiënt, en focust vooral op het onder controle houden van symptomen, en het verminderen van het risico op opstoten door bepaalde triggers te vermijden", zegt Luna Antonino. "De medicamenteuze behandeling bestaat uit enerzijds controlemedicatie die het risico op een opstoot verlaagt, en anderzijds quick relief-medicatie om symptomen snel te verlichten." Voor haar doctoraat onderzocht Antonino kinderen die met een astma-opstoot op de afdeling spoedgevallen belanden. Daar zijn nog verbeteringen mogelijk. "Uit de literatuur blijkt dat het heel belangrijk is dat zij binnen het eerste uur corticosteroïden toegediend krijgen. In de praktijk gebeurt dat vaak pas veel later, wat gevolgen kan hebben voor het verdere verloop." Het Antwerps Pediatrisch Astma Netwerk, een samenwerking tussen de pediatrische afdelingen van Antwerpse ziekenhuizen, wil de aanpak van astma bij kinderen verbeteren. "We willen het zorgnetwerk rond de kinderen uitbreiden, zodat de zorg toegankelijker wordt en op alle echelons dezelfde kwaliteit gewaarborgd wordt", zegt Prof. Kim Van Hoorebeeck, pneumoloog bij UZA en promotor van Luna Antonino. "Een heel belangrijk aspect van Luna's doctoraatsonderzoek is de educatie naar alle betrokken zorgverleners: de huisarts, de kinderarts maar ook de apothekers die de medicatie afleveren." Bij de behandeling van een chronische ziekte als astma is therapietrouw heel belangrijk. Bij kinderen ligt dat moeilijk, omdat vooral jongere kinderen zelf de verantwoordelijkheid over hun behandeling nog niet kunnen opnemen. Daarom is het belangrijk om hen zelf te bevragen, zegt Luna Antonino. "Laat hen zelf vertellen hoe en hoe vaak ze hun medicatie gebruiken, laat hen voordoen hoe ze hun puffer gebruiken. We zien dat ook educatie alleen weinig effect heeft als het niet gecombineerd wordt met gedragsinterventie. Zorg voor een duidelijk therapieschema gekoppeld aan dagelijkse routines uit hun leven." "De apotheker is daarbij de liaison tussen patiënt en arts", vult Kim Van Hoorebeeck aan. "De apotheker kan bepaalde zaken vaak heel snel oppikken. Dat patiënten voornamelijk noodmedicatie en minder onderhoudsmedicatie kopen, is een heel belangrijk signaal: de behandeling van astma is immers gebaseerd op een goede onderhoudsbehandeling zodat je noodtherapie zo veel mogelijk kunt vermijden. Zoiets zou een apotheker kunnen signaleren. Voor de moeilijker te bereiken patiënten werken we nu al samen met apothekers om zo de kwaliteit van de zorg te verbeteren."