Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft samen met het Riziv en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) de performantie van het Belgische gezondheidssysteem bestudeerd. Daaruit blijkt dat er heel wat positieve elementen zijn, maar dat er ook aandacht moet zijn voor verbetering.
...
Het rapport is erg uitgebreid. Daarom is het vooral nuttig om de kernpunten naar voor te halen. De resultaten van de studie werden bovendien vergeleken met de resultaten van 14 andere landen. Levensverwachting De levensverwachting van de Belg is iets lager in vergelijking met de andere landen, maar als het gaat om de gezonde levensverwachting - de jaren na een bepaalde leeftijd zonder activiteitsbeperking op lange termijn -, dan scoort ons land gemiddeld. Idem voor de zuigelingensterfte. De Belg heeft wel een positieve perceptie van zijn gezondheid en beschouwt die, meer dan in andere landen, als 'goed'. Financieel De Belg is bezorgd om de financiële toegankelijkheid van de zorg. De persoonlijke uitgaven van de patiënt liggen hoog, ondanks dat de overheid heel wat inspanningen doet om de gezondheidszorg toegankelijk te maken (Omnio, maximumfactuur, Bijzonder Solidariteitsfonds). Preventie is goed of slecht, afhankelijk over welke preventie het gaat. Kankerscreening is relatief laag, maar is afhankelijk van sociale en regionale parameters. Kinderen zijn wel goed gevaccineerd, ouderen (tegen griep) scoren lager. In de studie had men willen nagaan hoe de verhouding is tussen het aanbod gezondheidspersoneel en de behoefte, maar er waren te weinig objectieve cijfers over de werkelijke behoeften voorhanden om een juist beeld te krijgen. Kwaliteit van de zorg Wie de diagnose van kanker krijgt, heeft in België goede overlevingskansen. Dat is anders als het gaat om geestelijke gezondheidszorg, waar België het tweede hoogste aantal zelfdodingen in heel Europa heeft, maar ook hier zien we sterke regionale verschillen. België valt ook op wanneer we kijken naar het aantal mensen dat gedwongen in de psychiatrie wordt opgenomen. Dat percentage is opvallend hoog en blijft ook nog stijgen. Preventieve zorg is nodig, maar wordt niet altijd even efficiënt toegepast. Zo maakt het rapport melding van een hoog en nog stijgend percentage van borstkankerscreening buiten de doelgroepen. De Europese richtlijnen ivm antibiotica en diabetes worden ook slecht opgevolgd en er is het stijgend percentage keizersneden. Het aantal patiënten met doorligwonden neemt ook toe. Het GMD is een goed initiatief, maar kent nog te weinig opvolging. De Belg kiest er ook meer en meer voor om in zijn eigen woonplaats te sterven. In het rapport staat dan ook dat dit opvolging verdient. Doeltreffendheid Op dat gebied is het rapport lovender. Steeds meer goedkope geneesmiddelen worden voorgeschreven, steeds meer patiënten worden op daghospitalisatie geholpen en de verblijfsduur in het ziekenhuis voor een normale bevalling daalt. Maar er is ook verspilling (zie eerder). Vergrijzing De bevolking vergrijst, maar vooral de huisartsen vergrijzen. Het rapport voorziet problemen in het aanbod al geeft ze zelf toe dat ze geen betrouwbaar zicht heeft op de behoefte-aanbod balans in ons land. Sociale status Het beeld dat het rapport ophangt, is onvolledig omdat bepaalde gegevens ontbreken. Maar het mag duidelijk zijn dat de financiering van de zorg niet meer gelijk oploopt en dat dit een evolutie is naar minder billijkheid. Bij bepaalde gezondheids/ levensstijlindicatoren zijn er grote regionale/sociale ongelijkheden. Dat is het geval bij obesitas/overgewicht, de dalende tabaksconsumptie en idem voor de consumptie van groenten en fruit. Ook bij de sociale steun zijn er grote sociale en regionale verschillen, iets wat vooral de ouderen zorgen baart.www.kce.be