...

Naomi Zammattio is gezinswetenschapper en ervaringsdeskundige als mama van een dochter met ARFID (afkorting van avoidant/restrictive food intake disorder). ARFID staat als eetstoornis opgenomen in de DSM-V. "Als een kind bij de dokter komt, kunnen een aantal alarmsignalen wijzen op ARFID, namelijk voedingsdeficiëntie, afwijkingen in de groei, noodzaak tot bijvoeding of sondevoeding, onder- maar ook overgewicht. Kinderen met ARFID eten heel selectief, dus dat kunnen bijvoorbeeld ook alleen frietjes of gefrituurde kip zijn. In dat geval neemt hun gewicht wel toe", zegt Naomi Zammattio. "Ook het psychosociale aspect vraagt aandacht. Zowel de kinderen als de ouders lijden hieronder. Zo kan er veel angst ontstaan om naar een verjaardagsfeestje te gaan of om te logeren bij andere kinderen, omdat ze niet weten wat ze voorgeschoteld zullen krijgen." Het onderscheid tussen een voorbijgaande fase in de normale eetontwikkeling, een ernstig eetprobleem of zelfs een eetstoornis kan niet altijd eenvoudig gemaakt worden. "Het gaat om een dunne lijn. Omdat heel wat ouders zorgen hebben - 1 op 4 ouders is ongerust over het eetgedrag van hun kind - probeer ik in mijn praktijk alle ouders te woord te staan, zodanig dat ze met een aantal tips & tricks aan de slag kunnen en er geen escalatie komt. Bij bepaalde kinderen zal het probleem toch uitmonden in een eetstoornis, maar een aantal kinderen en gezinnen kan ik hier ook al mee helpen." Preventieve gezinsondersteuning en vroegdetectie staan dan ook op de voorgrond voor Naomi Zammattio. "Uit mijn bachelorproef - Zammattio studeerde dit jaar af als gezinswetenschapper aan de Odisee Hogeschool - bleek dat de ambulante hulpverlening voor eetproblemen bij jonge kinderen in Vlaanderen nog maar in de kinderschoenen staat. De escalatie moet vaak al heel groot zijn vooraleer ingegrepen wordt. Die leegte wil ik voor een stuk opvullen." De Gezinspraktijk in Mechelen startte in september. "Ik richt me zowel op baby's, bijvoorbeeld flesweigeraars of moeilijkheden met de overstap van de fles naar vaste voeding, als op kinderen tot de leeftijd van ongeveer tien jaar. Ouder kan ook, maar dan heb ik een doorverwijzing nodig van de huisarts of pediater. Het onderscheid met anorexia moet immers gemaakt worden en vanaf die leeftijd spelen controle en lichaamsbeeld al meer mee." De Gezinspraktijk werkt multidisciplinair samen met onder andere een kinderpsycholoog, preverbaal logopedist, en diëtist."Bij de intake overloop ik een lange vragenlijst met risico- en beschermingsfactoren. Op basis van die analyse wordt dan een behandelplan opgesteld, op maat van het gezin en het kind. Zelf sta ik in voor de ouderbegeleiding. Een eetprobleem bij jonge kinderen is niet alleen een opvoedingsprobleem, maar reikt veel verder. De communicatie tussen ouder en kind moet bijzondere aandacht krijgen. Psycho-educatie kan helpen om de verstoorde interactie te herstellen. Als ouders botsen op een eetprobleem voelen zij vaak schaamte en frustratie, een falen in hun ouderschap. Dat zijn triggers die aan de basis kunnen liggen van de verstoorde interacties. Ouders die weten waar ze alert voor moeten zijn bij hun kind, bijvoorbeeld de sensorische prikkelverwerking, kunnen daarmee aan de slag." De kinderen worden begeleid door een kinderpsychologe - op die manier is er terugbetaling mogelijk voor de kindsessies. "Kindtherapie kan vanaf de eerste kleuterklas. Vanuit het tempo en interesseveld van het kind gaan we spelenderwijs aan de slag met eten. We proberen bijvoorbeeld de lijst van veilig voedsel uit te breiden. Sommige kinderen zijn gevoelig voor sensorische prikkels - vaak in combinatie met ASS of ADHD - en dan kan het bijvoorbeeld helpen om te werken met een bord met aparte vakjes om het eten te scheiden. Terwijl het ene gezin meer rust aan tafel wil krijgen, is het voor het andere belangrijk om de angst voor eten te verminderen. Dat geldt dan voornamelijk voor kinderen met ARFID. Het vertrouwen moet stapsgewijs opnieuw opgebouwd worden." Binnenkort start Naomi Zammattio met opleidingen over ARFID, maar ook over preventieve gezinsondersteuning. De vormingen zijn gericht op eerstelijnszorgprofessionals: "Zij zijn vaak het eerste aanspreekpunt van ouders. Als eerstelijnszorgprofessionals de alarmsignalen kennen, kunnen ze gezinnen veel beter helpen en doorverwijzen."