...

Begin deze eeuw kwamen de eerste gepersonaliseerde geneesmiddelen op de markt - de pionier was Herceptin®, de monoklonale antistof trastuzumab voor behandeling van HER2-positieve borstkanker. Tot nu toe gaat het om middelen tegen kanker - hoewel gepersonaliseerde geneesmiddelen in de toekomst ook in andere domeinen beschikbaar zullen komen.Groeiend aandeel De snelle aangroei van het gebruik en de hoge prijs van deze middelen vereisen planning voor het budget. In 2005 gaf de ziekteverzekering al 40 miljoen uit voor deze nieuwe generatie van middelen - dat was goed voor 1,6% van het totale geneesmiddelenbudget. Acht jaar later, in 2013, waren de uitgaven al opgelopen tot 200 miljoen, of 5% van het totale geneesmiddelenbudget. Vlerick Health Care Management onderzocht hoe de uitgaven in de komende jaren verder zullen evolueren. De oudere middelen zullen in prijs dalen, maar tal van nieuwe middelen zitten in de pipeline en zoeken in de komende jaren hun weg naar de markt. Vlerick HCM berekent dat in 2020 de uitgaven voor al deze oncologische medicijnen samen goed zullen zijn voor tot 9,5% van het totale geneesmiddelenbudget.Vijf jaar Dat betekent volgens Vlerick HCM dat het Riziv nu al voldoende vooruit moet blikken. Op een termijn van drie jaar kan de daling van de prijzen voor oudere middelen nog 84% van de uitgaven voor nieuwe middelen compenseren. Maar als men vanaf heden vijf jaar vooruitkijkt, voorspelt de denktank dat dat maar voor 66% zal lukken. Om de rest te financieren, zal het geneesmiddelenbudget moeten toenemen: jaarlijks gemiddeld met 0,89% alleen om deze gepersonaliseerde medicijnen te kunnen blijven betalen. Met 2,05% als de rest van het geneesmiddelenbudget tegen het huidige tempo blijft groeien. In het laatste geval zal het geneesmiddelenbudget in 2020 bijna 4,5 miljard euro bedragen. Door een goede planning kan men de impact van deze evolutie evenwel milderen, en het noodzakelijke groeipercentage beperken. Misschien kan men de terugbetaling van andere geneesmiddelen terugschroeven om innoverende medicijnen te financieren. Ook kan men becijferen welke besparingen deze kankertherapieën elders opleveren, op de uitgaven voor chirurgie, radiotherapie en ziekenhuisverblijf. Om innovatie mogelijk te maken, moet ze betaalbaar blijven.Horizon scanning Walter Van Dijck, de auteur van de Vlerick-studie, pleit ervoor de 'horizon scanning' (de vijfjaarprognose door te kijken naar wat in de pipeline zit) en de transversale budgettering (door het in kaart brengen van mogelijke besparingen) op een systematische manier toe te passen in de ziekteverzekering. De vijfjaarsprognose is een oefening die het best Europees zou gebeuren. Het EMA - het Europees geneesmiddelenagentschap - heeft bijvoorbeeld een goede kijk op de nieuwe medicatie die eraan komt. Op nationaal niveau moet innovatie verzekerd blijven door een structurele aanpak bij het opstellen van het budget.