...

Hij vindt de slechte reputatie die Healthcare (HC) beleggingstechnisch heeft louter perceptie. Van den Eynde: "In zijn totaliteit deed HC het de afgelopen 15 jaar substantieel beter dan de beurs in het algemeen. In tegenstelling tot de veel cyclischere auto- en grondstoffensector zijn HC-beleggingen defensief en recessiebestendig. Met 10 % van de wereldbeurskapitalisaties is het trouwens de grootste defensieve sector. Institutionele beleggers moeten er dus substantieel in aanwezig zijn als ze hun portefeuilles een defensief karakter willen geven en daarvan kunnen ook particulieren profiteren." Heruitvinden De slechte perceptie is een gevolg van de patentenproblematiek, denkt Van den Eynde. "De productiekosten van een medicijn bedragen slechts 5 à 10 % van het totaal. Vooral O&O-kosten bij de ontwikkeling van een nieuw product zijn torenhoog: van enkele honderden miljoenen tot één miljard dollar. Vele duizenden moleculen genereren uiteindelijk slechts enkele commercieel interessante medicijnen. Daarmee moeten de kosten worden terugverdiend. Niet erg indien men het medicijn 50 jaar kan verkopen. Maar het patent vervalt al na 20 jaar. Bovendien nemen bedrijven al vroeg, nog tijdens de ontwikkelingsfase, patenten. Er rest dan vaak nog slechts tien jaar om te commercialiseren." En er is meer. Sinds 2005 gingen veel geneesmiddelen uit patent. Vooral in de VS staan er vanaf dag één van patentverval 10 à 15 concurrerende generica klaar: 75 % van de voorgeschreven medicijnen zijn er spotgoedkope generica. In 2012 vervallen er nog tal van patenten zodat het generica-aandeel naar 80 % klimt. Ook in Europa zijn de generica in opmars. Van den Eynde: "Het probleem is de vertaling van innovatie in omzet en commercieel succes gedurende een korte periode. Eigenlijk moet de farma zichzelf elke tien jaar volledig heruitvinden. Dat is een probleem voor beursanalisten. Op welk moment een patent verloopt, is bekend. De waarde inschatten van de moleculen in de pipeline, is echter erg moeilijk. Die onzekerheid weegt op de beurs en leidt tot een lagere waardering. Vergeleken met de topjaren 1990 worden ook minder moleculen in fase III goedgekeurd. "Toch is de tijd van de blockbusters nog niet helemaal voorbij. Er is nog veel innovatie mogelijk." Korfje Daarnaast is er de biotech die met specifieke, bijna gepersonaliseerde ('targeted') geneesmiddelen werkt. Met gentechnologie worden weesziektes ('orphan diseases'), met een zeer beperkt aantal patiënten, behandeld. Per patiënt is de behandeling dan wel peperduur. Dit gaat gepaard met lage verkoopkosten: slechts een beperkt aantal artsen-specialisten schrijft het product voor en dus volstaan een handvol medische vertegenwoordigers. Bovendien zijn biotechmedicijnen veel moeilijker na te maken en heeft deze sector dus minder concurrentie van generica/biosimilars. Van den Eynde: "Met andere woorden, op voorwaarde dat het biotech-geneesmiddel succesvol is en een echte impact heeft op de gezondheid kan dit een onvoorstelbare rentabiliteit opleveren. Maar het koersverloop kan ook dramatisch zakken bij een mislukking. Omwille van het grote risico valt beleggen in één of twee biotechbedrijven dus sterk af te raden. U koopt best een korfje of een fonds dat het over vele jaren goed deed. Er zijn wel gigantische verschillen tussen de fondsen." Juiste moment Dexia Asset Management stapt in de regel pas in een nieuwe molecule vanaf goede resultaten in fase II. "Preklinische en fase I-onderzoeken zijn slechts suggesties. Het is niet rationeel en te risicovol om er dan al in te beleggen. Zeventig procent faalt en zelfs als belegd wordt tegen een lage koers, betekent het een duik naar nul en dus zuiver verlies. Pas vanaf fase II stijgt de succesratio." Hoe later men investeert in fase II of pas in fase III, hoe hoger de koers. Het risico verkleint immers. "Gaat het goed, dan is de winst wel nog altijd heel hoog. Instappen op het moment dat het medicijn al een goedkeuring heeft gekregen, is echter te laat. Dan ligt de koers al te hoog." De kunst is dus het juiste moment in fase II uit te kiezen. Toch blijft risicospreiding over 40 à 50 moleculen/bedrijven nodig. Vergissingen zijn altijd mogelijk." Indien men met het voorgaande rekening houdt, is HC een interessante beleggingssector. "Het enige gevaar is dat de politici voor innovatieve geneesmiddelen niet langer een zeer goede prijszetting zouden aanvaarden. Momenteel is terugbetaling echter nog geen probleem." Dexia heeft twee HC-fondsen: voor klassieke farma en voor biotech. "Het eerste is een zeer stabiel, defensief fonds met veel medicijnen, een regionale spreiding en grote bedrijven. Het biotechfonds is agressiever en houdt dus meer risico's in. Bewust houden we beide gescheiden en opteren we dus niet voor een hybride fonds. In dat geval kan de klant immers niet zelf kiezen of hij risicovol wil beleggen of niet."