...

Heel wat apothekers oefenen hun beroep uit via een vennootschap. En vaak zit er nogal wat geld in de vennootschap. "Een belangrijke vraag is dan," zegt Ferenc Ballegeer, jurist bij Wealth Analysis & Planning van Dexia, "wat er met dat overschot aan liquiditeiten moet gebeuren. Het geld uit de vennootschap halen of het net beleggen in de vennootschap? Van belang is om rekening te houden met ieders specifieke situatie en behoeften." Gunsttarief bij belasting van vennootschappen Fiscale optimalisatie is uiteraard essentieel. De normale vennootschapsbelasting bedraagt 33,99 procent. Bedraagt de belastbare winst van de vennootschap minder dan 322.500 euro en wordt aan bepaalde voorwaarden voldaan, dan is een verlaagd opklimmend tarief mogelijk. Voor de eerste schijf belastbare winst van 0 tot 25.000 euro (na aftrek van beroepskosten) gaat het over 24,98 procent (aanvullende crisisbijdrage inbegrepen). Deze aanslagvoet kan maximaal tot 35,54 procent oplopen. Eén van de voorwaarden om van de toepassing van de verlaagde tarieven te kunnen genieten, is dat de vennootschap de zaakvoerder jaarlijks minstens 36.000 euro aan loon uitkeert. Notionele intrestaftrek Relatief nieuw is de Notionele intrestaftrek (NIA), een belangrijke opportuniteit. Ballegeer: "Wat houdt die in? Wil een vennootschap investeren en klopt ze voor een lening bij de bank aan dan is de intrest fiscaal aftrekbaar. Investeringen kunnen echter ook met het eigen vermogen gefinancierd worden, wat vroeger geen aanleiding gaf tot een aftrekbare kost. Het stelsel van de NIA zwakt dit nadeel af. De NIA is een vermindering van de fiscale winst door het gecorrigeerde eigen vermogen te vermenigvuldigen met een coëfficiënt. Voor het inkomstenjaar 2011 bedraagt het tarief van deze coëfficiënt voor kmo's 4,3 procent. Let wel, de NIA geldt voor het 'gecorrigeerde' eigen vermogen. Dit is het vermogen verminderd met de waarde van sommige elementen waaronder de onroerende goederen die in de vennootschap zitten en gebruikt worden door de bedrijfsleider of zijn familie of verminderd met beleggingen zoals kapitalisatiebeveks die geen periodiek belastbaar inkomen opleveren." DBI-Bevek? Het stelsel van de Definitief Belaste Inkomsten (DBI) biedt ook opportuniteiten. Ballegeer: "Men vertrekt van twee vennootschappen. Het principe is dat de dochtervennootschap winst uitkeert via een dividend aan de moedervennootschap. In hoofde van de dochtervennootschap is hierop al belasting geheven. Daardoor is de winst in hoofde van de moedervennootschap zogenaamd 'definitief belast'. 95 procent van het bedrag van de dividenden van de moedervennootschap wordt vrijgesteld van belasting. Enkel op de overige 5 procent is er nog vennootschapsbelasting." Dividend Tot de technieken om geld uit de vennootschap te halen, hoort uiteraard ook de uitkering van een dividend. Ferenc Ballegeer: "Let wel, dit is een winstuitkering. Het gaat dus niet over een aftrekbare kost. Hierop geldt voor de verkrijger een roerende voorheffing van 25 procent of 15 procent (onder bepaalde voorwaarden) op het dividend. Voordien is uiteraard al wel vennootschapsbelasting afgehouden. De 25 procent of 15 procent roerende voorheffing is voor natuurlijke personen een eindbelasting. Opgelet: als de uitgekeerde dividenden meer dan 13 procent van het gestorte kapitaal bedragen bij het begin van het belastbare tijdperk, speelt de vennootschap voor deze periode het recht kwijt op de verlaagde tarieven voor de vennootschapsbelasting."