...

Honden en katten die kampen met een vorm van allergie zijn geen uitzonderlijke gevallen. De aandoening komt frequent voor bij huisdieren en vraagt een aangepaste behandeling. "We onderscheiden daarbij drie soorten allergie, waaronder de atopie die goed is voor maar liefst 90 procent van alle allergiegevallen", legt dierenarts Lissa Lambrecht uit. "Dit type is vergelijkbaar met hooikoorts bij mensen. Het immuunsysteem van het dier overreageert daarbij op stoffen uit de omgeving zoals bijvoorbeeld huisstofmijt, pollen en grassen. Daarnaast lijdt ongeveer 10 procent van de allergische dieren aan voedselallergie, meestal tegenover eiwitten. Die zitten in hun brokjes of koekjes op basis van vlees. Beide allergievormen komen ook gecombineerd voor. Een derde type is de contactallergie, waarbij het dier letsels krijgt nadat zijn huid in aanraking kwam met bepaalde stoffen zoals een wollen mat, een metalen of plastic eetbak of een bepaalde soort halsband. Contactallergie kan zich uiten door allerlei stoffen en het is doorgaans makkelijker te diagnosticeren maar het komt slechts zelden voor." Jeukscores Ongeacht de oorzaak van de allergie, zijn de symptomen bij de getroffen dieren erg gelijklopend. Op basis van de symptomen alleen valt niet te achterhalen waarop het dier overgevoelig reageert. "Meestal is de belangrijkste klacht jeuk. Vooral aan de kop, oorschelpen, poten en buik. Sommige dieren krabben zich te pletter, schuren hun kop of hun lijf tegen de grond of tegen muren aan, of bijten zichzelf soms tot bloedens toe. Ze kunnen last krijgen van ontstekingen op de huid, van puistjes, oorontstekingen en ontstekingen tussen de tenen of op de kussentjes onder de poten." Door het voortdurende krabben en de chronische infectie kan hun huid zwart kleuren. Allergie-onderzoek Allergie vaststellen bij huisdieren vergt meestal heel wat tijd en onderzoeken om precies in kaart te brengen waarop het afweersysteem van het dier foutief reageert. Die zoektocht start met een huidconsult. Deze eerste sessie duurt ongeveer een uur en omvat onder meer een gesprek over de voorgeschiedenis van het dier, een onderzoek en een microscopische check-up van alle letsels. In overleg met het baasje wordt dan besproken welke behandeling of aanpassing haalbaar is. Nadien volgen dan allergietesten. Dokter Lissa Lambrecht: "We beginnen meestal met een voedseltest om uit te sluiten dat het dier reageert op bepaalde stoffen in zijn voeding. De hond krijgt dan gedurende zes weken, en een kat gedurende 10 weken, uitsluitend een aangepaste voeding bijvoorbeeld op basis van andere eiwitten. Die voedingen kunnen samengesteld zijn op basis van paardenvlees of wild. Of het dier kan op hypoallergene voeding overschakelen." Aangepaste voeding Dieren met een duidelijke voedselallergie worden vervolgens verder behandeld met aangepaste voedingen. Voor de overige honden en katten volgt nog een test om de oorzaak van de allergie te achterhalen. "Dat kan via intradermale prikken, zoals vandaag ook gebeurt bij mensen, maar die test is bij honden erg omslachtig. Er moet een stuk huid voor afgeschoren worden waarna er stoffen worden aangebracht, waarvan we weten dat erop wordt gereageerd. Omdat dit voor dieren moeilijk te verdragen is, opteren we liever voor een minder omslachtige bloedtest. Ook die geeft een erg accuraat resultaat. Op basis van de bloedwaarden kunnen we zien welke stof het afweersysteem van het dier op hol laat staan." Desensibilisatie De behandeling van atopie bij honden gebeurt meestal via desensibilisatie. "Het dier krijgt daarbij een inenting met daarin een bepaalde dosis van de stoffen waarop het afweersysteem fout reageert. In het begin krijgt het dier wekelijks een prik, waarbij de dosis allergene stoffen stelselmatig wordt opgedreven. Bedoeling is om het afweersysteem op zo'n manier te herprogrammeren dat het niet meer zou overreageren bij een confrontatie met bijvoorbeeld huisstofmijt, graszaden enz. Het duurt enige tijd voor dit proces op gang komt. Dieren met typische voorjaarsallergieën, beginnen hun behandeling dus best al vanaf het najaar. Na die eerste intensieve reeks inentingen, volstaat een maandelijkse herhalingsspuit, voor de rest van hun leven. We leren baasjes om die spuiten zelf te zetten. Het best is om ook de voeding van de dieren aan te passen. Je kan ook essentiële vetzuren (bijvoorbeeld teunusbloem- of visolie) bijgeven omdat die een jeukverlagend effect hebben. Op die manier kan je het gebruik van zware medicatie helpen beperken." Bij katten verkeert de desensibilisatietherapie nog in een experimenteel stadium. "We proberen deze aanpak wel, maar het is lang niet bij alle katten even succesvol." Cortisone Bij zware doorbraken van allergische reacties volstaan deze behandelingen niet altijd. "Dan kan cortisone aangewezen zijn, bij voorkeur in tabletvorm. Op die manier blijft de cortisone niet te lang in het lichaam. Cortisone bestrijdt heel goed de allergiesymptomen maar het kan ook heel wat vervelende bijwerkingen geven zoals de ziekte van Cushing, parasitaire infecties, diabetes en spierafbraak. Daarom proberen we cortisonetherapie te beperken tot bijvoorbeeld 1 à 2 twee maanden per jaar."