...

Vitamine A Vitamine A speelt een rol bij het zicht, de groei- en onderhoudsprocessen, het immuunsysteem, de celdifferentiatie en de voortplanting. Het gaat om retinol en zijn esters (van dierlijke oorsprong: levertraan, lever, boter, camembert, eigeel...) en carotenoïden (plantaardige oorsprong: wortelen, paardenbloem, spinazie...), die precursoren van retinol zijn. Betacaroteen wordt omgezet tot vitamine A in een verhouding van 1/6. Algemeen genomen worden de behoeften aan vitamine A gedekt door de voeding, behalve in bepaalde gevallen zoals pathologieën die gepaard gaan met steatorhee of een voeding die te arm is aan lipiden (<5 tot 10 g/d). Stress, infecties, milieuverontreiniging en roken doen de behoeften toenemen. Een vitamine A-gebrek uit zich ter hoogte van de ogen door nachtblindheid, droge ogen, problemen ter hoogte van het hoornvlies en ter hoogte van de huid door vertraagde wondgenezing, droge huid en acne. Een teveel aan vitamine A kan tijdens de zwangerschap foetale afwijkingen veroorzaken, zoals een gespleten verhemelte, een waterhoofd of misvormingen ter hoogte van het hart. De WGO beveelt daarom aan de 3000 µg/d tijdens de zwangerschap niet te overschrijden. Een chronisch verhoogde aanvoer (> 7500 µg/d) leidt tot leverafwijkingen, breuken en osteoporose, hoofdpijn en alopecia. Vitamine D Deze vitamine bestaat onder twee vormen: vitamine D2 of ergocalciferol, aangemaakt door gisten, en vitamine D3 of cholecalciferol, die aanwezig is in vette vis, maar bij de mens voornamelijk wordt aangemaakt onder invloed van UV-stralen. Vitamine D wordt opgeslagen in het vetweefsel en door de lever omgezet in 25-hydroxyvitamine D. Deze metaboliet komt in de nieren terecht waar hij opnieuw een hydroxylatie ondergaat tot 1,25-dihydroxyvitamine D, een omzetting die geregeld wordt door bijschildklierhormoon. Vitamine E Vitamine E (tocoferolen) bezit antioxiderende eigenschappen en beschermt de meervoudig onverzadigde vetzuren in de weefsels. De behoefte wordt bijgevolg bepaald door het vetzuurgehalte, dat zelf wordt geregeld door de voeding. Epidemiologisch onderzoek heeft uitgewezen dat mensen met een bevredigend vitamine E-gehalte een geringer risico hadden op hart- en vaatziekten, cataract en bepaalde kankers. De behoefte bedraagt tussen 5 en 15 mg/d in functie van de leeftijd en het lichaamsgewicht. Men vindt deze vitamine in plantaardige oliën. Tekorten kunnen ontstaan door een verstoorde vetopname of een verhoogde behoefte: anticonceptie, zinktekort, alcohol, verontreiniging, roken, adipositas, intensieve fysieke inspanningen... De opname van vitamine E is echter veel doeltreffender wanneer het aanwezig is in voedsel dan wanneer het als supplement wordt genomen. Hoewel supplementen die tot tienmaal de aanbevolen dosis bevatten niet toxisch zijn, moet men toch op zijn hoede zijn voor hogere dosissen, die problemen kunnen veroorzaken bij de bloedstolling door vitamine K en de plaatjesaggregatie te inhiberen, en voor zeer hoge dosissen die de aanmaak van peroxiden kunnen bevorderen en aldus de beschermende werking teniet doen. Vitamine K Er bestaan drie vormen van vitamine K die een gelijkaardige biologische werking hebben: vitamine K1 of fylloquinone, dat van plantaardige oorsprong is (kolen, spinazie, soja), vitamine K2 of menaquinone, van bacteriële oorsprong (kaas, darmflora) en vitamine K3 of menadione dat bekomen wordt door synthese. De behoeften worden in Europa op 1 µg/kg lichaamsgewicht/dag geschat. Deze vitamine speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling en het botmetabolisme. Tekorten zijn eerder zeldzaam bij volwassenen (ernstige leveraandoeningen, langdurig antibioticagebruik, coeliakie, bariatrische heelkunde), maar vormen wel een reëel risico bij pasgeborenen, gezien de geringe passage van dit vitamine doorheen de placenta, de geringe aanvoer via de moedermelk en het feit dat de darmflora het nog niet kan aanmaken. In dat geval ontstaat het risico op bloedingen. Daarom wordt in het kader van een systematische preventie 1 tot 2 mg vitamine K toegediend bij de geboorte en 1 mg/week gegeven aan kinderen die borstvoeding krijgen. Aangezien menadione toxisch is voor zuigelingen aan hoge dosissen (5 mg/d), wordt momenteel fylloquinone voorgeschreven aan baby's.