Preventie vormt dé meest aangewezen aanpak van decubitus. Dat gebeurt best door een combinatie van maatregelen. Ook op het vlak van wondzorg bij decubitus zijn er de jongste jaren grote stappen vooruit gezet. De technologie levert alsmaar slimmere toepassingen op.
...
Bij decubitus worden kleine bloedvaatjes in het weefsel dichtgedrukt ten gevolge van langdurige druk die wordt uitgeoefend op bepaalde punten. Deze verwondingen kunnen tot ernstige complicaties leiden en kennen een moeizame, langdurige genezing. Preventie is dan ook een must. In de meeste gevallen valt druknecrose ook perfect te voorkomen dankzij de juiste aanpak.Drukreductie Wondzorgspecialist Dirk Milliau legt uit: "Een belangrijk hulpmiddel zijn de drukspreidende visco-elastische matrassen. Die volgen de vorm van het lichaam van de patiënt en verspreiden het drukoppervlak, om zo de druk en schuifkracht te verminderen. Bij risicopatiënten moet dit gepaard gaan met wisselhouding waarbij ze ten minste om de 4 uur een andere houding moeten aannemen: rugligging, zijligging en indien mogelijk buikligging. Bij het opzitten moet deze tijd gehalveerd worden vermits het grootste deel van het lichaamsgewicht dan op de stuit terechtkomt. Vandaar dat vele rolstoelpatiënten onderhevig zijn aan decubitusletsels. Bij risicopatiënten die geen wisselhouding kunnen of mogen hebben, gebruiken wij elektrisch aangedreven luchtmatrassen waarbij even en oneven luchtcellen alternerend opgeblazen worden." De helft van de decubituswonden doet zich voor aan de stuit, 30 procent aan de hielen. Andere kwetsbare delen zijn ellebogen, schouders, achterhoofd, oren en bekken. "Doorligwonden aan hielen kunnen voorkomen worden door de techniek van de zwevende hielen, waarbij een speciaal drukreducerend hielkussen geplaatst wordt t.h.v. de lengte van de onderbenen zodat de hielen geen matras raken. Voor erg geagiteerde patiënten met bewegingsdrang is dit een minder goede optie. Zij zijn meer gebaat met hielwiggen, die met statische lucht worden gevuld."Snelle ontwikkeling Doorligwonden kunnen zich bij verzwakte of risicovolle patiënten in geen tijd ontwikkelen. "Er zijn 4 categorieën van decubitus, die samenhangen met de ernst van de wonde en die voor een groot deel bepalen welke behandeling moet ingezet worden. Bij decubitus categorie 1 gaat het om niet wegdrukbare roodheid. Dit stadium is nog omkeerbaar, indien meteen preventieve actie wordt ondernomen of opgedreven zoals wisselhoudingen, visco-elastische of alternerende matrassen en zwevende hielen. Bij behandeling van een categorie 1 primeert de preventie. Niet wegdrukbare droge rode huid kan men eventueel inwrijven met een hydraterende crème en een lichaamshouding op de aangetaste plek dient vermeden te worden. Is er sprake van een blaar of een open blaar (categorie 2), dan is de opperhuidlaag aangetast. Bij categorie 3 reikt de wonde tot tegen het spierweefsel. In de laatste categorie is ook het onderliggende spier- en eventueel botweefsel geraakt. Bij aangetast botweefsel mag men er vanuit gaan dat het bot geïnfecteerd is. Dat zijn jammer genoeg geen uitzonderingen. In zo'n 50 procent van alle decubitusgevallen gaat het om verwondingen van categorie 3 en 4, zo blijkt uit verschillende prevalentiestudies. Veel deskundigen spreken over een categorie 5. Dit is wanneer de huid nog gesloten is maar waar men kan opmerken dat het onderhuids weefsel geraakt is. Het duurt dan ook niet lang of de huid breekt open en hebben we te maken met een decubitusletsel categorie 3 of 4."Betere kennis De interesse in en kennis over de verzorging van doorligwonden is de voorbije jaren sterk toegenomen. Dat heeft ook geleid tot betere behandelingsmethoden en resultaten, al is de prevalentie ervan in zieken-en rusthuizen voorlopig nog niet gedaald. "De behandelingskeuze wordt bepaald aan de hand van het wondzorgmodel TIME, wat staat voor Tissue, Infection, Moisture en Edge. Op basis van deze vier parameters wordt het wondzorgbeleid bepaald. De eerste die aan bod komt is het wondbed weefsel (tissue). Dat kan variëren van opgroeiend rood weefsel tot zwarte necroseletsels."Infectiegraad Ook de infectiegraad speelt een rol. "Als er sprake is van een geïnfecteerde doorligwonde, gebruiken we anti-infectieuze verbandmiddelen zoals een gel met povidonjodium. Vaak gaat we povidonjodiumgel vermengen met poedersuiker in een bepaald percentage (bv. 50-50%): de povidonjodiumpasta. De poedersuiker heeft een osmotische werking die overtollig wondvocht en fibrineweefsel wegtrekt uit het wondbed. Dat zorgt voor goede resultaten. Een derde parameter is de vochtbalans. Sinds jaren is het de standaardnorm om te streven naar een vochtige wondheling, geen droge zoals vroeger met eosine maar evenmin een te natte wonde. Is de wonde te droog, dan moet vocht worden toegevoegd met producten zoals een hydrogel. Geïnfecteerde wonden geven meestal teveel exsudaat af. Dat kan opgevangen worden door o.a. alginaatcompressen, hydrofibers of schuimverbanden. Ook zilververbanden, die een antibacteriële werking hebben, zijn een prima behandelingskeuze. Net als honingverbanden of -zalven, die een osmotische werking hebben." De hightech verbanden zoals alginaten, hydrofibers, schuimverbanden, ... met of zonder zilver zijn duurder dan standaardverbanden maar hebben oa. het voordeel dat ze meerdere dagen op de wonde kunnen blijven. "Bij geïnfecteerde decubitusletsels categorie 3 of 4 gebruiken wij meestal de eerste dagen povidonjodium gel of pasta tot de infectie eruit is. Zodra de wonde gestabiliseerd is, schakelen we veelal over naar honingverbanden, hydroactieve colloïd gels of zilveralginaten. Uit ervaring weten we dat deze voldoende anti-infectieus, maar wel beter debriderend werken. Bij categorie 2 doorligwonden die niet geïnfecteerd zijn, is de eerste optie een hydrocolloïd verband met een aangepaste absorptiegraad. "Wondomgeving Laatste parameter om de verzorging te bepalen, is de wondomgeving. "Is er sprake van ondermijnde wondranden, dan moet steeds voor een anti-infectiebehandeling geopteerd worden. Bovenstaande anti-infectieuze verbanden komen dan ook in aanmerking." Als eindverband bij exsuderende doorligwonden zijn schuimverbanden of hydrofibers, die het vocht verticaal resorberen uit de wonden, een goede behandelingskeuze. "Die beschermen tegelijk de wondranden. Voor heel vochtige wonden, beschikken we sinds kort over super-absorbers. Een nieuwe generatie verbanden, vervaardigd uit gelijkaardige substanties als luiers, die enorm veel vocht opslorpen en die uitwendig toch droog aanvoelen."