...

OMCL. Die vier letters staan centraal in het beroepsleven van Eric Deconinck. "In 2009 werd ik benaderd door ISP-WIV (nu Sciensano) om als wetenschappelijk medewerker in deze afdeling te werken." Als nationaal referentielaboratorium en lid van het OMCL-netwerk (Official Medicines Control Laboratory) staat Sciensano het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en de Europese autoriteiten (EDQM, European Directorate for the Quality of Medicines & Health Care) bij in het evalueren van geneesmiddelen en het garanderen van hun kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid. Door geneesmiddelen in volledige onafhankelijkheid van de fabrikanten (d.w.z. zonder belangenconflicten en met volledige onpartijdigheid) te controleren, spelen de OMCL's een belangrijke rol bij het waarborgen van de kwaliteit en het bijdragen tot de veiligheid en doeltreffendheid van geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik, ongeacht of ze al dan niet al op de markt zijn. "Naast de kwaliteitscontrole van gewone geneesmiddelen voert Sciensano ook screening en chemische karakterisering van illegale en namaakgeneesmiddelen uit. Deze analyses doen we ter ondersteuning van gerechtelijke procedures, maar ook in het kader van risicobeoordeling en preventie", aldus Deconinck. Het departement Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten analyseert geneesmiddelen voor rekening van het FAGG, maar werkt ook samen met het FAVV, de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD Volksgezondheid en de universiteiten. De leden van dit team (zes wetenschappers onder wie vier apothekers, acht à negen laboratoriumassistenten en drie promovendi van wie twee apothekers) ontwikkelen methodes voor de chemische en toxicologische analyse van geneesmiddelen en gezondheidsproducten. Eenmaal gevalideerd en geaccrediteerd maken zij het mogelijk de evolutie van nieuwe (al dan niet legale) ontwikkelingen te volgen, de doeltreffendheid ervan te evalueren en de eventuele risico's voor de gezondheid in te schatten. Eric Deconinck is waar hij altijd al wilde zijn. "Ik wist al heel vroeg dat ik in een labo wilde werken. Ik studeerde farmaceutische wetenschappen aan de VUB en deed daarna de interuniversitaire opleiding tot industrieapotheker, gevolgd door een doctoraat in analytische scheikunde aan de VUB en twee jaar post-doc in de galenica aan de KUL, waar ik werkte in twee spin-offs (Ziscoat, voor de formulering van stentcoatings, en Formac Pharmaceuticals, voor de formulering van slecht oplosbare geneesmiddelen)." Toen hij bij Sciensano kwam, was Deconinck verantwoordelijk voor de ontwikkeling van methodes voor de kwaliteitscontrole van farmaceutische producten, en voor de coördinatie van analyses voor de farmaceutische inspectie en andere belanghebbenden. Vervolgens ontwikkelde hij screening- en kwaliteitsmethoden voor de nieuwe eenheid 'Illegale geneesmiddelen en gezondheidsproducten'. In 2015 werd hij benoemd tot hoofd van de dienst 'Geneesmiddelen en gezondheidsproducten'. "Het is een OMCL, wat betekent dat ons laboratorium door de Raad van Europa is erkend als referentiecentrum voor geneesmiddelensanalyse. Wij zijn ook het nationaal referentielaboratorium. In de praktijk is het zo dat als een ander laboratorium bij een specialiteit een non-conformiteit constateert, wij die moeten analyseren en als er een probleem is, worden de loten uit de handel genomen. In België zijn wij het enige laboratorium dat geneesmiddelen volledig onafhankelijk analyseert. Het FAGG heeft een contract met ons, maar kan geen invloed uitoefenen op onze resultaten." "Voor de specialiteiten stellen het FAGG, Sciensano en andere laboratoria elk jaar een bemonsteringsplan op, afhankelijk van de komst van nieuwe geneesmiddelen en generieken op de markt, of van geneesmiddelen die al lang niet meer gecontroleerd zijn", zegt Eric Deconinck. "Voor namaakmedicijnen is er natuurlijk geen echt plan, we kunnen niet van tevoren voorspellen wat de criminelen zullen produceren! Bij het FAGG is er een speciale inspectie-eenheid die de pakjes onderschept die op het grondgebied aankomen, via de douane en rechtstreeks bij de vervoerders. Vaak zijn het postkantoren of DHL die contact met hen opnemen omdat ze een verdacht pakje vinden. Het is onze taak om al die producten te controleren. Wij doen hetzelfde voor het Openbaar Ministerie wanneer het verdachte producten, drugs enz. aantreft in particuliere woningen; voor het FAVV wanneer het illegale diergeneesmiddelen aantreft in boerderijen, producten voor doping van paarden, duiven...; en ook voor de FOD Volksgezondheid voor vervalste cosmetica." "Voor drugs hebben we een samenwerking met Modus Vivendi in Brussel waar drugsgebruikers hun producten kunnen laten testen. Er is ook het bewakingssysteem voor geneesmiddelen dat ons monsters toezendt die zij verdacht vinden of die zij op internet kopen om te zien of er nieuwe drugs opduiken." De afdeling onder leiding van Eric Deconinck werd niet sterk getroffen door de pandemie. "Tijdens de eerste golf moesten wij loten geneesmiddelen vrijgeven die op de intensive care werden gebruikt. Het ging om producten die werden vervaardigd door bedrijven die ze normaal niet produceren, maar die kunnen worden gebruikt wanneer ze door een OMCL worden vrijgegeven, maar alleen in noodgevallen. Na de eerste golf begonnen de reguliere producenten hun productie op te voeren. Daarom waren de gevolgen van de pandemie voor ons dagelijks werk na deze golf voorbij." Vandaag bestaat deze noodsituatie niet meer, maar er worden nog steeds stabiliteitsstudies uitgevoerd op deze vrijgegeven geneesmiddelen, voor het geval zij opnieuw nodig zijn. "Deze follow-up, die gepland is voor twee jaar, moet in mei 2022 aflopen." "Op een bepaald moment wilden we ons werkterrein uitbreiden omdat we in het begin te afhankelijk waren van het FAGG. Daarom hebben wij onderzoeksprojecten gelanceerd over cosmetica, elektronische sigaretten, drugs en medische hulpmiddelen. Maar geneesmiddelen blijven ons belangrijkste werkterrein (ongeveer 70% van het activiteitenvolume)." "Al deze projecten zijn gericht op de ontwikkeling van methoden om de producten te controleren en op basis van de resultaten wordt een risicoanalyse uitgevoerd. Het is dan aan de bevoegde autoriteiten om na te gaan of de wetgeving moet worden aangepast." Vandaag kan de dienst rekenen op de deskundigheid van een apotheker die gespecialiseerd is in e-sigaretten. "Zij ontwikkelde en valideerde methodes voor de kwaliteitscontrole van e-vloeistoffen, naar aanleiding van een verzoek van de FOD Volksgezondheid. Vervolgens hebben we de smaakstoffen in de e-liquids geanalyseerd en de schadelijkheid ervan beoordeeld. Aroma's worden vaak als niet-toxisch beschouwd. In feite worden ze als onschadelijk beschouwd in voedingsmiddelen, maar niemand heeft ze ooit getest wanneer ze worden ingeademd", zegt Eric Deconinck. "Na tests en screenings vonden we enkele potentieel schadelijke, kankerverwekkende producten. Nu is het aan de FOD Volksgezondheid om dat op te lossen. De Hoge Gezondheidsraad zal binnenkort een nieuw advies uitbrengen, dat als basis moet dienen voor nieuwe wetgeving om de bestanddelen in e-vloeistoffen te beperken. Er zal ook meer onderzoek moeten worden verricht naar bepaalde verbindingen die wel bekend zijn in levensmiddelen maar weinig werden bestudeerd als inhaleermiddelen. Momenteel baseren de fabrikanten zich op de literatuur over voedingsmiddelen en gaan ervan uit dat als deze stoffen niet schadelijk zijn voor het maagdarmstelsel, dat ook het geval zal zijn voor de longen, maar dat houdt geen steek!" De dienst voert samen met de ULB een project uit over de kwaliteit en de risicobeoordeling van CBD. "Op bloemen (legaal in THC-concentratie <0,2%), maar niemand controleert deze producten en doet een risicoanalyse. We controleren ook CBD-oliën en we gaan uitbreiden naar andere producten zoals CBD-cosmetica, want op dit moment is cannabis overal te vinden. Het is een grijs gebied, we hebben controles nodig omdat er verkopers zijn van zogenaamde CBD bloemen, die in feite cannabis zijn. Veel verkopers zijn betrouwbaar, maar er zijn er altijd die de wet proberen te omzeilen, vooral als je via internet koopt. Collega's van de dienst epidemiologie evalueren momenteel het gebruik van CBD-producten door Belgen." Het project inzake namaakantibiotica, dat samen met de KULeuven werd uitgevoerd, is voltooid. "Antibiotica vormen een enorm veld van moleculaire structuren die we met onze algemene screeningmethoden niet exhaustief konden bekijken. Wanneer we het hebben over nagemaakte, vervalste of niet-geregistreerde antibiotica zijn er bovendien soms nuances: bijvoorbeeld mensen die geneesmiddelen uit hun land importeren, zoals Chinezen die in China geneesmiddelen kopen die daar legaal zijn maar in Europa illegaal. Dat zijn kwaliteitsproducten, dus er is minder risico, ze zijn illegaal maar niet echt namaak. Bij de geanalyseerde verdachte monsters was een groot deel ondergedoseerd, bij andere was de galenische formulering niet in orde... In België hebben we in het officiële circuit geen vervalste antibiotica aangetroffen maar dat is wel gebeurd in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje, enz." Het team van Eric Deconinck werkt ook aan de kwaliteitscontrole van bepaalde medische hulpmiddelen. Bijvoorbeeld om de aanwezigheid van allergenen in kleefstoffen voor bloedglucosesensoren te testen, om de veiligheid van producten voor intieme hygiëne, borstimplantaten, covid-teststaafjes, enz te onderzoeken. Op de agenda van de dienst staat een nieuw project inzake voedingssupplementen op basis van planten. "Nogmaals, we richten ons op aankopen op internet, op dubieuze sites, want over het algemeen zijn in België de voedingssupplementen die in de winkel te koop zijn in orde en aangemeld bij het FAVV." Voor Eric Deconinck heeft de volgende uitdaging betrekking op biologische geneesmiddelen, omdat er steeds meer op de markt komen en ook omdat ze op Europees niveau, bij het EMA, geregistreerd zijn. "Dat betekent dat al die kwaliteitscontroles via het OMCL-netwerk gaan, verdeeld over de 60 laboratoria. Wij zullen een methode moeten ontwikkelen om voor de Europese autoriteiten te kunnen blijven werken. Ik denk dat dit voor onze dienst de grootste uitdaging voor de komende jaren is." "Vandaag analyseren we illegale biologische producten. We hebben bijvoorbeeld namaak-insuline gevonden die alleen water bevatte! Er is een verschil tussen de analyse van een namaakgeneesmiddel en een geregistreerd geneesmiddel waarvoor het registratiedossier moet worden gevolgd, het is grondiger. Daarvoor werken wij samen met collega's van het Europese netwerk en ook met onze biologische OMCL. Dit is het eerste project dat de twee OMCL's samenbrengt. Om een biologisch geneesmiddel te karakteriseren, hebben wij hun deskundigheid op het gebied van kwaliteitscontrole van vaccins en bloedproducten nodig, en zij onze deskundigheid op het gebied van massaspectrometrie, fysisch-chemische technieken, enz. In België hebben wij het voordeel dat de twee OMCL's zich onder hetzelfde dak van Sciensano bevinden. Dat is uitzonderlijk in Europa."