...

Liefst 18,5% van de Belgische bevolking heeft artrose. Volgens de gezondheidsenquête, die Sciensano in 2018 heeft uitgevoerd, hebben 22,7% van de vrouwen en 14,3% van de mannen artrose. Het is de meest voorkomende gewrichtsziekte en ze wordt gekenmerkt door een vernietiging van het gewrichtskraakbeen en daarna van de andere structuren, zijnde het botweefsel en het synoviale membraan. Het gewrichtskraakbeen wordt dunner en scheurt, wat pijn en invaliditeit veroorzaakt. Artrose is een ernstige ziekte, die correleert met een 50% hoger overlijdensrisico. De Stop Arthrose II-enquête, waarvan de resultaten in januari wereldkundig zijn gemaakt, is de vrucht van een samenwerking tussen de Aflar (Association française de lutte anti-rhumatismale) en de Belgische Fondation Arthrose. Het is de eerste keer dat de enquête in België is uitgevoerd, in Frankrijk is het al de tweede keer (de eerste enquête dateert er van 2013) (1). De enquête heeft de weerslag van artrose op de levenskwaliteit van de patiënten geëvalueerd en heeft informatie verzameld over de noden en verwachtingen van de patiënten. 3.465 patiënten met artrose (2.822 in Frankrijk en 643 in België) hebben de online peiling, die door de twee verenigingen werd verspreid, beantwoord. De enquête is gestart in september 2019, maar de komst van het coronavirus heeft roet in het eten gegooid. De vorsers hebben daarom beslist de resultaten op te splitsen in drie perioden: pre-covid (12 september 2019 tot 16 maart 2020), lockdown (17 maart tot 13 juni 2020) en covid (17 maart 2020 tot 1 januari 2021). Een eerste vaststelling: tijdens de lockdownperiode is de pijn toegenomen en zijn de algemene gezondheidstoestand en het moreel van de patiënten tijdelijk verslechterd. Volgens prof. Yves Henrotin, diensthoofd kinesitherapie in het Vivalia-ziekenhuis in Marche en voorzitter van de Fondation Arthrose, kan dat worden verklaard doordat de patiënten minder hebben bewogen, minder sociale relaties hebben onderhouden, hun levenswijze hebben veranderd, meer hebben gegeten, meer alcohol hebben gedronken en meer tabak hebben gerookt. Daardoor zijn de risicofactoren voor artrose toegenomen. (2) Die vaststelling bevestigt de gevolgen van de lockdown en de sedentariteit voor de patiënten en wijst erop dat bewegen de eerste behandeling bij artrose is. Prof. Henrotin benadrukt: "Lichaamsbeweging is de beste behandeling voor artrosepijn. Kinesiofobie - angst om te bewegen - is absoluut uit den boze. Bewegen is essentieel om de vicieuze cirkel van inactiviteit te doorbreken." De Stop Arthrose II-enquête leert ook dat er weinig is veranderd bij de behandeling van artrosepatiënten. "Op alle items wordt weinig of geen verbetering gezien. 90% van de patiënten heeft pijn en de helft heeft veel last van vermoeidheid. En in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt artrose niet alleen voor bij ouderen. Net zoals in 2013 heeft meer dan een derde van de respondenten (35,8%) verklaard dat de artrosepijn begonnen was voor de leeftijd van 40 jaar", aldus dr. Laurent Grange, reumatoloog aan het CHU van Grenoble en voorzitter van de Aflar. 70% van de artrosepatiënten heeft slaapproblemen. "Het is erg belangrijk om die slaapproblemen aan te pakken, want ze veroorzaken vermoeidheid, waardoor de pijn nog zal verergeren. Een psychologische ondersteuning met relaxatietechnieken, stressmanagement en cognitieve distractie is zeer nuttig om patiënten te helpen weer beter te slapen", zegt Yves Henrotin. 64% van de respondenten had een gering zelfbeeld als gevolg van afwijkingen van het esthetische voorkomen van de patiënten door gewichtsmisvorming, manken en het beeld dat anderen van hen hebben, legt hij uit. De enquête bevestigt dat artrose een aanzienlijke impact heeft op het gezins- en beroepsleven, de relatie (25%) en de seksualiteit. "Sinds de eerste enquête in 2013 is het therapeutische beleid weinig of niet veranderd. Het is nochtans mogelijk de patiënten goed te helpen met een combinatie van geneesmiddelen en niet-farmacologische maatregelen op maat", vinden de auteurs van de studie. 94% van de respondenten zou graag hebben dat de pijn vermindert en 72% dat ze beter zouden kunnen bewegen. Ze zeggen dat ze te weinig informatie krijgen over de ziekte (76%), te weinig duidelijke medische informatie (84%), te weinig adviezen om hun dagelijkse leven te verbeteren (75%), en dat de medische follow-up beter zou kunnen zijn (66%). Slechts 27% van de patiënten vinden dat ze veel steun vinden bij hun huisarts. Die is nochtans de spilfiguur in het zorgtraject (behandeling van de comorbiditeit en van de pijn). Hoe kunnen we aan die verwachtingen tegemoetkomen? Dr. Laurent Grange zou op vier niveaus willen werken: het medische beleid verbeteren via de primaire en secundaire opleiding van de gezondheidswerkers, meer middelen ter beschikking stellen voor onderzoek naar veelbelovende geneesmiddelen, de patiënten uitleggen dat hun ziekte geen fataliteit is en dat ze zelf iets aan hun gezondheid kunnen doen, en zorgen voor een betere preventie: overgewicht tegengaan, afwijkingen van de anatomie corrigeren met een osteotomie en een correcte behandeling van traumata. Ook moeten we voordelen het hoofd bieden en informatie verspreiden voor de patiënten, de artsen en de gezondheidswerkers, waardoor de patiënten een beter beeld van zichzelf kunnen krijgen. De website gezondheidenwetenschap.be van het Belgisch Centrum voor evidence-based geneeskunde (CEBAM) heeft een patiëntengids opgesteld over artrose.