Een patiënt moet u nog een aanzienlijk bedrag betalen, bijvoorbeeld uit hoofde van de verhuur van bepaalde medische hulpmiddelen. Hij vraagt u om zijn schuld in maandelijkse schijven te mogen afbetalen. Heeft het zin om op die vraag in te gaan? Hoe gaat u daarbij dan best te werk?
...
Een patiënt die het financieel niet breed heeft en die u nog allerlei sommen moet betalen, komt in uw apotheek vragen of hij zijn schuld aan u niet in maandelijkse afbetalingen mag voldoen - bijvoorbeeld in schijven van 25 euro per maand. Hij beschikt naar eigen zeggen niet over de financiële mogelijkheden om u dadelijk volledig te betalen. Op het eerste gezicht hebt u als schuldeiser weinig belang bij het aanvaarden van een afbetalingsplan dat de patiënt u voorstelt. Uw patiënt moet u nu eenmaal in principe dadelijk alles betalen zodat u er geen voordeel bij hebt zijn schuld uit te gaan spreiden in de tijd. Niettemin kan het toch soms aangewezen zijn om op een voorstel om te mogen afbetalen in te gaan. Misschien gaat het wel om een patiënt die al lang bij u over de vloer komt en die ook familie en vrienden heeft die bij u in de apotheek komen. Het niet-aanvaarden van een aflossingsplan zou bij de patiënt en bij mensen uit zijn omgeving en kennissenkring namelijk wel eens verkeerd kunnen vallen. Het zou ook kunnen dat u alle begrip hebt voor de situatie waarin de patiënt is terecht gekomen en dat u weet dat het gaat om een tijdelijke toestand. Bovendien bent u als schuldeiser vaak beter af met een aflossingsplan dan met een patiënt die u helemaal niet betaalt. Hou er bovendien rekening mee dat als u niet akkoord gaat met een gevraagd aflossingsplan en u uiteindelijk naar de rechtbank stapt de kans bestaat dat de rechter ook afbetalingen toelaat en u alsnog moet aanvaarden dat de patiënt uw openstaande rekening in stukken afbetaalt. Beslist u dat de patiënt uw openstaande rekening(en) inderdaad mag afbetalen, zet dan het afbetalingsplan dat u met hem opmaakt ook op papier. Idealiter maakt u dat plan in tweevoud op en ondertekent u beiden de twee originelen. Laat het plan minstens door uw patiënt ondertekenen. Geef in het afbetalingsplan aan hoeveel de schuld die de patiënt aan u heeft precies bedraagt en vermeld meteen dat de patiënt de juistheid van dat bedrag erkent. Geef verder aan wat de bijkomende kosten zijn die de patiënt eventueel moet betalen (denk daarbij bijvoorbeeld aan intresten op het openstaande saldo) en in hoeveel schijven de patiënt u moet terugbetalen. U kunt meteen ook de juiste bedragen van de te betalen schijven vermelden alsook de juiste data waarop de betalingen ten laatste moeten gebeuren. De bedragen van de verschillende schijven hoeven overigens niet dezelfde te zijn. Zo zou u bijvoorbeeld kunnen afspreken dat de patiënt al direct een aanzienlijke betaling doet en later verder afbetaalt met lagere maandelijkse bedragen. Probeer bij dat alles de termijn waarbinnen uw schuld uiteindelijk volledig moet betaald zijn zo kort mogelijk te houden. Zorg er indien mogelijk voor dat het afbetalingsplan niet langer dan 12 maanden duurt (en liefst korter is). Huurt uw patiënt het medisch materiaal intussen nog verder en moet hij u maandelijks ook in de nabije toekomst nog huurgelden betalen, bepaal dan dat het bedrag van de afbetaling moet worden betaald bovenop de maandelijkse huur zodat de achterstallen ook niet verder oplopen. Het is belangrijk om in het afbetalingsplan duidelijk te bepalen dat als de patiënt één schijf niet correct betaalt, het nog openstaande saldo onmiddellijk en integraal opeisbaar wordt. Op die manier kunt u dus dadelijk het volledig openstaande bedrag opvragen als blijkt dat uw patiënt de afspraken toch niet correct naleeft. Legt een rechter een afbetalingsplan op, vraag dan alleszins een dergelijke clausule al eveneens in het vonnis op te nemen. Als de patiënt uiteindelijk niet correct afbetaalt, dan kunt u hem in eerste instantie (via bijvoorbeld een telefoontje) aan de gemaakte afspraken herinneren. Helpt ook dat niet, dan zou u nog een aangetekende aanmaning kunnen sturen. Blijkt ook dat niet succesvol te zijn, dan kunt u naar de rechtbank stappen om de veroordeling van uw patiënt te vragen tot betaling van de achterstallen. Wellicht is de vrederechter daarvoor bevoegd. Gaat het om een vordering van meer dan 5.000 euro, dan moet u zich wenden tot de rechtbank van eerste aanleg. Voor een dergelijke procedure kunt u een beroep doen op de diensten van een advocaat. Bij de vrederechter zou u ook kunnen overwegen om zelf de procedure te starten. U moet dan een dagvaarding laten betekenen door een gerechtsdeurwaarder en op de zitting waarop de zaak wordt behandeld aanwezig zijn. U moet tevens de stukken waarop u zich steunt inventoriëren en bezorgen aan de vrederechter (met kopie aan de patiënt of aan diens advocaat). Zorg er daarbij alleszins voor dat u ook het afbetalingsplan als stuk hanteert. Leeft de patiënt een vonnis waarin die een afbetalingsplan kreeg niet na, dan kunt u het vonnis ter uitvoering overmaken aan een gerechtsdeurwaarder.