Intercollegiale toetsing (ICT) is een specifieke manier van zelfevaluatie waarbij enkele apothekers samenkomen om praktijksituaties rond een bepaald thema te bespreken. Zodoende kan ICT bijdragen tot hogere deskundigheid en betere kwaliteit.
...
Over intercollegiale toetsing verscheen in het jongste nummer van Farmazine, het tweemaandelijkse blad van KOVAG, een interessant artikel van de hand van apotheker Nathalie Vanderstraeten. Het stuk schetst het kader en methoden voor intercollegiale toetsing. Uitgangspunt van ICT is dat handelingen van een apotheker, en bij uitbreiding van elke zorgverlener, kunnen afgetoetst worden bij de 'peers', de collega's. Hierbij vergelijkt men eigen prestaties in de dagelijkse praktijk ook met vooraf geformuleerde en geaccepteerde kwaliteitsnormen zoals beschreven in de Gids voor Goede Officinale Farmaceutische Praktijken (GGOFP). In de praktijk wordt de GGOFP vertaald in het kwaliteitshandboek waarover iedere officina-apotheek dient te beschikken. Prestaties worden gemeten en vervolgens geëvalueerd. De redenering is dat reflectie op het eigen handelen en feedback van collega's tot inzicht leiden over de mogelijkheden om prestaties te verbeteren en ze in overeenstemming te brengen met de normen. Uit de literatuur puurt apotheker Nathalie Vanderstraeten twee manieren om ICT uit te voeren. Een eerste methode is de 'practice visits' (PV). Daarbij observeert een collega de infrastructuur van de apotheek en de uitoefening van de zorg. Prestaties worden vergeleken met richtlijnen en normen en hierover geeft hij feedback. Daarna volgt eventueel in groep een evaluatie van de resultaten van elke deelnemer. Een tweede manier is de zogenaamde 'audit van de zorgverlening' (AVZ). Hierbij verzamelt de apotheker zelf zijn eigen gegevens met behulp van checklists, observaties, enquêtes en/of vragenlijsten. Ook deze informatie wordt vervolgens in groep afgetoetst aan de gegevens van de 'peers' en aan de richtlijnen. Op basis daarvan werkt men een nieuwe werkwijze uit die vervolgens geëvalueerd wordt. In Nederland is ICT sinds 2015 voor apothekers een verplichting om zich te kunnen her-registreren. Elke apotheker dient minimaal tien uur per vijf jaar deel te nemen aan geaccrediteerde toetsing, bijvoorbeeld intercollegiale toetsing. Dankzij de opleiding 'Coaches voor Farmacie' kunnen apothekers intervisiemomenten begeleiden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat apothekers zich verder ontwikkelen als allround zorgverleners in de eerste lijn. Levenslang leren is bij dit alles het adagio. Voortdurend worden apothekers geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van geneesmiddelen en met veranderingen in de gezondheidszorg. Permanent en systematisch dienen ze vaardigheden te onderhouden om de zorgkwaliteit te waarborgen. Verplichte permanente vorming, het bijhouden van een kwaliteitshandboek enz. dragen daar zeker aan bij. In Nederland maar ook in België. Bij ons wordt zelfevaluatie van de apotheek weldra een verplicht onderdeel van het inspectiebeleid van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Zelfevaluatie onder de vorm van intercollegiale toetsing is daarvan een onderdeel. En ook de APB maakte dit jaar van kwaliteitsbeleid in de apotheek een strategische prioriteit. Zo wil ze de kwaliteit van de diensten in de officina aantonen en verbeteren waar nodig. Het APB-beleid stelt het positieve imago van de apotheek voorop terwijl men verwacht dat ook de efficiëntie van de apotheekorganisatie verhoogt.