...

Ongeveer de helft van de 2,9 miljoen beschikbare griepvaccins werd al door apothekers aan patiënten en bedrijfsgeneeskundige diensten geleverd voor de vaccinatie van risicogroepen. Omdat de vraag veel hoger is dan andere jaren, worden de resterende vaccins voorbehouden aan de risicogroepen van categorie A. Dat besliste de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Zoals bekend worden voor de seizoengriep 2020-2021 de griepvaccins in eerste instantie en tot 15 november voorbehouden aan personen met een verhoogd risico. De Hoge Gezondheidsraad onderscheidt daarbij een categorie A en een categorie B. In categorie A vallen zwangere vrouwen, patiënten met een chronische aandoening, 65-plussers, personen die in een instelling verblijven, kinderen onder de zes maanden, kinderen tussen 6 maand en 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie ondergaan, personen werkzaam in de gezondheidssector en mensen die onder hetzelfde dak wonen als de risicopersonen. Tot categorie B behoren de gezonde 50-65-jarigen. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid stelde vast dat al de helft van de 2,9 miljoen beschikbare griepvaccins door apothekers aan patiënten en bedrijfsgeneeskundige diensten geleverd zijn voor de vaccinatie van risicogroepen. Onderzoek bij de apotheken leert dat de vraag naar vaccins voor mensen uit de doelgroep sterk gestegen is ten opzichte van voorgaande jaren. Daarom besliste de Interministeriële Conferentie de resterende vaccins voor te behouden aan de risicopersonen uit categorie A. Eind november volgt een evaluatie en bekijkt men of er nog voldoende vaccins over zijn om gezonde mensen tussen 50 en 65 jaar (categorie B) te vaccineren. Oorspronkelijk wou men in een tweede fase, vanaf 15 november, de rest van de bevolking vaccineren. Dat gaat niet door. De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid heeft deze fase geannuleerd.