...

Dokter David Grimaldi (intensieve zorg, Erasmusziekenhuis Brussel) maakt deel uit van de onderzoeksgroep The Shifters. Hij zette de grote lijnen uit van een strategie die beoogt de milieu-impact van de gezondheidszorg te reduceren, met focus op een afname van de CO2-uitstoot. "In ziekenhuizen wordt vaak gedacht dat het probleem zo goed als opgelost is als we afval sorteren. Maar afval vertegenwoordigt minder dan 2% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Zo zullen we het probleem dus niet kunnen oplossen", benadrukt hij. Hoe kunnen we dan wel zorg verlenen zonder te vervuilen? "De oplossing ligt bij de circulaire economie. We moeten ook naar een doeltreffender productie van wat we nodig hebben om patiënten te behandelen, met minder verbruik van energie en grondstoffen. Of op zoek gaan naar alternatieven, zoals het gebruik van droogpoederinhalatoren in plaats van doseeraerosols met drijfgas." "Het reduceren van de CO2-uitstoot moet uitgaan van een systemische aanpak. Eerst moeten zorgverleners en beleidslui worden gesensibiliseerd en opgeleid. Basisgegevens zijn nodig (CO2-bilan, onderzoek naar alternatieven). Daarna kunnen de interventies gepland worden. Men begint met de 'gemakkelijke' interventies (op transport, voeding en afval). Daarna zijn de symbolische aspecten aan de beurt (zoals de milieu-impact van congressen). Uiteindelijk komen de belangrijkste aspecten in beeld: geneesmiddelen en geneeskundig materiaal." Anne Spinewine (faculteit farmaceutische wetenschappen, UCL) legt uit hoe men minder kan voorschrijven, en - belangrijker - tegelijk beter voorschrijven. "Zo'n 20 tot 25% van de zorg is nutteloos of zelfs potentieel schadelijk. Onnodig voorschrijven stemt overeen met het voorschrijven van een geneesmiddel dat niet doeltreffend is, waarbij de risico-batenverhouding ongunstig is of waarbij de behandelingsduur te lang is. Dat betreft meer dan de helft van de 65-plussers. Gemiddeld zou een op de tien geneesmiddelen nutteloos worden voorschreven." "In de zorgsector wordt de uitstoot vooral bepaald door geneesmiddelen en medisch materiaal", zegt ze. En ze haalt het voorbeeld van de benzodiazepines en de z-drugs aan. "We weten dat de doeltreffendheid van deze middelen beperkt is, maar dat er een hoog risico van hospitalisatie, sterfte, enz. mee gepaard gaat. Nochtans worden deze middelen in België gebruikt door 18% van de thuiswonende ouderen, door 52% van de bewoners van woonzorgcentra en door 39% van de personen opgenomen op een eenheid geriatrie." Zuinig voorschrijven betekent dat men geneesmiddelen met een ongunstige risico-batenverhouding opspoort, de dosis vermindert of het middel volledig stopt. Deze maatregel wordt patiënt per patiënt toegepast, naargelang de levensvisie van de betrokkene, zijn functionele status, zijn waarden en voorkeuren. Zuinig voorschrijven verbetert niet alleen de levenskwaliteit van de patiënt, maar is ook onontbeerlijk om de planeet te vrijwaren. Maar is dat doeltreffend en veilig? "Zeker", bevestigt Anne Spinewine. "Het is een gamechanger, die ertoe bijdraagt dat de gezondheidszorg duurzaam blijft en kostenbesparend optreedt, terwijl de zorgkwaliteit dezelfde blijft of zelfs beter wordt. Cochrane-reviews rond zuinig voorschrijfgedrag verwijzen naar studies die aangeven hoe en wanneer men het voorschrift kan afbouwen, bijvoorbeeld voor opioïden, antidepressiva, benzodiazepines, anti-epileptica, PPI. Onderzoek is aan de gang om verminderd voorschrijven te onderbouwen." "In eerste instantie moet er gewerkt worden aan de communicatie met de patiënt en shared decision making: vaak gaat de arts ervan uit dat de patiënt toch niet akkoord zal gaan, terwijl de meeste patiënten bereid zijn minder geneesmiddelen te gebruiken als de arts dat aanbeveelt. Het tweede aangrijpingspunt is multidisciplinaire samenwerking. En ten slotte moet men beseffen dat afbouwend voorschrijven begint met deskundig voorschrijven of, zo nodig, helemaal niet voorschrijven. Het inzicht van zorgverleners in EBM moet verbeterd worden, want ze overschatten de baten van geneesmiddelen ten opzichte van de risico's die eraan verbonden zijn." Françoise Van Bambeke (faculteit farmaceutische wetenschappen, UCL), ging in op de antibioticaproblematiek. "Geschat wordt dat in 2050 jaarlijks miljoen overlijdens te wijten zullen zijn aan resistentie tegen antibiotica. Waar moet het naartoe met de behandeling van infecties met multiresistente bacteriën? Het valt op dat de farmaceutische sector zich enigszins afkeert van onderzoek naar nieuwe antibiotica. Bacteriofagen zijn een innoverende piste die we als milieuvriendelijker kunnen bestempelen, maar de praktische toepassing van deze optie is ingewikkeld. Preventie is ook mogelijk met vaccins, antilichamen en antivirulente strategieën die bacteriën uitschakelen (nanosponsjes)." De specialiste oordeelt dat men op verschillende niveaus moet ingrijpen: "De overheid kan het gebruik van antibiotica reguleren. Ze kan ook het beleid rond de prijszetting van geneesmiddelen zodanig wijzigen dat ontwikkeling van nieuwe antibiotica aangemoedigd wordt: bijvoorbeeld, de prijs van het geneesmiddel loskoppelen van de verkoop en de industrie belonen voor het geleverde onderzoekswerk. Daarnaast kunnen campagnes de bevolking vertrouwd maken met het goede gebruik van geneesmiddelen."