...

Een onevenwichtige voeding heeft een negatieve invloed op het lichaam, wat dan weer weerslag heeft op de geestelijke gezondheid. Een teveel of een tekort aan bepaalde voedingsmiddelen kan invloed hebben op de psychische toestand. IJzertekort bijvoorbeeld veroorzaakt vermoeidheid en lusteloosheid, magnesiumtekort maakt ons minder stressbestendig,... We hebben voldoende energie nodig voor een goede werking van lichaam en geest. Koolhydraten zijn de belangrijkste energiebron en zijn essentieel voor de hersenen. We moeten de voorkeur geven aan complexe koolhydraten met een lage glykemische index, die de energie regelmatiger aanvoeren en de glykemie constant houden, boven 'snelle' suikers. Snelle suikers veroorzaken immers glykemiepieken, waardoor er veel insuline wordt geproduceerd, waarna het suikergehalte weer daalt: de bekende reactieve hypoglykemie met energieverlies, concentratiestoornissen en prikkelbaarheid. De psychische tonus in de hersenen wordt verzekerd door neurotransmitters, die in de synapsen tussen de neuronen worden afgescheiden, zoals dopamine, serotonine en noradrenaline. Die regelen de gemoedsstemming. Dopamine speelt mee bij de motivatie, het sociale gedrag, het verlangen en het plezier. Dopaminetekort vertraagt de cognitieve functies en veroorzaakt een energiegebrek. Dopamine is zeer gevoelig voor oxidatie en wordt snel afgebroken door stress en slaaptekort. Alcohol en roken verhogen de hoeveelheid dopamine eerst, maar bij regelmatige consumptie treedt gewenning op. Noradrenaline werkt in dezelfde zin: het mobiliseert de energie om te handelen en stimuleert de aandacht. Noradrenalinetekort leidt tot veel slapen, een gebrek aan motivatie en gebrek aan initiatief. Serotonine regelt de gemoedsstemming en de slaap. Een te lage hoeveelheid serotonine veroorzaakt agitatie, prikkelbaarheid, impulsiviteit, angst en insomnia. De voeding levert de verschillende voedingsstoffen die nodig zijn voor de synthese van die neurotransmitters. Het betreft vooral de aminozuren fenylalanine en tyrosine voor dopamine en noradrenaline en tryptofaan voor serotonine. Veel voedingsmiddelen bevatten veel fenylalanine: zuivelproducten, tarwekiemen, granen, soja, vis, eieren, vlees, gevogelte, noten,... Tyrosine kan worden geleverd door de voeding of kan door het lichaam worden gevormd uitgaande van fenylalanine. Er zit minder tryptofaan in de voeding. Tryptofaan zit in vlees, eieren, weiproteïnen, maar is fragiel en wordt afgebroken bij lang koken/bakken. Tryptofaan heeft geen specifieke transporter en wedijvert met andere aminozuren om de hersenen te bereiken, en met name de aminozuren die worden geleverd door een eiwitrijke voeding. Insuline bevordert het gebruik van andere aminozuren door de spieren en verhoogt indirect de passage van tryptofaan naar de hersenen (doordat tryptofaan dan minder concurrentie krijgt van andere aminozuren). Bij inname samen met koolhydraten zal tryptofaan dan ook gemakkelijker de hersenen bereiken. Dat zou kunnen verklaren waarom veel mensen spontaan suikerhoudende voedingsmiddelen eten als ze angstig of gestrest zijn. De voeding moet ook de cofactoren leveren die meespelen bij de synthese van neurotransmitters: vitamines en mineralen (vitamines B2, B3, B6, B9, B12 en C, magnesium, koper, ijzer, mangaan, zink,...). Onze voeding bevat vaak weinig magnesium. Magnesium zit in peulvruchten en volle graangewassen, droog fruit, zeevruchten, chocolade en bepaalde mineraalwaters. Voor een goede neurotransmissie moeten de neuronen en de postsynaptische receptoren in goede staat zijn. De voeding moet voldoende vetzuren, vooral omega 3-langeketenvetzuren (EPA, DHA), bevatten om de celmembranen soepel te houden. Die zitten in vette vis (twee tot drie maal per week vette vis eten) en bepaalde plantaardige oliën (koolzaadolie, notenolie, hazelnotenolie, ...). De gemoedsstemming wordt beïnvloed door de voeding en volgens een studie verschilt dat volgens de leeftijd. Jongvolwassenen zouden gevoeliger zijn voor een voeding die de hoeveelheid neurotransmitters zoals serotonine en dopamine verhoogt. Na de leeftijd van 30 jaar worden antioxidanten belangrijker. Met het verouderen worden immers meer vrije radicalen geproduceerd, wat een negatieve invloed heeft op de geestelijke gezondheid. Met het verouderen hebben we dus meer antioxidanten nodig. Die zitten in fruit, groenten en bepaalde kruiden. Omgekeerd hebben voedingsmiddelen die de oxidatieve stress verhogen, zoals suikerhoudende voedingsmiddelen (gebakjes, koekjes, witte bloem,...) of die het sympathische zenuwstelsel stimuleren zoals cafeïne, een negatieve invloed. Goede eetgewoontes zijn dus erg belangrijk, maar die moeten worden gecombineerd met lichaamsbeweging (meerdere sessies per week). Junkfood heeft een negatieve invloed op het lichamelijke en geestelijke welzijn. Slechte eetgewoontes (te veel suiker en zetmeelrijke voedingsmiddelen, witte bloem, denaturatie van voedingsstoffen door te sterk bakken, transvetzuren, te veel omega 6-vetzuren,...) veroorzaken een veralgemeende, laaggradige ontstekingstoestand, die echter vaak niet wordt opgemerkt, maar die op termijn bijdraagt tot allerhande chronische ziekten zoals depressie. Overgewicht is meestal te wijten aan slechte eetgewoontes. We weten nu dat het vetweefsel pro-inflammatoire hormonen afscheidt. Anderzijds verstoort een ongezonde voeding de microbiota, waardoor het darmslijmvlies doorlaatbaar wordt (leaky gut). Meerdere inflammatoire stoffen zoals bacteriële fragmenten dringen dan in het lichaam en veroorzaken een reactie van het immuunsysteem. In de hersenen ontwricht die ontsteking de synthese van neurotransmitters, wat een verklaring kan vormen voor vermoeidheid, stemmingsstoornissen, slaapstoornissen en depressie. Om dat te vermijden, moeten we veel fruit, groenten en gekleurde kruiden die veel antioxidanten bevatten, innemen.