...

Eind augustus. Aan de vooravond van de Memorial Ivo Van Damme is de geboren en getogen Leuvenaar onderweg naar een meeting in Sankt Wendel (Saarland). "Ik vind het een eer dat ik de kans gekregen heb om van atletiek mijn beroep te maken. Die unieke kans wilde ik niet laten schieten. Maar daar tegenover staat dat je ook geacht wordt te presteren. Atleet zijn is geen nine to five job, daar moet je echt wel zeven dagen op zeven mee bezig zijn. Concreet train ik zes dagen op zeven tweemaal daags, maar er komt zoveel meer bij kijken: je moet zorgen dat je gezond eet en voldoende rust. Als ik 's zondags zou zeggen: ik ga vandaag, op mijn rustdag, eens een flinke wandeling maken in Brussel, vergeet dan maar dat je 's maandags op training kan presteren", stelt hij. Het gaat niet alleen om trainingen, maar vooral om prestaties op kampioen- schappen. De voorbije jaren is Ben Broeders meermaals Belgisch kampioen polsstok (in- en outdoor) geworden en heeft hij het Belgisch record polsstok meermaals scherper gesteld, tot intussen 5,81 meter (op 20 augustus jongstleden). "Ik ben er stilaan aan het doorkomen, zoals dat record duidelijk heeft gemaakt, na wat voor mij een baaljaar is geweest. Ik heb deze winter mijn hamstrings gescheurd en heb nadien een paar contracturen opgelopen. Daardoor ben ik dit jaar nooit helemaal in mijn ritme geraakt en heb ik op de Olympische Spelen in Tokio mezelf niet kunnen overstijgen, terwijl ik dat wel had gehoopt. Ik heb nu nog een aantal meetings op de agenda staan om die positieve flow aan te houden, in de hoop dat we volgend jaar opnieuw kunnen starten." In 2022 zijn de belangrijke atletiekafspraken het WK indoor in Belgrado en het EK en WK outdoor in respectievelijk München en Eugene in de VS. Voor de profatleet van Sport Vlaanderen wordt dat WK in Oregon (hopelijk) een weerzien met de stad waar hij als junior in 2014 zijn eerste internationale ervaring heeft opgedaan. "Natuurlijk probeer je als atleet te profiteren van het feit dat je naar al die plekken mag reizen. Maar vergis je niet: geen enkele atleet gaat op uitstap voor hij of zij gedaan heeft waarvoor we daar zijn, zijnde zo goed mogelijk presteren. Neem bijvoorbeeld het EK voor min- 23-jarigen in Bydgoszcz (Polen). De polsstokcompetitie stond als allerlaatste nummer geprogrammeerd, daar heb ik dus niets gezien. Op het WK in Doha in 2019 hadden we nog vier dagen na onze competitie, dan hebben we marktjes bezocht, de lokale cultuur opgesnoven en gezamenlijk ook de competitie bij de vrouwen gevolgd. Dus ja, reizen hoort bij onze job, dat is leuk. Maar we zijn er in de eerste plaats voor ons werk!" Op dat vlak was Tokio ook een afknapper: "Ik heb helaas de finale niet gehaald en mocht ze zelfs niet bijwonen. De stad bezoeken kon evenmin, meer zelfs: 48 uur na mijn uitschakeling moest ik al uit Japan weg zijn." En hoe lang ziet hij zich nog atletiek bedrijven? "Ik hoop dat ik nog tien jaar meekan. Ik zou graag nog de Spelen in Los Angeles (in 2028) halen, maar als Brisbane (2032) kan, dan zou mijn carrière wel compleet zijn. Het kan echter dat mijn lichaam vroeger zegt 'stop', dat weet je niet. Het is wel zo dat polsstokatleten die vooral op kracht springen minder lang meegaan, terwijl wie op souplesse springt, een langere carrière heeft. Daarom probeer ik ook mijn techniek te verbeteren en meer op souplesse te springen." En wat is zijn droom dan: ooit het Belgische record naar zes meter brengen? "Die magische barrière is allicht de droom van elke atleet." Opmerkelijk: hoezeer atleten tijdens de competitie concurrenten zijn, is het ook een groep collega's die best met mekaar overweg kunnen. Dat bleek afgelopen zomer toen corona de facto atletiekwedstrijden onmogelijk heeft gemaakt. "We wilden mekaar echt zien. We hebben met de collega's zelf wedstrijden georganiseerd in Frankrijk, zodat we ook onze conditie konden onderhouden. En ik heb ook stage gedaan met de Zweedse ploeg." Daardoor kent Ben Broeders de nieuwe wonderboy in het circuit, de Zweedse wereldrecordhouder en olympisch kampioen Armand Duplantis, vrij goed. Intussen combineert de DCLA-atleet het polsstokspringen met studies farmacie. Hoe is hij bij die studiekeuze beland? En hoe loopt die combinatie in de praktijk? Ben Broeders: "Aanvankelijk had ik niet echt een idee wat ik zou gaan studeren, maar door een lezing van professor Tytgat ben ik echt geboeid geraakt door de opleiding. Het is een mooie richting waarbij het helpen van mensen toch wel centraal staat." Tijdens zijn eerste (volledige) studiejaar werd hij echter getroffen door klierkoorts. "Dat heeft mijn jaar in de soep gedraaid. Maar toen heb ik me ook geplaatst voor het WK juniores in Eugene. Dat was zo'n leuke ervaring dat ik, met steun van mijn ouders en de faculteit, heb beslist om mijn bachelorjaren op te splitsen. In de jaren daarop is het echt beginnen lopen en kon ik me telkens plaatsen voor het kampioenschap dat er toe deed. Toen ik in 2016 vierde werd op het EK bij de senioren kreeg ik een halftijds contract bij Sport Vlaanderen. Ik was vaak weg voor mijn sport, dus was splitsen een logische optie." De omschakeling van atletiek naar studie bezorgt hem, misschien verrassenderwijs, geen al te grote problemen. "Het zijn twee verschillende werelden, maar het is een manier om je gedachten te verzetten. Ik vind het heel goed dat je je geest kan triggeren bij het studeren, terwijl je daarnaast fysiek bezig bent. Net die combinatie maakt dat beide goed kunnen gaan, net zoals ik al gemerkt heb dat als een deel wat minder loopt ook het andere daaronder lijdt. Dit gezegd zijnde: als ik binnenkort apotheekstage moet doen, zal ook voor mij een switch zijn. Effectief in de apotheek aanwezig zijn, is wat anders dan thuis achter je boeken kruipen." Met een druk atletiekprogramma wordt het een uitdaging om dat praktisch te organiseren, geeft hij toe. "Daarover moet ik samenzitten met de faculteit en stagebegeleider. Ik ben benieuwd hoe het zal lopen, want tot nog toe was onze opleiding vrij theoretisch en hebben we als student nog niet veel ervaring gehad met de wereld van de apotheek. Er zijn bovendien heel veel types apotheken en je moet uiteindelijk een apotheek vinden die bij je persoonlijkheid past. In die zin zie ik die stage als een mogelijkheid om de opgedane kennis naar boven te brengen, maar ook om jezelf te leren kennen - al blijft het uiteindelijke doel wel om de patiënt zo goed mogelijk te helpen. Hoe de combinatie atletiek-apotheek zal lopen eenmaal ik afgestudeerd ben, zal de toekomst moeten uitwijzen."