...

Geboren als Brusselaar, afgestudeerd als apotheker, arts en chemicus, en werkzaam als hoogleraar in Leuven, was Jean-Baptiste Van Mons een verrassend veelzijdig wetenschapper. Dat zijn naam nochtans niet meteen een belletje doet rinkelen, is verrassend, zeker omdat in het buitenland erfgoedfragmenten wel degelijk terug te voeren zijn tot het werk van Van Mons. Het heeft alles te maken met 's mans grote hobby: het kweken van nieuwe fruitvariëteiten. Toch startte zijn carrière in de apotheek. "Wellicht werd hij als kind al ondergedompeld in de farmacie via zijn grootvader langs moederszijde: die was apotheker in Antwerpen", weet Thomas Matei van de Bûûmplanters in Brussel, een vereniging die Van Mons' pomologische erfenis opnieuw wil verspreiden. Archiefonderzoek leert dat Van Mons vele jaren een apotheek heeft gehad op de hoek van de Wolvengracht en het Muntplein in de hoofdstad. En zijn wetenschappelijke interesses deden Van Mons al vroeg pleiten voor het opstellen van een 'Europese' (sic) farmacopee. Door medicijnen een wetenschappelijke naam te geven, inclusief een uniforme bereiding, bewerkstelligde hij een revolutie in de artsenijbereiding, luidt het. En ook opmerkelijk: volgens het tijdschrift Nature was Van Mons de eerste die vaccinaties in België introduceerde. Thomas Matei: "Net zoals Jenner zijn eigen kinderen heeft ingespoten met het koepokvaccin deed Van Mons dat ook met zijn oudste zoon, om sceptici te tonen dat vaccins wel degelijk veilig én werkzaam waren tegen epidemieën." Hoezeer a posteriori twijfels zijn gerezen over Van Mons' werk als pomoloog, vast staat wel dat zijn selectie- en veredelingsmethodes voor fruitsoorten hem op de radar van Charles Darwin zetten. "Darwin had weliswaar twijfels over diens bestuivingsmethode, maar dat hij Van Mons vermeldt in zijn Origins of species is an sich bijzonder. In se zie je daar de ontwakende genetica aan het werk", luidt het. De faam die Jean-Baptiste Van Mons geniet in pomologische middens heeft alles te maken met de boomgaard die hij tussen 1798 en 1819 runde in Brussel. "Tussen de Anderlechtse en Ninoofse Steenweg huurde hij een terrein van ruim drie hectare, de ingang bevond zich op het huidige Bloemenhofplein. Daar kweekte, verzamelde en veredelde hij 80.000 boompjes: appels, kersen, pruimen maar vooral peren, niet alleen uit eigen land, maar ook uit de buurlanden. Daarbij gebeurde het wel eens dat Van Mons bestaande soorten een nieuwe naam gaf (patentrecht bestond toen niet), maar evenzeer teelde hij honderden nieuwe variëteiten en dat entgoed zond hij naar collega's in het buitenland. Dat verklaart waarom bijvoorbeeld de Beurré d'Anjou in de Verenigde Staten en Argentinië of de Thompson peer in Groot-Brittannië populaire soorten zijn. Maar hun origines gaan wel degelijk terug tot Van Mons' Brusselse Pépinière de la Fidélité."Helaas, in 1819 kreeg de hobbyist-pomoloog te horen dat zijn boomgaard in de hoofdstad plaats moest maken voor nieuwe woonsten. La Pépinière werd dus noodgedwongen opgedoekt en verhuisd naar de universiteitsstad aan de Dijle, waar hij intussen was aangesteld als professor aan de nieuwe Rijksuniversiteit, verantwoordelijk voor de vakken chemie, agronomie en geneeskunde. In Leuven pikte hij de draad op en kreeg zijn boomgaard (of de restanten ervan) een tweede leven, aan de Kardinaalstraat, in de buurt van de Vaartkom. Maar het Brusselse scenario herhaalde zich: ook hier moest Van Mons' kweekprogramma in de jaren 1830 wijken voor de 'vooruitgang': een broodbakkerij en een gasfabriek die voor de Leuvense straatverlichting instond, dwongen hem nogmaals te verhuizen, naar de Keizersberg en het Groot Begijnhof. In zijn carrière als leraar en professor is Van Mons een erg productief auteur geweest over uiteenlopende onderwerpen. Zijn bevindingen inzake pomologie vonden hun neerslag in De la culture des arbres fruitiers ou Pomonomie belge. Nazaten van Van Mons hebben na diens dood nog een tijdlang de Société Van Mons gerund, al bleken tal van fruitvariëteiten geen commercieel succes. Thomas Matei: "Van Mons wordt soms de prins van de Belgische pomologie genoemd. Het is dan ook verbazingwekkend dat zo iemand, en de vele variëteiten die door hem ontwikkeld zijn, een beetje in de vergeethoek is geraakt. Dat stukje erfgoed willen we heropvissen, door opnieuw in Brussel fruitbomen aan te planten." Ook Leuven is Van Mons niet vergeten: vlakbij de Kardinaalstraat heeft de stad een straat naar Jean-Baptiste Van Mons genoemd. En in de Leuvense Kruidtuin verwijst een gedenkplaat naar de man. Je vindt er tevens een hele reeks fruitbomen en -variëteiten die we aan deze illustere wetenschapper te danken hebben.