Je kan wel zeggen dat je work-life balance best in evenwicht is, maar voor een groot stuk komt dat vooral omdat al het sociale leven is weggevallen, en niet zozeer omdat de werksituatie verbeterd is, nuanceert ze. "In een vergelijking heb je altijd een teller en een noemer - vraag is wat er dan gewijzigd is. Voor veel mensen is dat wellicht de noemer, waardoor de teller meer aanvaardbaar wordt. Je mag de cijfers zeker niet alleen bekijken vanuit wat er op de werkvloer gebeurt, je moet ook rekening houden met wat er zich thuis afspeelt."

De jonge apothekers vergen veel aandacht, benadrukt ze verder. "Er wordt enorm veel van hen gevraagd. Zeker jonge overnemers, die zitten echt op hun tandvlees. Op zich zijn ze zeker wel heel gemotiveerd, maar de administratieve last en alles wat erbij komt kijken qua ondernemerschap weegt te zwaar door." Tommelein somt enkele voorbeelden op: "Je social media moeten onderhouden worden, je apotheek met hip zijn, je moet 12 u open zijn, je moet een robot hebben, online bezig zijn,... Waardoor je je niet meer kan bezighouden met wat je echt graag doet, namelijk mensen helpen."

Extra personeel aanwerven voor al die taken is geen optie, want daar is geen budget voor. "Waardoor je ziet dat mensen soms 70 à 80 uur per week werken, en dan moeten ze in het weekend nog aan de administratie beginnen. Dat is wel echt een aandachtspunt."

Ook artsen hebben het moeilijk

Van de ruim 3.500 artsen die onze enquête invulden, zegt het gros (91%) de hoeveelheid werk doorgaans goed aan te kunnen en steeds weer nieuwe interessante kanten te ontdekken (80%). 62% kan zich geen fijner beroep voorstellen en een even groot percentage raakt meer en meer betrokken bij zijn werk. 59% vindt de werkbelasting heel goed te verdragen. Dat vinden vooral oudere artsen. De middencategorie - geboren tussen 1961 en 1980 - vindt dat veel minder (telkens 55%).

Daar staat tegenover dat een niet onaanzienlijk deel van het medisch korps het moeilijk heeft. 59% kent dagen dat hij/zij al moe is voordat ze naar het werk zijn gegaan. Dat geldt vooral voor de jongere artsen geboren na 1980: liefst driekwart antwoordt bevestigend op deze stelling. Iets meer dan de helft (52%) heeft na de werkuren meer tijd nodig dan voorheen om te ontspannen, voelt zich na het werk meestal slap en fysiek vermoeid. 38% heeft het soms helemaal gehad met zijn werkzaamheden en 34% voelt zich tijdens het werk steeds vaker emotioneel uitgeput. Net geen derde (31%) overkomt het steeds vaker dat ze zich afstandelijk uitlaten over hun werk en dat is vooral het geval bij de jongeren. 26% is steeds meer geneigd zijn werk mechanisch zonder al te veel nadenken uit te voeren. En één op de vijf is na verloop van tijd de persoonlijke band met het werk verloren.

Je kan wel zeggen dat je work-life balance best in evenwicht is, maar voor een groot stuk komt dat vooral omdat al het sociale leven is weggevallen, en niet zozeer omdat de werksituatie verbeterd is, nuanceert ze. "In een vergelijking heb je altijd een teller en een noemer - vraag is wat er dan gewijzigd is. Voor veel mensen is dat wellicht de noemer, waardoor de teller meer aanvaardbaar wordt. Je mag de cijfers zeker niet alleen bekijken vanuit wat er op de werkvloer gebeurt, je moet ook rekening houden met wat er zich thuis afspeelt." De jonge apothekers vergen veel aandacht, benadrukt ze verder. "Er wordt enorm veel van hen gevraagd. Zeker jonge overnemers, die zitten echt op hun tandvlees. Op zich zijn ze zeker wel heel gemotiveerd, maar de administratieve last en alles wat erbij komt kijken qua ondernemerschap weegt te zwaar door." Tommelein somt enkele voorbeelden op: "Je social media moeten onderhouden worden, je apotheek met hip zijn, je moet 12 u open zijn, je moet een robot hebben, online bezig zijn,... Waardoor je je niet meer kan bezighouden met wat je echt graag doet, namelijk mensen helpen." Extra personeel aanwerven voor al die taken is geen optie, want daar is geen budget voor. "Waardoor je ziet dat mensen soms 70 à 80 uur per week werken, en dan moeten ze in het weekend nog aan de administratie beginnen. Dat is wel echt een aandachtspunt."