Als de zorg zorgelijk wordt

...

Veerle Janssens had een vurige kinderwens, maar zwanger worden lukte niet en een zoveelste hormonenbehandeling lokte een depressie uit. Na een suïcidepoging belandt ze in de psychiatrie. De psychiater zonderde haar af in de isolatiecel zonder te vragen wat er precies aan de hand was. De hulpverlening bleek allerminst helpend en dreef een wig tussen haar en haar verloofde. Haar kinderwens ging in rook op, haar relatie liep op de klippen, ze verloor haar huis en het contact met haar plusdochtertjes. Die wrange en pijnlijke geschiedenis werd Een tijd tussen al mijn tijden. Janssens was nog het sterkst geholpen door de niet-professionele zorg, familie, collega's en vrienden waardoor ze de botsing met de koude kant van de psychiatrie kon overleven. Want als ze opkwam voor haar rechten en vroeg om transparantie werd dat afgedaan als een symptoom van haar ziekte. Ze kon als professionele reisbegeleidster haar weg vinden in steden als Mexico City maar werd als 'verward' omschreven omdat ze in de wirwar van ziekenhuisgangen niet meteen de weg vond. Ze werd gereduceerd tot haar diagnose en als ze daar tegen inging, leed ze aan 'ontkenning', een freudiaanse truc om niet naar haar te luisteren. Ze staat machteloos tegenover het onbewogen en bevreemdende gedrag van sommige artsen en verzorgers. Ondanks de gruwel van wat haar overkomt, schrijft Janssens met veel sereniteit over de geestelijke gezondheidszorg. Haar boek is een hoopvolle oproep om de ggz menselijker te maken.Christiaan Vinkers, psychiater en hoogleraar Stress en Veerkracht aan Amsterdam UMC, begint In de ban van burn-out met de medische voorgeschiedenis van burn-out, wat eerder neurasthenie, surmenage, managersziekte of overspannenheid werd genoemd. Deze historische diagnostische labels zijn wegens vaag, slecht meetbaar en bij gebrek aan effectieve behandelingen in onbruik geraakt. Vinckers verwacht dat met 'burn-out' hetzelfde zal gebeuren. Want terwijl de klinische realiteit van veel persoonlijk leed onmiskenbaar is, is de wetenschappelijke basis voor deze veel gestelde diagnose wankel. Dit helder geschreven en stevig onderbouwde boek gaat op zoek naar een onderliggende basis voor de vele klachten en symptomen die in het containerbegrip 'burn-out' ondergebracht worden. Volgens Vinckers is het daarbij zinvol om uit te gaan van de fysiologie en psychologie van toxische stress die ernstige klachten kan veroorzaken. Hij stelt voor burn-out te begrijpen als een proces van accumulerende onmacht en escalerend onevenwicht en zoekt naar antwoorden op pertinente vragen zoals: Hoe raakt iemand overbelast, bij wie gebeurt dit en wanneer, en wat kunnen we daaraan doen? Hoe kunnen we stresssignalen eerder oppikken en er adequaat op reageren? Dit stimulerende boek zet aan tot nadenken over constructieve replieken op deze uitdagingen en is een pleidooi voor kritische aandacht voor individuele veerkracht en maatschappelijke verantwoordelijkheid, op de grens van leven, werken en gezondheid.Honderdduizenden in België en Nederland slikken (veel) medicijnen voor hun psychische klachten. Al die antidepressiva, antipsychotica, slaap- en kalmeringsmiddelen zijn een zegen als ze iemand snel uit een diepe mentale crisis halen, maar kunnen ook een vloek zijn. Ze zijn verslavend, hebben ernstige bijwerkingen en er plots mee stoppen is gevaarlijk. Maar velen gaan door met de hoge dosering die ze tijdens hun crisis kregen en zijn bang om te stoppen omdat ze geen zin hebben in een terugval, een reëel risico als je te snel stopt. Psychiater Remke van Staveren legt in Minder slikken uit waarom minder medicatie meestal beter is en hoe je die verantwoord kan afbouwen: minderen naar een zo laag mogelijke, maar nog wel werkzame dosering en als het kan zelfs stoppen. Van Staveren geeft niet alleen goede redenen om te stoppen, maar geeft praktisch aanwijzingen over hoe je dat doet. Afbouwen vergt een deskundige aanpak. Daartoe bekijken zorgprofessional en cliënt (liefst samen met een naaste) welke zorg het best bij de cliënt past, zodat de zorg zoveel mogelijk aansluit bij de situatie en behoeftes van de cliënt - die uiteindelijk het laatste woord heeft, in een proces van geïnformeerde besluitvorming. Van Staveren pleit in dit - ook voor niet-medici, goed leesbare en heldere - boek voor een betere gezondheid en meer kwaliteit van leven. Het minderen en eventueel stoppen van medicatie hoort net zo goed bij behandeling in de ggz als het opstarten en doorgaan.