...

Wat nemen we mee uit de coronacrisis? Professor Erika Vlieghe, diensthoofd infectieziekten UZA en voorzitter van de Groep Experts belast met de Exit-Strategie (GEES), en Pedro Facon, directeur-generaal gezondheidszorg bij de FOD Volksgezondheid en covoorzitter van het Comité Hospital & Transport Surge Capacity, vertellen het u in een uniek dubbelinterview. Via Zoom, dat spreekt. "Een 1,5-meter samenleving met mondmaskers is op lange termijn niet compatibel met de manier waarop wij kwalitatief leven ervaren", steekt Vlieghe van wal. "Het is een noodzakelijk kwaad in een overgangsfase. Maar er moet wel veel meer aandacht gaan naar basishygiëne. Nogal wat medewerkers van woonzorgcentra beheersen de minimale concepten van veilig werken, universele voorzorg of goede handhygiëne niet. Essentieel nochtans in de dagelijkse zorg. En ook: een hoestende patiënt geef je een mondmasker, ben je ziek trek je dan even terug. Dat blijft belangrijk na corona." Veel kan beter. Vlieghe: "Natuurlijk moeten we niet evolueren naar een samenleving van mensen met smetvrees. Maar op cruciale plaatsen - toiletten in scholen, universiteiten, openbare gebouwen... - is het droevig gesteld met de hygiëne. De volksgezondheid wint er absoluut bij als mensen daar deftig hun handen zouden kunnen wassen. De gewoonte om de handen te wassen voor men aan tafel gaat of na een toiletbezoek moet ook weer meer ingeburgerd geraken. Persoonlijk vind ik dat belangrijker dan dat iedereen een masker draagt. Zelfs al ben ik daar in deze crisis en specifiek in de exit-fase wel voorstander van. Maar een aantal zaken zijn al heel lang niet goed genoeg. Laat ons die upgraden." Voor Pedro Facon is de noodzaak van handen wassen, desinfecteren, afstand houden en maskers dragen... deels cultureel bepaald. "Het evolueert wel snel. Naast een pedagogisch element gaat het ook over een stukje aanvaarding. We moeten ermee leren leven. Azië maakte al eerder grote crises mee en daar is het beter ingeburgerd." Nu krijgt Europa de kans om zaken definitief te verankeren. "We keren terug naar de essentie van ons gezondheidsbeleid. In de 19de en begin 20ste eeuw boekte men de grootste gezondheidswinst door heel hard in te zetten op hygiëne. We zijn daarin te laks geworden. Decennialang kwamen er geen infecties meer voor en dus waren we het een beetje vergeten. We worden er nu opnieuw mee geconfronteerd." Inzetten op financiering en terugbetaling in de ziekteverzekering blijft uiteraard cruciaal. Heel wat hefbomen voor de volksgezondheid zitten echter niet in het zorgsysteem. "Algemene hygiëne, preventie en een gezonde leef- en woonomgeving zullen nu hoger op de agenda komen", denkt Facon. Wel is hij er zich zeer van bewust dat de sterkte van de ketting afhangt van de zwakste schakel. "In bepaalde woonomgevingen leven mensen zeer dicht bij elkaar in erbarmelijke omstandigheden.. Denk aan de grootsteden, met daklozen in opvangcollectiviteiten en illegale woonvormen. Die zwakke schakels moeten we meenemen en er extra zorg voor dragen - om humanitaire én epidemiologische redenen. Anders kan een epidemie juist daar weer heropflakkeren." Concreet impliceert dit voor Vlieghe dat je de sociaal kwetsbare groepen ook vindt en bereikt met preventieve boodschappen. "Een deel van de oefening die we nu doen, houdt ook in dat iedereen toegang krijgt tot zorg en testing. Voor de duidelijkheid: epidemiologisch onder- scheiden we deze risicogroepen uiteraard van de ouderen die evenzeer een groter ziekterisico lopen." "We willen", vult Facon aan, "komen tot een zeer fijnmazig systeem met een goed test- en opsporingsbeleid om haarden snel te detecteren en in kaart te brengen. Dan kunnen we er equipes heen sturen om de besmetting in te dammen. De basiselementen bestaan al: de gemeenschapsinspectie en de epidemiologische data van Scienscano. Dat moet worden versterkt om lokaler en sneller ingrijpen toe te laten."de Apotheker brengt op 17 juni een 'Special Covid-19' uit. Daarin kan u het vervolg van dit dubbelinterview lezen.