...

Bij het binnenrijden verwijst een gedenksteen naar Commandant Dony, een Belgische gevechtspiloot in de Eerste Wereldoorlog. We zijn dus op een voormalige luchtmachtbasis beland? De aerodrome de Nivelles heeft 45 jaar bestaan (1917-1962) en is tijdens de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt door de Luftwaffe en de geallieerden. Dat luchtmachtverleden wordt nog op een andere manier duidelijk: op het domein staan drie grote bunkers, eertijds 'garages' voor de vliegtuigen. "Die gebruikten we als stockageruimtes. Maar na de overvloedige regens van de zomer 2021 hebben we gemerkt dat er water binnensijpelt. We moeten dus al het materiaal dat we daar stockeerden elders zien onder te brengen", vertelt de korpscommandant. En evenzeer verrassend: het legerkwartier van Nijvel heeft in de naoorlogse periode decennialang, tot 1998, twee legers geherbergd: naast het Belgische leger was hier ook het Sanitätskorps van de Duitse Bundeswehr ingekwartierd. "Dat waren twee gescheiden werelden", klinkt het. Vandaag leidt apotheker luitenant-kolonel Badoux een eenheid van goed 100 militairen, onder wie ook negen apothekers. "Naast de Land, Air en Naval component telt het leger nog een vierde component: de Medical", schetst korpscommandant Badoux het ruimere plaatje. "Binnen die medische tak heb je enerzijds de medische infrastuctuur (van de hulppost tot het militair hospitaal in Neder-over-Heembeek), anderzijds het medische personeel waar logistieke specialisten en zorgverstrekkers (van ambulanciers tot artsen-specialisten) samenwerken. Het leger telt ook vier zogenaamde medisch-technische korpsen: artsen, tandartsen, veeartsen en apothekers. Voor die korpsen zijn er jaarlijks vacatures, dan mag je als student van de Koninklijke Militaire School die studies aanvatten. Ik heb ook de kans gekregen: ik heb mijn studies farmacie in Namen en aan de UCL gedaan, nadien heb ik nog een specialisatie hygiëne en leefmilieu gevolgd." Vooral voor legerartsen en -tandartsen duiken er vacatures op, daar is de nood groter dan voor de andere specialisaties, klinkt het. De apotheker luitenant-kolonel blikt terug op een zeer gevarieerde loopbaan, zegt hij zelf. Zo heeft hij onder andere in Evere op de staf gewerkt, maar ook als apotheker in Marche-en-Famenne en in Nijvel bij de centrale aankoopdienst. "Het leger biedt veel opportuniteiten en jobkansen. Daar zijn buitenstaanders zich vaak niet bewust van. Maar die mogelijkheden zijn er wel degelijk, zeker als je ook de buitenlandse missies meerekent." Maar, en dat is inherent aan het leger, "je moet natuurlijk wel kunnen aarden in een hiërarchische structuur en flexibel zijn. Als je het bevel krijgt om elders aan de slag te gaan of op buitenlandse missie te vertrekken, dan valt daar niet echt over te onderhandelen." De luitenant-kolonel heeft bijvoorbeeld een tijdlang dienst gedaan in Libanon, Kosovo en Afghanistan, laat hij zich ontvallen. "Dat zijn meestal missies van meerdere maanden, dan ben je van huis weg. Ook daar komt heel wat bij kijken: er moet nagegaan worden of het terrein dat het gastland voorzien heeft geschikt is om onze militairen te huisvesten en te laten werken. Je moet dat heel breed interpreteren. Is die locatie veilig én gezond? Hoe zit het met de hygiëne? Zit er geen ongedierte? En dan heb je nog de infrastructuur (tenten, medisch materieel en dergelijke) die moet worden overgevlogen. Telkens zijn wij als medische dienst in het geding." Maar er zijn ook andere interventies denkbaar: "Zo is een van onze legerapothekers tijdens de coronapandemie naar Tallinn overgevlogen om het varend personeel van de marine dat in de Baltische Zee op missie was te gaan vaccineren." Maar ook te lande wordt de medische dienst wel eens opgeroepen, om te kijken of er geen legionella in de douche zit, om wespennesten te verdelgen of voor voedselcontroles. Los van dat operationele, is de taakinhoud van de eenheid 5 EMI (Elément Médicale d'Intervention) die de korpscommandant vandaag leidt, de afgelopen decennia grondig gewijzigd. In een ver verleden zat de legerapotheek in Berchem, maar in de jaren 1960 is die verhuisd naar Nijvel. Op het militair domein bevinden zich bijvoorbeeld nog laboratoria waar men ooit zelf medicijnen heeft gemaakt. Die gebouwen staan er vandaag werkloos bij en worden op termijn allicht gesloopt, klinkt het. "In de loop der jaren is er heel wat gewijzigd. De militaire hoofdapotheek waar u naar verwijst, bestaat niet meer. We maken zelf geen medicijnen meer, maar fungeren nu als een grossist voor het hele leger. Dat betekent dat wij dezer dagen centraal medicijnen aankopen bij privéfirma's. Die medicijnen stockeren wij hier in isothermische kasten en we verdelen ze naargelang de noden van de territoriale militaire apotheken (in Peutie, Marche-en-Famenne, Zeebrugge en Leopoldsburg) om het lokale medische personeel uit te rusten, met individuele medische tassen of collectieve koffers. Op die manier verzekeren wij de medische steun aan de verschillende componenten en zit de medische herbevoorradingsketen in elkaar." Naast de bevoorrading is er nog het medisch afval. Daarvoor doet men een beroep op gespecialiseerde firma's. België is een buitenbeentje, dixit de luitenant-kolonel. "In tegenstelling tot onze collega's in het buitenland staan wij onder supervisie van het Fagg. Dat impliceert dat wij de regels van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten moeten volgen. Het gevolg is: alles is heel strikt gereglementeerd ('good distribution practices'), ook inzake stockering; we zijn verplicht om bestellingen en leveringen volgens bepaalde procedures te laten lopen, zodat alles traceerbaar is." Snel even om een pilletje gaan bij de collega-legerapotheker kan dus niet meer? "Nee! We hebben ooit de vraag gekregen van andere departementen om ook hen te bevoorraden. Het Fagg heeft toen resoluut 'nee' gezegd. Dat is toch wel anders in het buitenland. Daar regelt het leger meestal zijn eigen zaken en is er geen controle van de burgerlijke autoriteiten." Tegelijkertijd is Nijvel uitgegroeid tot een logistiek centrum voor de medische component van het Belgische leger en de buitenlandse missies die ons leger onderneemt, in het kader van Navo- en andere operaties. In een indrukwekkende hal staan metershoge rekken vol koffers met medisch materiaal, medische toestellen, tenten van het veldhospitaal van Defensie en dergelijke. Luitenant-kolonel Badoux: "We hebben onlangs een truck met een mobiele apotheek naar Roemenië gestuurd voor het detachement dat daar sinds kort actief is. Ook voor het veldhospitaal van B-Fast in Turkije hebben wij koffers met specifieke toestellen en geneesmiddelen geleend. Maar we hebben ook onze F-16's in Litouwen, en Defensie voert eveneens regelmatig oefeningen of opdrachten in Afrika uit. Zulke buitenlandse missies zijn politieke beslissingen, uiteraard, maar al die operaties moeten wij dan logistiek mee ondersteunen." Een ander aspect van het logistieke centrum ontdekken we in een van de andere gebouwen. Een aantal technici ontfermt zich over defibrillatoren, koelboxen voor bloedtransport en beademingstoestellen die aan herstelling toe zijn. "Soms heb je van een type toestel meerdere versies nodig, aangepast voor elke gebruiker en component. Als die toestellen aan herstelling toe zijn, komen die naar ons." Alhoewel de luitenant-kolonel naar eigen zeggen als corpscommandant vooral met personeelszaken bezig is, blijkt hij zijn farmaverleden niet vergeten. "Ik ga nog geregeld in een burgerapotheek helpen. Dat gaat om maximaal 40 dagen per jaar. Ik vind dat best wel relevant om de voeling met de wereld van mijn opleiding niet te verliezen, dat blijft boeiende materie. Maar zoals ik zei: ik heb als apotheker heel veel verschillende zaken gedaan tijdens mijn carrière. Dat is net het leuke aan Defensie: je kan heel veel richtingen uit." En die loopbaan brengt je dan naar het 'apothekersnest', zo blijkt. "Deze eenheid wordt zo genoemd. Al mijn voorgangers als korpscommandant in Nijvel waren apotheker van opleiding, vandaar." En, zo blijkt nog uit het carrièreoverzicht van de luitenant-kolonel, in 2024 staat zijn pensionering geprogrammeerd? "Als militair zwaaien we af op 56 jaar. Je kan je loopbaan wel verlengen op aanvraag, maar daarover heb ik nog niets beslist. We zien wel of er zich nog interessante uitdagingen aandienen..."