...

De normale lichamelijke veranderingen bij de puberteit doen zich sequentieel voor tussen de leeftijd van 10 en 17 jaar. De leeftijd waarop de puberteit begint, is wisselend en wordt blijkbaar beïnvloed door de algemene toestand van het kind, de voeding, de sociaaleconomische omstandigheden en genetische factoren. Endocriene stoornissen kunnen een pubertas praecox uitlokken. Het gewicht van het kind is een fundamenteel element. Bij meisjes correleert matige obesitas met een vroegere menarche. Bij zeer magere of ondervoede meisjes daarentegen zullen de eerste tekenen van de puberteit later optreden. Gemiddeld beginnen de borsten zich te ontwikkelen tussen de leeftijd van 9 en 13 jaar. De pubisbeharing en later de okselbeharing verschijnen chronologisch gevolgd door een sterke groeispurt tussen de leeftijd van gemiddeld 10 en 16 jaar. Jonge meisjes krijgen hun eerste menstruatie twee jaar na de ontwikkeling van de borsten tussen de leeftijd van 10 en 15 jaar. Na de eerste menstruatie is de verdere lengtegroei beperkt. Die lichamelijke veranderingen kunnen psychische verschijnselen met zich meebrengen zoals angst, depressie, eetstoornissen, neurotische verschijnselen en een verandering van karakter: pubers worden prikkelbaar, opgewonden, jaloers, ... Homeopathische geneesmiddelen stemmen overeen met het 'gevoelige' type van elkeen en houden rekening met: ? het morfologische beeld van de persoon: rijzige gestalte, korte gestalte, armetierig, overgewicht; ? de familiale voorgeschiedenis; ? het gedrag: een joviaal, timide, gereserveerd, extravert karakter; ? de slaapkwaliteit. Er bestaat een twintigtal geneesmiddelen voor 'gevoelige types' (80% van de bevolking). De homeopaat gebruikt ze om de toestand van de patiënt te stabiliseren. Na een volledige anamnese bepaalt het type van de patiënt en schrijft hij het geneesmiddel in hoge dilutie (15CH tot 30CH) met een precieze dosering voor: in het begin één keer per dag om een reactie uit te lokken, daarna één keer per week, vervolgens één keer om de twee weken en tot slot om de maand tot de toestand van de adolescent verbetert. Sommige adolescente meisjes hebben het moeilijk met wat veel beharing, dons op de bovenlip, veel zweten, acne rond de mond en mijden dan ook de spiegel. Dat is typisch het 'gevoelige type" Sepia officinalis (inktvisinkt): een jong, prikkelbaar, pessimistisch meisje, dat de eenzaamheid opzoekt en de omgeving ontvlucht. "Het meisje gaat met de benen gekruist tegen een muur zitten en weent tranen met tuiten uit verveling en angst als iemand blijkt geeft van sympathie1". Ze klaagt over sterke vermoeidheid, maar kiest toch intense sportactiviteiten, waarmee het verbetert. Sepia officinalis bevordert het psychische aanvaardingswerk, heeft gunstige invloed op de angst, verbetert het intellectuele rendement en bevordert de sociale re-integratie en de re-integratie in het gezin. Andere adolescenten groeien snel, wat gepaard kan gaan met botpijn, groei-epifysitis, kyfose en scoliose. Ze geraken snel vermoeid en voelen zich gemakkelijk wat down. Het gedrag vertoont een zaagtandpatroon met alternerend fasen van intense lichamelijke en mentale hyperactiviteit gevolgd door fasen van zwakte en dipjes, die negatieve invloed hebben op het concentratievermogen en het memoriseren op school, fasen van welsprekendheid gevolgd door fasen van zwijgen en fasen van extreme emoties gevolgd door fasen van onverschilligheid. Dat is het 'gevoelige type' Calcarea phosphorica of Phosphorus. Een laatste courant voorbeeld: adolescenten die zich isoleren onder hun kap met een koptelefoon op hun oren. Ze vertonen vaak afwijkingen van het lichaamsschema en dysmorfofobie, ze vinden zichzelf te groot, te dik, te klein, weigeren de troost en empathie van de omgeving en geven de voorkeur aan het gezelschap van hun huisdieren. Dat is het 'gevoelige type' Natrum muriaticum (zeezout). Dat type vertoont vaak eetstoornissen zoals anorexie en boulimie. Het bovenlichaam van die jonge adolescenten is mager en het onderlichaam vertoont cellulitis. Ze hebben acne op de neus-lippenplooi en het voorhoofd. De menstruatie kan gedurende meerdere maanden achterwege blijven. Soms staan neurotische verschijnselen op de voorgrond, die de relaties met de omgeving bemoeilijken. De ouders voelen zich machteloos, komen vaak advies vragen en zoeken naar natuurlijke oplossingen om het moeilijke gedrag van hun adolescenten af te zwakken. Enkele homeopathische geneesmiddelen ad hoc: PlatinaVoor ijdele adolescenten met een zeer hoge dunk van zichzelf. Ze kunnen blijk geven van misprijzen voor anderen of anderen koudweg kwetsen. Ze trekken de aandacht door zich zeer elegant of extravagant te kleden. Ze verbergen een grote nood met een veranderlijke gemoedsstemming. Lycopodium clavatum (wolfsklauw) Voor jonge meisjes met een late puberteit (na 15 jaar), die groter worden en weinig borstontwikkeling vertonen. Ze vinden het niet belangrijk hoe ze eruitzien en leggen weinig vrouwelijkheid aan de dag in hun kleding of kapsel. Ze vertonen opflakkeringen van acne op het gezicht en de bovenrug. Vaak vertonen ze een seborroïsche dermatitis. Ze zijn erg prikkelbaar, rancuneus en jaloers. Ze zijn veeleisend voor zichzelf en de anderen. Ze klagen over spijsverteringsproblemen zoals constipatie, hemorroïden en een opgeblazen gevoel voor de menstruatie. Ze verliezen veel bloed bij de menstruatie. Pulsatilla (wildemanskruid of pelsanemoon) Die zachte, fragiele jonge meisjes zoeken constant steun bij hun ouders en kunnen moeilijk afstand nemen van het geruststellende gezinskader. Van Pulsatilla onthouden we de extreme varia- biliteit van de symptomen en gewaarwordingen, die veranderen volgens het humeur van de dag. De puberteit accen- tueert het gebrek aan zelfvertrouwen nog. Ze kunnen eetstoornissen vertonen zoals boulimie voor zoetigheid en hebben een aversie voor vetten. Homeopathische geneesmiddelen met hun somatische en emotionele effecten lenen zich goed voor de psychische stoornissen die voortvloeien uit de puberteit. Uiteraard gaat het niet alleen om emotionele factoren. Bij de overgang naar de volwassen leeftijd spelen ook de levenswijze en sociale en omgevingsfactoren mee.