Nadat Christelle Szdeleski 15 jaar aan de slag was als apotheker in de industrie en in een officina, verlegde ze haar loopbaan naar de klinische psychologie. Ze ontvangt patiënten én geeft opleidingen in de communicatie aan apothekers.
...
Waarom koos u voor een opleiding als apotheker? Christelle Szedleski: Eerlijk gezegd, weet ik het niet goed, maar ik had wel altijd iets met wetenschap. Ik maakte mijn studiekeuze in functie van de inhoud van de opleiding, niet met het oog op een beroep. Mijn broer had vriendinnen die apotheker waren en ik vermoed dat dat wellicht een rol speelde bij mijn studiekeuze. Ik begon aan mijn studies in Namen en zette die verder aan de UCL. Toen ik in 1999 afstudeerde, wilde ik zoveel mogelijk pijlen op mijn boog hebben en zoveel mogelijk vrijheid om te doen wat ik wilde. Dus deed ik een jaar specialisatie in industriële farmacie en werkte ik vijf jaar voor GSK. Ik gaf leiding aan productieteams op het gebied van aseptisch afvullen: een jaar in de antibioticafabriek in Heppignies en daarna in Rixensart, voor het verpakken van vaccins in injectiespuiten of flacons. Wat deed u besluiten om terug te gaan naar de apotheek? Ik vond de stages in apotheken heel interessant, maar ik wilde iets anders doen. Na de geboorte van mijn eerste kindje wilde ik dichter bij huis werken om meer tijd te hebben voor mijn gezin. Ik heb 15 jaar aan het hoofd gestaan van een apotheek in Haillot bij Andenne. Ik vond het werk in de industrie heel interessant, maar ik vond het jammer dat ik ver stond van meer algemene aspecten van gezondheid en advies. Op een bepaald ogenblik ging u opnieuw studeren... Ja, ik ben in 2012 begonnen aan een master in de psychologie aan de UCLouvain. Misschien was het een midlife crisis! Maar ik had sowieso belangstelling voor psychologie, ik kocht een eerste boek, dan een tweede en ga zo maar door. Op een dag zei mijn man me gekscherend dat ik in plaats van een boek per week te kopen, ook terug naar school kon gaan. Voor mij viel dat niet te combineren met mijn werk en ik dacht er niet aan om te stoppen met werken. Maar het idee, hoe onrealistisch ook, bleef hangen en uiteindelijk besloot ik om mijn kans te wagen. Het ging goed, ik bleef werken (3,5 dag/week) terwijl ik studeerde en mijn diploma haalde. Mijn vrienden zeiden me dat het moedig was om terug naar school te gaan. Maar het was geen moed, ik deed mezelf een plezier! Na jaren in de apotheek moest ik mezelf intellectueel herinvesteren en dat beviel mij. Hoe kwam u aan het onderwerp - hoogbegaafdheid - van uw eindwerk? Ik was aanvankelijk geïnteresseerd in dat onderwerp omdat ik het kende uit mijn omgeving. Vóór mijn master in de psychologie heb ik in Mons een universitair certificaat behaald in de begeleiding van jongeren met een hoog potentieel (HP). En tijdens mijn master in de psychologie, merkte ik dat het niet gemakkelijk is om een stageplaats te vinden. Uiteindelijk wendde ik mij tot een collega die gespecialiseerd was in de behandeling van HP. Zij verwelkomde mij voor mijn stage en stelde voor dat ik een scriptie zou maken over dat onderwerp. Ik heb mijn proefschrift gemaakt bij professor Jacques Grégoire, een specialist op dat gebied, die mij vervolgens voorstelde om zijn team aan de UCLouvain te vervoegen, waar gespecialiseerde psychologische consulten worden gehouden (emotie, HP, neuropsychologie, enz.). Dat is hoe hoogbegaafdheid een van mijn belangrijkste consultatiespecialisaties werd. Ontdekte u links met de apotheek tijdens uw studies psychologie? Er zijn er meer dan wat ons geleerd wordt tijdens de opleiding. Ik was een beetje gefrustreerd door het feit dat er zo weinig rekening wordt gehouden met psychologische aspecten bij de therapeutische keuzes of bij de benadering van de patiënt. Het ontkennen van zwangerschap, bijvoorbeeld, maakt duidelijk hoe groot de invloed van het psychische op de fysiologie van het menselijk lichaam is. Die invloed is veel belangrijker dan wij denken. Misschien is het vandaag anders, maar toen ik studeerde waren farmacie en geneeskunde in het algemeen zeer technisch en werd er in mijn ogen te weinig rekening gehouden met psychologische aspecten. Maar ik denk dat er veel verbanden zijn. Worden ze voldoende benut? Ik denk het niet. Hoe evolueerden uw professionele activiteiten nadat u uw diploma in de psychologie haalde in 2019? Ik begon onmiddellijk met mijn klinische consultaties en besefte dat het ingewikkeld zou zijn om ze te combineren met mijn werk in de apotheek. Ik kon niet minder dan 3,5 dagen per week werken als apotheekmanager. Ik moest een keuze maken en eind augustus 2020 besloot ik om de apotheek te verlaten. Vandaag geeft het zelfstandig zijn me de kans om veel dingen te doen. Consulten zijn mijn hoofdactiviteit, maar ik blijf af en toe vervangingen doen in apotheken, wat mij in staat stelt om 'bij' te blijven. Ik begin ook cursussen te geven, zoals de cursus die ik net maakte voor de apothekersvereniging van Brussel. Ze waren op zoek naar een psycholoog om een opleiding te geven op het gebied van communicatie en het feit dat ik ook apotheker ben, was voor hen een pluspunt omdat ze zo een opleiding konden aanbieden op maat van de noden van apothekers. Uw privéconsulten betreffen HP, maar ook relationele, emotionele of gedragsstoornissen, naast beroepsgebonden en ouderlijke burn-out. In 2020 haalde ik een 'Certificat d'université sur le burnout parental et professionnel'. Ik maak gebruik van de kortdurende systemische praktijk van de Palo Alto School, een cartesiaanse stroming in de psychologie. Ik vond het leuk omdat het de tak van de psychologie is die volgens mij goed past bij een apotheker, in de wijze waarop je dingen benadert, de manier waarop je de situatie analyseert, met name op een zeer globale, analytische manier. We bekijken de situatie in haar geheel binnen haar systeem, en zien de externe oorzaken die tot de moeilijkheden zullen bijdragen of die juist geen invloed zullen hebben. We bepalen de hefbomen waarop we kunnen proberen in te werken om de persoon te helpen. Ik heb echt mijn weg gevonden in deze therapeutische zorgstroming omdat ze zeer rationeel is, terwijl ze tegelijkertijd relationeel en empathisch is. Wat houdt de opleiding in die u aan apothekers geeft? De vorming bestaat uit een theoretisch gedeelte om de algemene beginselen van communicatie uit te leggen en twee workshops met situationele scenario's, gevallen die men dagelijks in de apotheek tegenkomt. Het idee is om situaties aan te pakken die een beetje delicaat zijn en die een apotheker soms geneigd is te vermijden omdat hij zich er ongemakkelijk bij voelt of uit angst voor de reactie van de patiënt. Bijvoorbeeld wanneer zij iemand willen waarschuwen die misbruik maakt van bepaalde producten, zoals laxeermiddelen of neussprays, die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn. Het doel van deze opleiding is om apothekers te leren hoe zij hun stem kunnen laten horen, en hoe ze dat kunnen doen zonder de communicatie te blokkeren, door de boodschap zo over te brengen dat die door de patiënt wordt begrepen en geaccepteerd. Ik realiseer me dat de moeilijkheden die ik ondervond toen ik in de psychologie begon, gedeeld worden door de apothekers die ik in deze opleiding ontmoet. Het heeft te maken met onze heel rationele studies, die ons waarschijnlijk een beetje geduwd heb in een manier van denken waarbij men soms geneigd is om voorbij te gaan aan de meer relationele, emotionele aspecten, die niettemin van cruciaal belang zijn in de communicatie met de patiënt. Dit is een neiging die ook ik had, om snel naar de inhoud te gaan, naar de argumentatie, nog voor ik contact heb kunnen maken met de patiënt op het meer emotionele niveau. Ik moedig apothekers aan om zich in te leven in gevoelens. Voor een oudere vrouw bijvoorbeeld, die elke week een laxeermiddel komt halen, is dat belangrijk en als we dat middel wegnemen, zal ze zich niet goed voelen. Ik leer hen vragen te negeren die spontaan opkomen zoals 'heeft ze echt wel constipatie?'... Je moet dat opzij zetten en de hand reiken aan de persoon door hun gevoelens te weerspiegelen of gewoon door empathisch te zijn. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat het niet makkelijk moet zijn om zoveel medicatie te moeten nemen. Je moet patiënten bevragen om hen te helpen moeilijkheden onder woorden te brengen. We zien dan dat er een soort terrein ontstaat waarin de persoon zich begrepen voelt. Op dat moment kunnen we met rationelere argumenten komen: "Ik begrijp dat het moeilijk voor u is, maar als u dit middel chronisch en in hoge doses gebruikt, dan kan dat problemen veroorzaken." Als je het in de juiste volgorde doet, stelt het de persoon in staat om vatbaar te zijn voor wetenschappelijke argumenten. Als de persoon er niet klaar voor is, dan kan het uitdraaien op een confrontatie. Zoals wanneer men het over vaccinatie heeft? Ja, wat doe je met iemand die twijfelt aan het nut van vaccins? Denk er aan dat er geen communicatie mogelijk is met mensen die radicaal tegen het vaccin zijn en argumenten aanhalen die bijna religieus zijn. Zij zullen niet van mening veranderen. Op zulke mensen heb je weinig of geen vat. Je moet je afvragen of de poging tot communicatie de moeite waard is of niet. Anderzijds, als de persoon gewoon bang is (wat vaak het geval is), is er een mogelijke basis voor communicatie door te vragen waar die angst vandaan komt. Dat geeft de patiënt een emotionele uitlaatklep, en krijgt die het gevoel dat de persoon die voor hem staat er niet is om hem te veroordelen, dat hij hem begrijpt, en dan kunnen we communicatie tot stand brengen. Welke lessen trekt u uit deze eerste ervaring met het opleiden van apothekers? Het contact was erg goed, vooral in de praktische workshop die meer interactief is. Ik vond dat de apothekers heel geïnteresseerd waren. Apotheker is een communicatief beroep en het aspect van hoe informatie te verstrekken zodat die door de patiënt wordt ontvangen, wordt nogal verwaarloosd. De deelnemers ontdekten iets nieuws en ook beperkingen die verband houden met het feit dat wij rationeel denken, terwijl patiënten dat niet altijd doen. Dat zagen we ook tijdens de covid-19 pandemie. Communicatie tot stand brengen op basis van ratio werkt niet. Je moet je een beetje kunnen verplaatsen in de patiënt. Hebt u nog projecten op stapel staan? Ik ben net geselecteerd om eerstelijnspsycholoog te worden. Dat project voor de erkenning van de klinische psychologie als een beroep in de gezondheidszorg maakt de terugbetaling van consulten door het Riziv mogelijk. Dat kan mijn werkdruk verhogen omdat de vraag groot is. Ik weet niet in hoeverre het mijn praktijk zal veranderen, maar het beantwoordt aan mijn wens om veel dingen te doen... en mijn werk als apotheker voort te zetten, anders zou ik volledig losstaan van de realiteit. Er zullen dus aanpassingen moeten worden gemaakt, maar dat is het voordeel van een zelfstandigenstatuut!