...

De jongste jaren is er flink wat geschreven over vasten als methode om te vermageren, maar ook bij de preventie van stoornissen die gerelateerd zijn aan overgewicht en obesitas, zoals diabetes en cardiovasculaire aandoeningen. Verschillende vaststellingen hebben tot het concept aanleiding gegeven: dieren vasten bijvoorbeeld tijdens de winterslaap en in veel religies bestaat er een vastenperiode. Bovendien vestigen onderzoekers er de aandacht op dat de mensheid veel langer geleefd heeft onder de modus van jager-verzamelaar - wat betekent dat men eet als er voedsel voorhanden is - dan onder die van sedentaire landbouwer. De jongste jaren zijn er een aantal schema's ontwikkeld om de moderne mens bij te brengen hoe hij kan vasten. Een aantal van die schema's impliceren dat men een aantal dagen in de week helemaal niet eet of de energie-inname toch drastisch vermindert. De Franse voedingsexperts Anouk Charlot en Joffrey Zoll benadrukken op internetsite 'The Conversation' dat er slechts weinig gegevens bestaan over deze methoden. Die weinige gegevens wijzen er toch wel op dat dergelijke methoden aanleiding geven tot gewichtsverlies en een afname van de nuchtere glykemie. Beide auteurs zijn duidelijk geen grote fans van dit soort aanpak. Onderzoek heeft aangetoond dat je ermee vermagert, maar je loopt ook met honger rond, kunt er gemelijk van worden en zelfs hypoglykemie ontwikkelen. Op langere termijn, zo melden de Straatsburgse onderzoekers, kunnen maaltijdloze dagen eetstoornissen in de hand werken. En kan ook een jojo-effect optreden: de frustratie die ontstaat door dagen met een ononderbroken hongergevoel zet mensen ertoe aan de methode te verlaten en opnieuw hun oude voedingsgewoonten op te pikken. Een andere methode is beter onderzocht: alle dagen eten en er niet alleen op letten wat en hoeveel je eet, maar ook wanneer je eet. De algemene aanbeveling luidt te eten in een tijdsvenster met een draagwijdte van zowat zes tot tien uur, wat betekent dat men vast gedurende 14 tot 18 uur. Maar er is meer: vroeg op de dag eten (tussen 8 uur 's morgens en 18 uur) doet vermageren en verbetert de insulinegevoeligheid van de weefsels, terwijl laat op de dag eten (vanaf de middag tot na 20 uur) deze voordelen niet oplevert, of slechts in beperkte mate. Onderzoek suggereert dat het verschil tussen vroeg of laat op de dag eten te maken heeft met synchronisatie of desynchronisatie ten opzichte van de circadiaanse biologische klok. De centrale circadiaanse klok, die in onze hersenen wordt geregeld door de afwisseling van dag en nacht, beïnvloedt via de afscheiding van melatonine de activiteit van een hele reeks perifere weefsels. Daardoor kennen tal van metabole processen en de afscheiding van metabole hormonen circadiaanse schommelingen. Opsommingen in de literatuur zijn indrukwekkend, maar Anouk Charlot en Joffrey Zoll leggen in een overzichtsartikel de nadruk op adiponectine en insuline. In de context van een normaal dag-nachtritme begint de secretie van adiponectine in het bloed rond 8 uur 's morgens. Dat hormoon bevordert het gebruik van glucose door het lichaam, verbetert de insulinegevoeligheid en gaat vetopstapeling tegen. De secretie van adiponectine piekt rond 11 uur. In de namiddag neemt insuline het over, met een piek tussen 16 en 17 uur. We stellen dus vast dat de insulinesecretie niet alleen geregeld wordt door de glucosewaarde in het bloed, maar net zoals veel andere metabole hormonen een circadiaanse curve doorloopt. En laat insuline nu net, in tegenstelling tot adiponectine, een hormoon zijn dat opstapeling van voedingsstoffen in het lichaam aanwakkert, via een verhoogde synthese van vetzuren en glycogeen. Het hongergevoel wordt in overeenstemming met deze metabole factoren geregeld. Ghreline, dat de eetlust stimuleert, kent drie dagelijkse pieken: om 8 uur, om 13 en om 18 uur. In de late namiddag komt leptine, een eetlustremmend hormoon, in beeld. De piek ligt rond 17 uur. Gezien het secretieprofiel van de metabole hormonen raden Anouk Charlot en Joffrey Zoll aan een stevig ontbijt te nemen als hoofdmaaltijd, 's middags nog flink te eten en het avondmaal licht te houden. Wegens de beperktere insulinegevoeligheid die in de namiddag wordt vastgesteld (en waarvan het mechanisme niet volledig opgehelderd is), kan men 's avonds de inname van koolhydraten het best beperken. Dat schema sluit aan bij de volkswijsheid die zegt 'Eet 's morgens als een keizer,...' enzovoort. Onderzoek maakt stilaan duidelijk dat het woord wijsheid hier op zijn plaats is.