...

"De raad wil geen discussie aangaan over de voor- en nadelen van een vegetarische voeding, maar geeft adviezen voor een evenwichtige vegetarische voeding die de voedingsbehoeften van de verschillende bevolkingen dekt", zei dr. Daniel Brasseur (ULB), voorzitter van de werkgroep over vegetarische voeding, bij de presentatie van het advies (1). "We zullen ons voedingspatroon grondig moeten bijstellen. Tegen 2050 zou de wereldwijde consumptie van ongezonde voedingsmiddelen zoals rood vlees en suiker met meer dan de helft moeten dalen en zou de consumptie van gezonde voedingsmiddelen zoals schaalvruchten, fruit, groenten en peulgewassen minstens moeten verdubbelen", voegde hij eraan toe, daarbij verwijzend naar een artikel in theLancet (2). De richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad betreffen de verschillende vormen van vegetarisme (semivegetarisme of flexitarisme, veganisme, lacto-ovo-pescovegetarisme). Er zijn twee algemene principes: hoe meer voedselrestricties, des te hoger is het risico op voedingstekorten of hogere blootstelling aan een of andere toxische stof. Bovendien veranderen de voedingsbehoeften naargelang van het ontwikkelingsstadium en met de leeftijd. Op het 23ste congres over voeding en gezondheid, op 19 en 20 november in Brussel (3), heeft prof. Philippe Goyens (Huderf, ULB, VUB) de grote lijnen van het advies geschetst: "Vegetarisme is beter voor het milieu: kleinere koolstofafdruk, minder verarming van de bodem, minder ontbossing, minder uitputting van de visbestanden en minder negatieve invloed op fauna en flora. Er zijn ook onmiddellijke gunstige effecten op de gezondheid, bijvoorbeeld bij voedselintolerantie of -allergie. En gunstige effecten op lange termijn zoals minder risico op hart- en vaataandoeningen, bepaalde kankers, obesitas en type 2-diabetes." Maar dat enthousiasme moet toch wat worden getemperd (zie verder in dit dossier). Voedingsstoffen die zeker moeten worden opgevolgd, zijn eiwitten, vetzuren, vitamine D, calcium, vitamine B12, ijzer, zink en jodium. De biologische waarde van plantaardige eiwitten is 30 tot 90% lager dan die van dierlijke eiwitten. Daarom is het belangrijk te diversifiëren en te combineren: zuivelproducten, peulgewassen, eieren, tofu,... naargelang van het gevolgde dieet. Vegetariërs zouden 20% meer eiwitten moeten eten en veganisten 30%. Een vegetarische voeding bevat minder omega 3-vetzuren EPA en DHA (daarom aanvullen met lijn-, noten-, koolzaadolie, ...) en bevat een hogere verhouding omega 6/omega 3. Zouden algen een goede bron van EPA en DHA kunnen zijn? Daarop merkte prof. Goyens op dat algen gecontamineerd kunnen zijn met zware metalen zoals arseen (algenolie is dus af te raden bij kinderen en tijdens de zwangerschap). "Het water waarin algen worden gedrenkt of gekookt, moet worden weggegooid en men mag niet meer dan 7 g gedroogde producten per dag innemen. De Hijikialg is te mijden wegens sterke contaminatie." In België is de inname van vitamine D en calcium een probleem voor de volksgezondheid. Lacto(ovo)vegetariërs krijgen voldoende calcium binnen door consumptie van zuivelproducten (drie à vier porties per dag), maar veganisten en strikte ovovegetariërs moeten extra verrijkte voedingsmiddelen en plantaardige dranken innemen. Dagelijks minstens 1,5 l calciumrijk, sulfaatarm water drinken is een goede optie. Vitamine D-supplementen (400 IE/d) zijn altijd aan te raden ongeacht de voedingswijze. Bij mensen die zuivelproducten en/of eieren eten, zal er geen vitamine B12-tekort optreden. Veganisten lopen echter een hoog risico op vitamine B12-tekort. Prof. Goyens vestigt de aandacht op zuigelingen die worden gevoed door veganistische moeders zonder supplementen (ook als de bloedspiegels nog net normaal zijn). Zo'n tekort kan irreversibele neurologische complicaties veroorzaken. De biologische beschikbaarheid van ijzer en zink in plantaardige voedingsmiddelen is minder goed dan die in dierlijke producten. Bronnen van ijzer zijn eieren, peulgewassen, volkorenproducten en oliehoudende vruchten. Om de absorptie ervan te verbeteren, moet men tevens voedingsmiddelen eten die veel vitamine C bevatten, en moet men thee en koffie buiten de maaltijden drinken. Zink wordt teruggevonden in eieren, volkorenproducten, peulgewassen, schaalvruchten en oliehoudende zaden. Jodium komt voor in brood met jodiumzout, zuivelproducten, vis, zeevruchten en schaaldieren. Het jodiumgehalte in zeealgen is zeer uiteenlopend en bovendien bevatten die zware metalen (zie hoger). Veganisten moeten dus brood met jodiumzout en tafelzout met extra jodium gebruiken. Maar er zijn ook nadelen. De blootstelling aan residu's van fytofarmaceutische producten is groter bij mensen die veel fruit en groenten eten (geef de voorkeur aan biologisch geteelde groenten en fruit, goed wassen, schillen). Peulgewassen en ontbijtgranen bevatten antinutriënten (trypsine- en lectineremmers). Die mensen worden ook meer blootgesteld aan de isoflavonen van soja, mycotoxines (granen, schaalvruchten,...), kwik (vis) en arseen (rijst, algen) (4). Hun voeding bevat meer vezels, wat de absorptie van bepaalde voedingsstoffen (ijzer, zink,...) kan verminderen als gevolg van de chelerende werking van fytinezuur. Fermentatie en kieming kunnen dat effect tegengaan. "Een vegetarische voeding is perfect compatibel met een goede gezondheid en een voldoende aanvoer van voedingsstoffen. Vraag eventueel advies aan een voedingsspecialist, die meer informatie ter zake kan geven", concludeerde dr. Brasseur.