...

Er bestaat een genetische aanleg. De kans om zwaarlijvig te worden is groter als ook andere familieleden zwaarlijvig zijn. Tal van genen spelen mee bij de gewichtstoename en/of de daarmee samenhangende complicaties. Ook omgevingsfactoren en de gezinscultuur spelen mee. In onze maatschappijen zijn de eetgewoontes veranderd als gevolg van de industriële voedselproductie. Daardoor komen er meer vetten en suikers op ons bord en die bevatten veel calorieën. De voedingsmiddelen worden ook malser en zijn gemakkelijker te kauwen, waardoor men geneigd zal zijn grotere hoeveelheden te eten. De toegang tot voedsel is heel gemakkelijk geworden en er wordt bovendien heel veel publiciteit voor gemaakt. We leiden een almaar meer sedentair leven zowel in onze vrije tijd (tv, videospellen, internet,...) als voor verplaatsingen (autogebruik,...). Ook stress speelt een rol. Mensen die gestrest zijn, kunnen troost vinden in eten, en dat fenomeen wordt toegeschreven aan neurotransmitters. Slaaptekort kan het hongergevoel verhogen. Bepaalde geneesmiddelen tot slot kunnen een gewichtstoename in de hand werken (antidepressiva, hormoontherapie, corticosteroïden,...). Obesitas veroorzaakt stoornissen van het koolhydraatmetabolisme en type 2-diabetes. Consumptie van eenvoudige suikers en vetten en een sedentair leven veroorzaken insulineresistentie, die kan uitmonden in type 2-diabetes. De insulineresistentie is toe te schrijven aan een ophoping van vet in de spieren en het viscerale vetweefsel. Dat geeft vrije vetzuren af, die de synthese van triglyceriden in de lever en de productie van energie door neoglucogenese in de lever verhogen. Vrije vetzuren en glucose wedijveren als energiebron voor de spieren. De energie van de spieren wordt niet meer geleverd door glycogeen en de glycogeenvoorraden in de spieren worden niet aangesproken. Daardoor verminderen het gebruik en de opslag van glucose in de spieren en worden vooral vetzuren geoxideerd met productie van glucose in de lever. Dat alles zal de glykemie verhogen. Er is meer en meer insuline nodig om de glykemie normaal te houden en op de duur treedt diabetes op. Vermagering, een evenwichtige voeding en lichaamsbeweging nemen kunnen het probleem corrigeren en het optreden van diabetes verhinderen. 44% van de gevallen van type 2-diabetes is toe te schrijven aan overgewicht. Insulineresistentie gaat vaak samen met hypertensie, hypertriglyceridemie en een lage HDL-cholesterolconcentratie. Er is dus een hoger risico op atherosclerose, ontsteking van de slagaders en vasculaire accidenten. Volgens de WGO is 23% van de hart- en vaataandoeningen toe te schrijven aan overgewicht. Die metabole afwijkingen leiden bovendien tot dyslipidemie, leververvetting, chronisch nierlijden,... Overgewicht wordt beschouwd als een factor die bepaalde kankers in de hand werkt, namelijk borst-, baarmoeder en leverkanker. Zwaarlijvige vrouwen vertonen inderdaad niet zelden hormonale afwijkingen (cyclusstoornissen). Gonartrose is een frequent probleem door overbelasting van de kniegewrichten. Gonartrose veroorzaakt ongemak en pijn en zal ertoe leiden dat de patiënt nog minder gaat stappen en bewegen. Obesitas verhoogt ook het risico op gastro-oesofageale reflux en werkt huidziekten zoals schimmelinfecties, psoriasis en veneuze insufficiëntie met ontsierende huidafwijkingen in de hand. Daar komt nog bij dat zwaarlijvige mensen in onze maatschappij met haar schoonheidsideaal van magerheid meesmuilend worden bekeken, wat psychologische en maatschappelijke problemen kan veroorzaken.