...

Verkoudheid en coryza zijn de belangrijkste twee aandoeningen bij katten in de winter. Wind en koude kunnen een verkoudheid in de hand werken, een virale ziekte, die van kat op kat kan worden overgedragen. De virussen die een verkoudheid veroorzaken, zijn iets minder agressief dan griepvirussen, maar zijn worden even gemakkelijk overgedragen tussen katten. Een verkoudheid bij katten duurt theoretisch een tiental dagen: lopende neus, lopende ogen, kortademigheid, slijmen in de luchtpijptakken, niezen, hoesten en keelpijn. Over het algemeen is het een goedaardige infectie, maar als de symptomen niet verbeteren na 4, 5 dagen, is het advies van een veearts wenselijk om verergering naar een pneumonie te voorkomen. Waakzaamheid en het advies van een veearts zijn ook wenselijk bij katjes, zogende katten, oude katten en ook katten die niet gevaccineerd zijn tegen coryza, dat soortgelijke symptomen veroorzaakt. De neus en de ogen reinigen met een kompres gedrenkt in lauw water of fysiologische zoutoplossing kan verlichting brengen. Als de neus erg verstopt is, zal de kat beter kunnen ademen in een goed bevochtigde ruimte. Eventueel kunnen inhalaties worden gegeven en, waarom niet, helende essentiële oliën gedurende 15 minuten 2- tot 3-maal per dag in de kamer waar de kat zich bevindt. Bij luchtwegaandoeningen denken aan antivirale en antibacteriële oliën en oliën die het immuunsysteem stimuleren, zoals ravintsara en Eucalyptus radiata. Ook moet de lichaamstemperatuur worden gevolgd. Die ligt normaal tussen 38 en 39 °C. Bij koorts is voorzichtigheid geboden met geneesmiddelen voor humaan gebruik. Paracetamol is gecontra-indiceerd bij katten en voorzichtigheid is geboden met aspirine (enkel op advies van een veearts). Katten elimineren aspirine immers niet goed. Om uitdroging te voorkomen, moet je de kat voldoende water geven. Als de keel geïrriteerd is, zal de kat gemakkelijker kattenvoer kunnen eten dan kattenbrokken. Coryza, ook kattengriep genoemd, is een virale infectie die luchtwegsymptomen veroorzaakt die gelijken op die van een verkoudheid. Er kunnen echter snel complicaties optreden, de toestand van de kat kan verslechteren en ze kan eraan overlijden (vooral jonge katjes en oude katten). Coryza wordt veroorzaakt door drie virussen. Die infecteren tegelijkertijd of los van elkaar en blijven enzoötisch aanwezig in de kattenpopulatie. - Het feline herpesvirus (FHV), dat symptomen van rinotracheïtis veroorzaakt. Dat virus kan de algemene toestand van de kat aantasten en kan ernstige complicaties veroorzaken: verlies van eetlust, koorts, afmatting. Na verdwijnen van de symptomen kan het virus in latente toestand in het lijf blijven zitten en opnieuw de kop opsteken bij stress of een andere factor die de kat verzwakt. - Het feline calicivirus (FCV) kan hypervirulent zijn. Het veroorzaakt pijnlijke mondulcera, waardoor de kat niet goed kan eten. De kat kan dan enorm gaan kwijlen. - Een reovirus veroorzaakt tranen en lichte symptomen. Katten met coryza kunnen snel een bacteriële superinfectie ontwikkelen (o.a. Chlamydia). Coryza bij katten is zeer besmettelijk en wordt hoofdzakelijk overgedragen door direct lichamelijk contact. Ook is indirecte besmetting mogelijk via de neussecreties en druppeltjes die bij het niezen in de omgeving worden verspreid. Katten die nooit buiten komen, kunnen dus toch worden geïnfecteerd door druppeltjes vol pathogene kiemen die op de kleding of de schoenen zitten. Er bestaat geen behandeling voor de ziekte zelf, aangezien die wordt veroorzaakt door een virus. De behandeling bestaat uit een preventie van bacteriële superinfectie en pijnstilling opdat het dier goed zou kunnen eten. Voor het comfort van de kat is het ook belangrijk de ogen te reinigen en de neussecreties te verwijderen zodat het dier gemakkelijker kan ademen. De veearts kan allerhande geneesmiddelen voorschrijven: antibiotica tegen een eventuele bacteriële superinfectie, ontstekingsremmers voor koorts en pijn, bevochtigende middelen en bronchodilatatoren in aerosol om de ademhaling te vergemakkelijken en oogdruppels of oogzalf. Er moeten maatregelen worden genomen om overdracht van het virus op andere katten te voorkomen. Als er meerdere katten in huis zijn, moet het zieke dier ervan worden gescheiden om besmetting tegen te gaan. Goed de handen wassen na contact met een besmette kat en het materiaal dat in contact is gekomen met het dier, en de omgeving ontsmetten. Als er meerdere katten zijn, begin je met de gezonde dieren en eindig je met de zieke kat. Draag daarbij beschermingsmateriaal. Het vaccin tegen coryza is essentieel voor katten en is de beste optie om katten te beschermen, ook katten die binnen blijven. Vaccinatie is verplicht als je je kat tijdelijk in een pension wil laten verblijven of als je wil deelnemen aan kattententoonstellingen. De vaccinatie start op de leeftijd van 8 weken: twee injecties met een tussenpoos van een maand en een jaarlijkse herinneringsinjectie. Na vaccinatie zullen er minder klinische tekenen optreden, maar wordt de overdracht van het virus niet volledig verhinderd. De vaccins werken vooral in op het herpesvirus, het calicivirus en Chlamydia. Sommige katten zijn fragieler en soms moet hun immuunsysteem wat worden geholpen. Een vermoeide, futloze kat kan worden geholpen met een kleine leverdrainage in het begin van de lever met planten zoals mariadistel, artisjok en zwarte radijs. Die worden in de vorm van druppels in het eten gedaan gedurende 7-10 dagen. Probiotica kunnen ook helpen doordat ze het evenwicht van de intestinale microbiota herstellen. De voedingsmiddelen zullen dan beter worden verwerkt en de immuniteit zal erdoor verbeteren. Planten zoals zwarte aalbes en Echinacea hebben ook een direct effect op de immuniteit. Ook moet je de voeding aanpassen. Geef kwaliteitsproducten die alle vereiste voedingsstoffen bevatten. Als de kat veel buitengaat als het erg koud is, heeft het dier meer energie nodig en moet je meer te eten geven. Als de kat echter liever warm op de zetel blijft liggen, kan je de hoeveelheid voeding verminderen om te voorkomen dat het dier te veel zou aankomen.