...

Ik ben in dit huis opgegroeid, vertelt de apotheker me in Heeserbergen, een van de vele gehuchten van de meest noordelijke Limburgse gemeente. "Ik heb hier de apotheek van mijn vader overgenomen. Mijn keuze voor farmacie is me dus allicht met de paplepel meegegeven", glimlacht hij. Maar hoe gaat een officina runnen samen met een boek over drie lokale gehuchten schrijven? "Dat was ook niet de bedoeling. Ik was eigenlijk bezig met het opstellen van mijn eigen stamboom. Daar was ik tot het midden van de 18de eeuw geraakt. Maar toen kreeg ik een doos vol documenten en foto's en daaruit bleek dat mijn overgrootvader in het begin van de 20ste eeuw een groot stuk land had gekocht in Russendorp. Tja, toen was mijn interesse gewekt in dat gebied in Noordwest-Lommel, vooral omdat bleek dat de geschiedenis van Russendorp en de aanpalende gehuchten Stevensvennen en Blauwe Kei een nog grotendeels onbeschreven blad was." "Het was de bedoeling dat we ons met een groepje enthousiastelingen zouden verdiepen in die geschiedenis, maar uiteindelijk ben ik als enige overgebleven", vertelt Yves Sevens. "Het manuscript is het resultaat van een lange zoektocht in archieven in Nederland en België. Gelukkig zijn heel wat archieven intussen gedigitaliseerd en vind je heel wat, ook krantenknipsels, online. Want dit boek is vooral tijdens corona ontstaan." Verrassend is alleszins dat Lommel tot het begin van de 19de eeuw geen deel uitmaakte van wat later België zal worden, maar sinds 1648 de meest zuidelijke gemeente was van de Verenigde Provincies en dus Nederland. "Tot 1808 en het verdrag van Fontainebleau behoorde Lommel tot het koninkrijk Holland en was het een soort schiereiland diep in het Franse grondgebied", lezen we. Hoezo? Yves Sevens: "Onze gewesten maakten sinds het eind van de 18de eeuw deel uit van Frankrijk. Frankrijk onder Napoleon had bovendien een blokkade afgekondigd van alle Britse goederen via het continentale stelsel. Dat maakte Lommel door zijn ligging net interessant als smokkelhub. Het stond hier vol pakhuizen met smokkelwaar, vooral textiel, suiker en tabaksproducten", legt hij uit. Zoals de bedrijfshallen die vandaag langs de Lommelse Ringlaan staan? "Zoiets, ja. In Stevensvennen is er een gebied dat 'de Waaltjes' heette. Dat is een verwijzing naar nazaten van Walen uit het grensgebied tussen Henegouwen en Noord-Frankrijk en die, nadat de Fransen onze contreien hadden veroverd, hun smokkelactiviteiten naar hier hadden verplaatst." Die smokkel, "vanuit drie kanten", was de Fransen een doorn in het oog, vandaar dat ze er blijkbaar erg op gebrand waren om dat smokkelnest onder controle te krijgen. Een andere belangrijke factor in de ontwikkeling van dit stukje Noord-Limburg was het graven van kanalen, brengt de lokale historicus in herinnering. "Tot hier de eerste kanalen aangelegd zijn, was dit vooral een gebied van heide en moerassen zonder veel bewoning." Yves Sevens citeert in het boek een ingenieur die in 1844 in de nasleep van het uitgraven van die (Noord-)Kempense kanalen schreef: "De staat moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk vloeiweiden worden aangelegd, want met water wint men gras, met gras wint men vee, met vee produceert men mest en met mest kan men ontginnen." In die beginjaren van de Belgische onafhankelijkheid waren gemeenten tevens verplicht om hun braakliggende gronden te ontwikkelen, voegt de auteur er nog aan toe. Doorheen de 19de eeuw zullen langsheen de nieuwe waterwegen een hele reeks nieuwe activiteiten worden ontwikkeld, van zandwinning tot glasblazerijen, brouwerijen en diverse andere (horeca)spinoffs. De meest bekende activiteit, de zandwinning, is tot op vandaag (met Sibelco) een belangrijke economische activiteit. Alhoewel apotheker Sevens naar eigen zeggen niet meteen plannen heeft om een vervolg te schrijven, is de vraag hem sinds de publicatie al meermaals gesteld. "Er is duidelijk interesse: ik heb heel wat reacties gehad en veel locals zijn in de apotheek het boek voor de kerstdagen komen kopen. Ik denk dat we al meer dan 250 exemplaren hebben verkocht en nu ligt het ook te koop bij Toerisme Lommel." De lokale geschiedenis blijft hem duidelijk interesseren. "Het is een fijne hobby. Ik pik geregeld nog nieuwe weetjes op, bijvoorbeeld op een lezing. En er zijn zeker nog stukjes Lommel waar wat over te vertellen valt. Alleen is niet altijd (goed) bronnenmateriaal beschikbaar. Dan wordt het moeilijker om dat stukje lokale geschiedenis te reconstrueren."