In 2017 besteedde het Riziv 4,32 miljard euro aan geneesmiddelen. In datzelfde jaar vertegenwoordigden geneesmiddelen in de OESO-landen bijna 20% van de totale uitgaven van de gezondheidszorg. Stella Kyriakides, de nieuwe Europese Commissaris voor Gezondheid, kreeg via een Mission Letter van de Commissievoorzitter von der Leyen dan ook de opdracht om de beschikbaarheid van betaalbare geneesmiddelen in de EU te garanderen. Dat Kyriakides ook geacht wordt om tegelijk de Europese farmaceutische industrie te ondersteunen, illustreert goed de moeilijkheidsgraad van deze opdracht: de belangen van de patiënten en de economische belangen van de EU met elkaar verzoenen. Toch is iedereen het erover eens dat er iets moet veranderen. In de Resolutie van het Europees Parlement uit 2017 voor een betere toegang tot geneesmiddelen staat dat "geneesmiddelen een van de pijlers van de gezondheidszorg vormen en niet louter handelswaar zijn, en dat de gebrekkige toegang tot essentiële geneesmiddelen en de hoge prijs van innovatieve geneesmiddelen een ernstige bedreiging vormen voor de duurzaamheid van de gezondheidszorgstelsels".

Versterkte samenwerking

Wat moet er dan gebeuren? Om de kostprijs van geneesmiddelen te drukken, zullen de Europese lidstaten meer met elkaar moeten samenwerken. Daarom ging enkele jaren geleden het BeNeLuxA-initiatief van start met België, Nederland, Luxemburg en Oostenrijk. In 2018 sloot Ierland zich aan. Doel van deze samenwerking? De efficiëntie van de beoordeling vergroten en de processen van de prijsstelling en vergoeding versterken. In 2018 lanceerden deze landen het 'International Horizon Scanning Initiative' om data en informatie te verzamelen over geneesmiddelen of nieuwe indicaties. Zo proberen ze om de potentiële kosten voor de ziekteverzekering en de mogelijke impact op de zorg in te schatten. Negen landen hebben zich ondertussen aangesloten bij dit initiatief. Het inzicht dat lidstaten samen een sterkere onderhandelingspositie hebben, groeit. Ook in België. "Tegenwoordig speelt vooral de wet van de markt. In de toekomst moeten we onze krachten echt bundelen, als we de prijzen beter willen beheersen en de landen meer gewicht willen geven in de onderhandelingen", zegt Virginie Millecam van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) deze maand in het magazine Health Forum. Bijkomende inspanningen zijn daarbij nodig om de inzet van Health Technology Assessment (HTA) in de EU te versterken, alsook de samenwerking tussen de verschillende HTA-agentschappen in Europa.

Naar aanleiding van de Europese verkiezingen eerder dit jaar publiceerden de Belgische ziekenfondsen samen een Memorandum. De toegang tot betaalbare geneesmiddelen in Europa is daarin één van de belangrijkste prioriteiten. Meer transparantie rond de mechanismen van prijsstelling is een eerste essentiële stap: rond het aandeel van publieke middelen in het biomedische onderzoek, de kostenstructuur van een geneesmiddel en de prijzen die nationale overheden betalen voor geneesmiddelen (inclusief de afgesproken kortingen). De Euripid Database is een stap in de goede richting, maar het rapport van het Europese Parlement geeft terecht aan dat Euripid onvoldoende informatie geeft over de echte kost. Bijkomende inspanningen op Europees niveau zijn dan ook nodig.

De herziening van de bescherming van de intellectuele eigendom is een tweede belangrijke stap, want dat speelt een belangrijke rol in het reguleren van de prijzen op de markt. Een duidelijke definitie van 'added therapeutic value' door de Europese Commissie is ook zeer welkom. Europa moet bovendien nadenken over alternatieve financieringsmodellen voor geneesmiddelen. De stelsels van de sociale zekerheid in Europa en in het bijzonder die van de ziekteverzekering staan onder druk. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde in 2016 de studie 'Future scenarios for drug developments and drug prices' met alternatieve scenario's, gaande van publiek-private partnerships tot de ontwikkeling van geneesmiddelen met publieke middelen.

Faire prijzen

Maar de grootste prioriteit vandaag is de prijsstelling. Niet enkel de hoge prijzen roepen vragen op, het verschil in kost tussen de lidstaten krijg je vandaag ook niet meer uitgelegd aan de Europese burger. Volgens een analyse van de Erasmus Universiteit van Rotterdam is de farmaceutische industrie met 20% winst de meest winstgevende activiteit in onze economie, de banken volgen op een tweede plaats met 'slechts' 10%. Vandaar de oproep om na te denken over het vastleggen van een 'fair price' op Europees niveau. Dit is een maximumprijs voor een nieuw geneesmiddel, rekening houdend met een aantal parameters. De Association Internationale de la Mutualité (AIM), waarvan de Belgische ziekenfondsen lid zijn, ontwikkelde hierrond een concreet voorstel[1]. AIM stelde dit model op 4 december 2019 voor in het Europees Parlement, in aanwezigheid van experten en vertegenwoordigers van de Europese Commissie. De elementen voor de berekening van een dergelijke faire prijs zijn o.a. de werkelijke kosten voor onderzoek en productie, plafonds voor de marketingkosten (20%) en de winstmarge (8%), en een bonus die rekening houdt met de innovatie die het geneesmiddel vertegenwoordigt. De eerste reacties zijn alvast positief.

Goede voornemens

Vele Europese lidstaten maken zich zorgen over de groeiende impact van geneesmiddelen op hun gezondheidsbudget. De bereidwilligheid om daar in een Europese context iets aan te doen neemt dan ook toe. Dat bleek vorige week nog tijdens de vergadering van de Europese Ministers van Volksgezondheid, waar het dossier opnieuw op tafel lag. Ook de Europese Commissie en het Europese Parlement willen werk maken van dit dossier.

2019 loopt ten einde, het is bijna tijd om de goede voornemens voor 2020 te formuleren. Alle partijen in Europa die betrokken zijn bij het geneesmiddelendossier kunnen alvast dit goede voornemen opnemen in hun lijstje: laten we evolueren naar een Europees regelgevend kader dat de toegang tot nieuwe geneesmiddelen garandeert, en de belangen van de patiënt, de ziekteverzekering en de farmaceutische industrie met elkaar verzoent.

[1]www.aim-mutual.org

In 2017 besteedde het Riziv 4,32 miljard euro aan geneesmiddelen. In datzelfde jaar vertegenwoordigden geneesmiddelen in de OESO-landen bijna 20% van de totale uitgaven van de gezondheidszorg. Stella Kyriakides, de nieuwe Europese Commissaris voor Gezondheid, kreeg via een Mission Letter van de Commissievoorzitter von der Leyen dan ook de opdracht om de beschikbaarheid van betaalbare geneesmiddelen in de EU te garanderen. Dat Kyriakides ook geacht wordt om tegelijk de Europese farmaceutische industrie te ondersteunen, illustreert goed de moeilijkheidsgraad van deze opdracht: de belangen van de patiënten en de economische belangen van de EU met elkaar verzoenen. Toch is iedereen het erover eens dat er iets moet veranderen. In de Resolutie van het Europees Parlement uit 2017 voor een betere toegang tot geneesmiddelen staat dat "geneesmiddelen een van de pijlers van de gezondheidszorg vormen en niet louter handelswaar zijn, en dat de gebrekkige toegang tot essentiële geneesmiddelen en de hoge prijs van innovatieve geneesmiddelen een ernstige bedreiging vormen voor de duurzaamheid van de gezondheidszorgstelsels".Versterkte samenwerkingWat moet er dan gebeuren? Om de kostprijs van geneesmiddelen te drukken, zullen de Europese lidstaten meer met elkaar moeten samenwerken. Daarom ging enkele jaren geleden het BeNeLuxA-initiatief van start met België, Nederland, Luxemburg en Oostenrijk. In 2018 sloot Ierland zich aan. Doel van deze samenwerking? De efficiëntie van de beoordeling vergroten en de processen van de prijsstelling en vergoeding versterken. In 2018 lanceerden deze landen het 'International Horizon Scanning Initiative' om data en informatie te verzamelen over geneesmiddelen of nieuwe indicaties. Zo proberen ze om de potentiële kosten voor de ziekteverzekering en de mogelijke impact op de zorg in te schatten. Negen landen hebben zich ondertussen aangesloten bij dit initiatief. Het inzicht dat lidstaten samen een sterkere onderhandelingspositie hebben, groeit. Ook in België. "Tegenwoordig speelt vooral de wet van de markt. In de toekomst moeten we onze krachten echt bundelen, als we de prijzen beter willen beheersen en de landen meer gewicht willen geven in de onderhandelingen", zegt Virginie Millecam van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) deze maand in het magazine Health Forum. Bijkomende inspanningen zijn daarbij nodig om de inzet van Health Technology Assessment (HTA) in de EU te versterken, alsook de samenwerking tussen de verschillende HTA-agentschappen in Europa.Naar aanleiding van de Europese verkiezingen eerder dit jaar publiceerden de Belgische ziekenfondsen samen een Memorandum. De toegang tot betaalbare geneesmiddelen in Europa is daarin één van de belangrijkste prioriteiten. Meer transparantie rond de mechanismen van prijsstelling is een eerste essentiële stap: rond het aandeel van publieke middelen in het biomedische onderzoek, de kostenstructuur van een geneesmiddel en de prijzen die nationale overheden betalen voor geneesmiddelen (inclusief de afgesproken kortingen). De Euripid Database is een stap in de goede richting, maar het rapport van het Europese Parlement geeft terecht aan dat Euripid onvoldoende informatie geeft over de echte kost. Bijkomende inspanningen op Europees niveau zijn dan ook nodig.De herziening van de bescherming van de intellectuele eigendom is een tweede belangrijke stap, want dat speelt een belangrijke rol in het reguleren van de prijzen op de markt. Een duidelijke definitie van 'added therapeutic value' door de Europese Commissie is ook zeer welkom. Europa moet bovendien nadenken over alternatieve financieringsmodellen voor geneesmiddelen. De stelsels van de sociale zekerheid in Europa en in het bijzonder die van de ziekteverzekering staan onder druk. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde in 2016 de studie 'Future scenarios for drug developments and drug prices' met alternatieve scenario's, gaande van publiek-private partnerships tot de ontwikkeling van geneesmiddelen met publieke middelen.Faire prijzenMaar de grootste prioriteit vandaag is de prijsstelling. Niet enkel de hoge prijzen roepen vragen op, het verschil in kost tussen de lidstaten krijg je vandaag ook niet meer uitgelegd aan de Europese burger. Volgens een analyse van de Erasmus Universiteit van Rotterdam is de farmaceutische industrie met 20% winst de meest winstgevende activiteit in onze economie, de banken volgen op een tweede plaats met 'slechts' 10%. Vandaar de oproep om na te denken over het vastleggen van een 'fair price' op Europees niveau. Dit is een maximumprijs voor een nieuw geneesmiddel, rekening houdend met een aantal parameters. De Association Internationale de la Mutualité (AIM), waarvan de Belgische ziekenfondsen lid zijn, ontwikkelde hierrond een concreet voorstel[1]. AIM stelde dit model op 4 december 2019 voor in het Europees Parlement, in aanwezigheid van experten en vertegenwoordigers van de Europese Commissie. De elementen voor de berekening van een dergelijke faire prijs zijn o.a. de werkelijke kosten voor onderzoek en productie, plafonds voor de marketingkosten (20%) en de winstmarge (8%), en een bonus die rekening houdt met de innovatie die het geneesmiddel vertegenwoordigt. De eerste reacties zijn alvast positief. Goede voornemensVele Europese lidstaten maken zich zorgen over de groeiende impact van geneesmiddelen op hun gezondheidsbudget. De bereidwilligheid om daar in een Europese context iets aan te doen neemt dan ook toe. Dat bleek vorige week nog tijdens de vergadering van de Europese Ministers van Volksgezondheid, waar het dossier opnieuw op tafel lag. Ook de Europese Commissie en het Europese Parlement willen werk maken van dit dossier. 2019 loopt ten einde, het is bijna tijd om de goede voornemens voor 2020 te formuleren. Alle partijen in Europa die betrokken zijn bij het geneesmiddelendossier kunnen alvast dit goede voornemen opnemen in hun lijstje: laten we evolueren naar een Europees regelgevend kader dat de toegang tot nieuwe geneesmiddelen garandeert, en de belangen van de patiënt, de ziekteverzekering en de farmaceutische industrie met elkaar verzoent. [1]www.aim-mutual.org