Vorige week was er een om snel te vergeten. Het begon al op maandagmorgen, toen ik me, gehaast om de trein naar het stadscentrum te halen, op mijn bed liet ploffen om mijn schoenen aan te trekken, net op de plek waar mijn bril lag. Het ding, dat ik nodig heb om de wereld rondom mij scherp te krijgen, stond compleet paraplu, maar de glazen waren intact. Tijd om daar iets aan te doen had ik niet, ik moest die trein halen. In een waas wandelde ik naar het station, stapte op de juiste trein, en slaagde erin tot aan het IRM (Institut für Rechtsmedizin) te wandelen zonder onder een auto of bus te belanden. Achter de computer en in het lab zie ik gelukkig wel scherp. En tegen de avond was ik erin geslaagd om de bril weer in een aanvaardbare vorm te wringen.

In Zwitserland op Erasmus gaan zonder te gaan skiën is voorbijgaan aan de essentie van het leven hier

Dinsdagmorgen hadden de problemen zich verlegd van mijn ogen naar mijn mond. De draad die al jaren netjes achter mijn boventanden loopt, een restant van een jaar orthodontie op mijn twaalfde, bleek los te zitten en prikte vrolijk in mijn kaak. Ik probeerde dat stuk ijzerwerk nog een paar dagen te negeren, maar ging op donderdag toch op zoek naar een tandarts op het internet. Ik kon er vrijdagnamiddag al terecht en de tandartsenpraktijk lag op wandelafstand van het IRM, onder het treinstation. Want het is er niet meteen aan te zien, maar onder Bahnhof Bern bevindt zich een stad in de stad, met warenhuizen, winkels en dus ook een tandarts. En kwartier later en 94 Zwitserse frank lichter stond ik weer buiten. Maar het thuisfront had al de tandverzekering van mijn ziekenfonds verwittigd. De terugbetaling was geregeld.

Ik was weer helemaal opgelapt om aan een weekendje Davos te beginnen. Want in Zwitserland op Erasmus gaan zonder te gaan skiën - al was het maar één keer - is voorbijgaan aan de essentie van het leven hier. Met 17 andere buitenlandstudenten hadden we een jeugdhostel geboekt. Allemaal ervaren skiërs, behalve ik. De enige keer dat ik ooit op de latten heb gestaan was op sneeuwklas in het vijfde leerjaar. Maar mijn skibril, sokken en handschoenen van toen pasten nog, een skibroek en jas had ik van een vriendin in België geleend en skischoenen zou ik wel huren. Mijn mede-Erasmussers wilden me graag de basis bijbrengen, maar ik vond het wijselijk om een ski-initiatie te boeken. Kwestie van de rest van de groep hun weekend niet te vergallen.

Dat was echter zonder de tussenstop in Zürich gerekend. Onze bagage - 16 rugzakken en één valies, die ik deelde met een Erasmusstudente uit Antwerpen - hadden we bij het opstappen in Bern netjes in de bagagevakken bij de deur achtergelaten. Bij de tussenstop in Zürich bleek die ene valies er echter niet meer te staan. Zonder dat we het hadden gemerkt, was iemand ermee aan de haal gegaan. Even stortte de wereld in. Behalve de ski-jas die ik aan had, had ik niets meer. En de medestudente uit Antwerpen evenmin. De groep besliste om door te reizen, terwijl wij met zijn tweeën op zoek gingen naar het politiekantoor om aangifte te doen. De zin om hen straks nog achterna te reizen was helemaal zoek. Alweer werd het thuisfront opgebeld. Dat ik me dit skiweekend waar ik zo naar uit keek niet door een dief mocht laten afpakken. Dezelfde bemoedigende woorden bereikten ons via WhatsApp vanuit Davos. Iedereen was bereid spullen te lenen. En dus spoorden we, na een uitvoerige aangifte, met de eerstvolgende trein alsnog richting skigebied, waar we om 1u30 's nachts eindelijk onder wol konden.

Ik was behoorlijk van mijn melk toen ik merkte dat alle onze spullen gepikt waren, maar dat volstaat dus niet

Zaterdagmorgen startte vroeg en met een hartverwarmende verrassing, die alles goed maakte. Iemand van het Erasmus Student Network die mee dit skiweekend organiseerde en de nacht bij kennissen in Davos had doorgebracht, kwam aanwaaien met twee overlevingspakketen: van een skibril, muts en warme sokken, over een skipak tot thermisch ondergoed, het was er allemaal. Terug te bezorgen op zondagavond, inclusief zweetgeurtjes. Begin deze week zat ook het politieverslag in mijn mailbox. Maar dat was een maat voor niets: het thuisfront liet weten dat de UGent verzekering geen diefstal of verlies van eigen spullen dekt, de Master Card verzekering enkel verlies of diefstal van online aankopen vergoedt en de woningverzekering wel diefstal op reis dekt, maar enkel indien gepleegd met geweld. Ik was anders behoorlijk van mijn melk toen ik merkte dat alle onze spullen gepikt waren, maar dat volstaat dus niet.

Vorige week was er een om snel te vergeten. Het begon al op maandagmorgen, toen ik me, gehaast om de trein naar het stadscentrum te halen, op mijn bed liet ploffen om mijn schoenen aan te trekken, net op de plek waar mijn bril lag. Het ding, dat ik nodig heb om de wereld rondom mij scherp te krijgen, stond compleet paraplu, maar de glazen waren intact. Tijd om daar iets aan te doen had ik niet, ik moest die trein halen. In een waas wandelde ik naar het station, stapte op de juiste trein, en slaagde erin tot aan het IRM (Institut für Rechtsmedizin) te wandelen zonder onder een auto of bus te belanden. Achter de computer en in het lab zie ik gelukkig wel scherp. En tegen de avond was ik erin geslaagd om de bril weer in een aanvaardbare vorm te wringen.Dinsdagmorgen hadden de problemen zich verlegd van mijn ogen naar mijn mond. De draad die al jaren netjes achter mijn boventanden loopt, een restant van een jaar orthodontie op mijn twaalfde, bleek los te zitten en prikte vrolijk in mijn kaak. Ik probeerde dat stuk ijzerwerk nog een paar dagen te negeren, maar ging op donderdag toch op zoek naar een tandarts op het internet. Ik kon er vrijdagnamiddag al terecht en de tandartsenpraktijk lag op wandelafstand van het IRM, onder het treinstation. Want het is er niet meteen aan te zien, maar onder Bahnhof Bern bevindt zich een stad in de stad, met warenhuizen, winkels en dus ook een tandarts. En kwartier later en 94 Zwitserse frank lichter stond ik weer buiten. Maar het thuisfront had al de tandverzekering van mijn ziekenfonds verwittigd. De terugbetaling was geregeld. Ik was weer helemaal opgelapt om aan een weekendje Davos te beginnen. Want in Zwitserland op Erasmus gaan zonder te gaan skiën - al was het maar één keer - is voorbijgaan aan de essentie van het leven hier. Met 17 andere buitenlandstudenten hadden we een jeugdhostel geboekt. Allemaal ervaren skiërs, behalve ik. De enige keer dat ik ooit op de latten heb gestaan was op sneeuwklas in het vijfde leerjaar. Maar mijn skibril, sokken en handschoenen van toen pasten nog, een skibroek en jas had ik van een vriendin in België geleend en skischoenen zou ik wel huren. Mijn mede-Erasmussers wilden me graag de basis bijbrengen, maar ik vond het wijselijk om een ski-initiatie te boeken. Kwestie van de rest van de groep hun weekend niet te vergallen.Dat was echter zonder de tussenstop in Zürich gerekend. Onze bagage - 16 rugzakken en één valies, die ik deelde met een Erasmusstudente uit Antwerpen - hadden we bij het opstappen in Bern netjes in de bagagevakken bij de deur achtergelaten. Bij de tussenstop in Zürich bleek die ene valies er echter niet meer te staan. Zonder dat we het hadden gemerkt, was iemand ermee aan de haal gegaan. Even stortte de wereld in. Behalve de ski-jas die ik aan had, had ik niets meer. En de medestudente uit Antwerpen evenmin. De groep besliste om door te reizen, terwijl wij met zijn tweeën op zoek gingen naar het politiekantoor om aangifte te doen. De zin om hen straks nog achterna te reizen was helemaal zoek. Alweer werd het thuisfront opgebeld. Dat ik me dit skiweekend waar ik zo naar uit keek niet door een dief mocht laten afpakken. Dezelfde bemoedigende woorden bereikten ons via WhatsApp vanuit Davos. Iedereen was bereid spullen te lenen. En dus spoorden we, na een uitvoerige aangifte, met de eerstvolgende trein alsnog richting skigebied, waar we om 1u30 's nachts eindelijk onder wol konden.Zaterdagmorgen startte vroeg en met een hartverwarmende verrassing, die alles goed maakte. Iemand van het Erasmus Student Network die mee dit skiweekend organiseerde en de nacht bij kennissen in Davos had doorgebracht, kwam aanwaaien met twee overlevingspakketen: van een skibril, muts en warme sokken, over een skipak tot thermisch ondergoed, het was er allemaal. Terug te bezorgen op zondagavond, inclusief zweetgeurtjes. Begin deze week zat ook het politieverslag in mijn mailbox. Maar dat was een maat voor niets: het thuisfront liet weten dat de UGent verzekering geen diefstal of verlies van eigen spullen dekt, de Master Card verzekering enkel verlies of diefstal van online aankopen vergoedt en de woningverzekering wel diefstal op reis dekt, maar enkel indien gepleegd met geweld. Ik was anders behoorlijk van mijn melk toen ik merkte dat alle onze spullen gepikt waren, maar dat volstaat dus niet.